Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

5 januari 2012


TOESPRAAK THIERRY DELEU OP VOORSTELLING BOEK BURGEMEESTER
Donderdag 22 december in Cinema Koksijde


Seniores, Commilitones,

Alea iacta est
De teerling is geworpen
Litera scripta manet
Wat geschreven is, blijft

Tien jaar geleden landden mijn vrouw en ik in Oostduinkerke. “Aangespoeld,” zegt men. Neen, ‘aangewaaid’ klinkt beter.
In die korte tijdspanne hebben wij ons goed geïntegreerd in onze nieuwe biotoop.
We hadden het daar ook niet moeilijk mee: de Oostduinkerkenaars zijn vriendelijke, rechtlijnige mensen die kansen gunnen aan mensen van goede wil.
Excuseer, dat zal ook wel waar zijn voor die van Koksijde, Sint-Idesbald en Wulpen.
Bovendien kwamen wij ieder jaar op vakantie naar Baaldje.

“Ich bin ein Oostduinkerkenaar!”

Beste vrienden,
Toen ik zag hoe Koksijde de laatste jaren, het laatste decennium, uitgroeide tot één van de mooiste badplaatsen aan onze Vlaamse kust, deed mij dat nadenken. Wie was daar de motor van? Of wie waren daar de voortrekkers van?
Ik kwam uit bij de burgemeester en zijn bestuursploeg.
Mijn besluit stond vast: ik zou een boek schrijven over Marc Vanden Bussche.

De burgemeester was zich daar niet van bewust, niet van mijn bedoeling of van de noodzakelijkheid van zo’n initiatief.
Ik stapte op hem af - ’t is te zeggen: ik kwam beschroomd aankloppen op het gemeentehuis, - het oude gemeentehuis - en bracht Marc op de hoogte van mijn goede voornemens.

Ja, vrienden, de vraag kwam van mij, om twee redenen (dat zullen jullie al hebben begrepen): ik schrijf graag - het is een passie, zegt mijn vrouw - en bovendien verdient de burgemeester dit initiatief.
Ik wou een boek schrijven over een man die vanaf de jaren ’90 zijn gemeente in goede banen heeft geleid.

Marc vroeg mij het eerste interview te doen met zijn vader, erenotaris Karel Vanden Bussche.
Ik belde aan. Toen de gastvrouw met een glimlach opendeed, liet ik mijn terughoudendheid op de drempel achter en stapte de inkomhal binnen
waar ook de notaris verscheen. Een in-druk-wek-kende verschijning.

Beste vrienden,
Ik heb dit boek niet alleen geschreven. Laat dat duidelijk zijn. Marc dacht eerst mee en in een volgende fase schreef hij ook mee.
Wij zijn co-auteurs: we hebben samen het boek geschreven.
Het is het resultaat van samen-denken en samen-schrijven.

Op zijn aanwijzen is het een familiekroniek geworden waarin de politiek maar een onderdeel is. Hij heeft ervoor gezorgd dat het boek bol staat van anekdotes, die zich vooral afspelen in zijn studententijd.

Als auteur - en naarmate het boek vorderde: als co-auteur en vriend - heb ik Marc leren kennen als een intelligent man, heel schrander en getalenteerd. Met een natuurlijk leiderschap.
Marc is niet anders dan hij lijkt.

Ik ontdekte in al zijn drukte als burgemeester en parlementslid ook de Bourgondiër in hem.
Ik herken in hem ook het ludieke, het speelse van de Latijnse mens.
Camaraderie staat bij hem hoog in het vaandel.

Marc is gepokt en gemazeld door de politiek, hij kent de politieke logica, de techniciteit van de dossiers, de sterkte van vriend en opposant.

Beste vrienden,
Omdat hij mij de hint gaf niet te veel over hem te zeggen, houd ik woord.
Ik verbreek mijn belofte echter niet, als ik over zijn gemeente spreek.
Wie vanuit het prisma van al de bouw- en restauratieve activiteiten naar Koksijde kijkt, ziet een welvarende, dynamische en zelfbewuste gemeente die haar plaats in de 21ste eeuw opeist en zich positioneert als modern, vrij en creatief.
De monumentaliteit van Koksijde zit niet alleen in de gebouwen, maar ook in de hoofden van de mensen die er wonen.

Beste vrienden,
Op aangeven van de burgemeester is het boek geen huldeboek geworden. Beiden hebben wij daar streng over gewaakt.
Op zijn suggestie hebben wij gekozen voor een familiekroniek. Onze gesprekken bij hem thuis, de interviews, zijn pittige anekdotes, onze wandeling doorheen Koksijde, Oostduinkerke, Wulpen en Sint-Idesbald, de herinneringen die onderweg bij Marc opkwamen, zijn het stramien geworden voor dit boek.
In deze familiekroniek is er heel veel aandacht besteed aan zijn roots, de kinderjaren, zijn jeugd, studentenleven, het eerste werk, zijn gezin, de tegenslagen, zijn kinderen.
Naast het schrijven, waar wij onze tijd hebben voor genomen, - vijf jaar is echter snel voorbij, - hebben wij samen veel gelachen, af en toe een hapje gegeten en een drankje geproefd. Dat dit laatste een eufemisme is, zul je wel begrepen hebben.

1661 - Dum spiro, spero: zolang er leven is, is er hoop! Dit is Marc ten voeten uit!

Toen hij ineens aan de titel van het boek 1661 toevoegde, dacht ik eerst aan een belangrijke datum in de geschiedenis, maar toen bleek het een ludieke combinatie te zijn van zijn geboortedatum (16 april), zijn huisnummer en zijn leeftijd.

Seniores,
Commilitones,

Ik kan het niet laten te besluiten met een Latijnse spreuk:
dum vivimus, vivamus: laat ons leven, zolang wij nog leven!


Thierry Deleu

Geen opmerkingen: