Poëzie in
Vlaanderen
In "De Morgen" van woensdag 26 oktober staan twee
jammerklachten over de toestand van de poëzie in Vlaanderen. Samengevat:
poëziebundels verkopen niet (meer), er is ook te weinig aandacht
voor.
Ik vind dit lichtjes hypocriet, want wat doet "De Morgen" zelf aan de promotie van de poëzie?
In de editie van 26 oktober staat een miniem artikeltje
over een nieuwe publicatie van een bijna honderdjarige dichter, zonder een enkel
gedicht. En dat in een katern die wekelijks aan de literatuur is
gewijd.
Onze andere kwaliteitskrant "De Standaard" doet niet
beter: ook daarin vind je nog nauwelijks een gedicht. "Humo" heeft een tijdje elke week een gedicht afgedrukt van
Sylvie Marie, blijkbaar is Sylvie ermee gestopt en vindt Humo
het niet opportuun om iemand anders te vragen.
Niettemin zijn er mogelijkheden zat. Beide kwaliteitskranten
leveren op zaterdag extra weekendmagazines op glitterpapier:
waarom zou een van die magazines niet aan de kunst in het algemeen en aan de
poëzie in het bijzonder kunnen worden besteed?
Men zou zelfs baanbrekend te werk kunnen gaan door
ruimte te bieden aan stemmen die het nog niet gemaakt hebben en nog geen
uitgever hebben gevonden: een van de redacteurs moet toch in staat zijn om
zelfstandig te oordelen?
En in de literaire katern zou het een stelregel moeten
zijn om geen poëzierecensie op te nemen zonder een representatief gedicht: je
moet niet praten of lullen rondom poëzie, je moet poëzie tonen zodat de lezer zelf
kan nagaan of de besproken bundel een aankoop waard is.
Het blijft een verwonderlijk gegeven: poëzie wordt niet
gekocht maar wel bedreven. Daar zijn allerlei redenen voor: het zal wel aan de
moderne ‘talige’ poëzie liggen die voor velen ontoegankelijk blijft, het
zal misschien te maken hebben met de
verkoopprijs, maar in het algemeen is er te weinig direct contact tussen de
dichters en hun werk en
de potentiële kopers. We hebben dus meer lezingen nodig waarbij
bundels verkocht kunnen worden. In het onderwijs pleit ik al jaren voor de
herinvoering van het ‘prijsboek’: beloon prestaties met een boekengeschenk en
laat het dan ook een poëziebundel zijn.
De meest defaitistische houding is zeggen dat het
publiceren van poëzie neerkomt op het lanceren van een product waar geen markt
voor is. Het publiek wil alleen ‘gebruikspoëzie’, id
est versjes die men kan afdrukken en uitdelen bij geboorten, huwelijken,
verjaardagen en begrafenissen.
Maar dan merk je de respons op poëziesites - waarover de
gearriveerde klagers met een merkwaardig dedain spreken - en dan voel je aan: er is wel degelijk belangstelling voor de mooie verwoording
en voor een zegging die dieper gaat dan gebabbel.
Misschien moeten wij, dichters, ons daarbij neerleggen
en ligt onze toekomst bij de nieuwe media. Al is het zo dat je een
computerscherm niet kan koesteren, een mooi uitgegeven boekje
wel.
Staf De Wilde,
De Haan, 26 oktober 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten