gedicht voor een dode poes
het kwam genadeloos
en hard
de dag bleef grauw
en roerloos hangen
verdriet vermengd
met oeverloos verlangen
naar wat nooit
meer komen zou
ik bleef achter zonder jou,
wanhopig en verward
ik hoorde weer je
pootje tikken op de ruit
omdat je binnen wou
ik voelde weer je
fijne natte snuit
zich ronkend nestelen
in mijn door koorts
geklitte haar,
want wijl ik mijn ziekte
onnoemelijk bevocht en
schamel restjes warmte zocht,
mijn poes, mijn troost,
was jij toch daar
je vacht was zijde
en je ogen vonkten vuur
'k was niet alleen
in menig pijnlijk uur,
totdat een mens
die doden tot een
passie had verheven,
zich aan je tenger leven
heeft vergrepen
tine hertmans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten