Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

26 juni 2009

Van A naar B

"Ah, de grote schrijver." Zo begroet boekhandelaar Ton Schimmelpennink aan de Amsterdamse boekenschans steevast om het even welke auteur die zijn literatuurparadijs aandoet. Een secondelang de A-status.

De Zwitser Charles Lewinsky was in Nederland om het succes van Het lot van de familie Meijer met zijn lezers te "vieren". Hij is aimabel en zet met plezier zijn feestneus op, ook al wordt hem doorlopend naar de bekende weg gevraagd. In een Alkmaarse boekenschuur zou malle August zijn aangever zijn.
Ruim op tijd rolde August zijn hutkoffer met eigen werk het literatuurpaleis binnen. Je zult immers maar verlegen zitten. Ongeveer tot aan zijn achttiende was hij een timide jongen. Daarna betrad hij regelmatig het podium, nog wel verscholen achter een drumstel. Inmiddels is hij elke schaamte voorbij. Behalve als het om de financiën gaat. Schuchter legde hij het tweedeklas retourtje op de toonbank. (De derde klasse was helaas net voor zijn geboorte opgeheven.) "Daar hebben we het later nog wel over," zei de boekennestor met de schrik om zijn hart. August droop af naar de koffiecorner, het leeslint tussen de benen.
Er was flink uitgepakt: grote posters, grootsteedse stapels en aankondigingen in de lokale pers. Achterin was een hoek vrijgemaakt. Aan de wand verantwoorde kunst: dikke klodders verf en macramé. In het midden van de arena stond een tafel met twee fauteuils, microfoons en een minuscule karaf met water.
"We filmen het interview," zei de jongste bediende. De tv-cultuur is allesbepalend. Gelukkig was er een vaste cameraopstelling: de sterauteur in het lampenlicht. De interviewer, zoals het betaamt, als een anonieme soufleur.
Het boterde goed tussen de lezeressen en causeur Lewinsky. Gelukkig had een moeder voor August ook een vlotte dochter meegenomen. Na anderhalf uur zat het erop. Op de valreep signeerde Lewinsky nog tien dozen van zijn roman. "Die kunnen ze in elk geval niet meer retour zenden naar de uitgever."
Lewinsky kreeg een plastic zakje, August een slap handje. De kachel van een tweederangs auteur brandt het beste op inspiratie, van genoeg eten wordt hij lui en drank maakt slechts sentimenteel. Voor echte literatuur moet men nooddruftig zijn. Terug in Amsterdam drukte Charles de plastictas in de hand van August. Thuis in zijn zolderkamer, terwijl de regen in de emmers de seconden wegtikte, typte August verder aan wat eens zijn magnum opus moest worden: Het lot van de familie Schrijver. De koppijnwijn en het reepje Zwitserse chocolade van de Alkmaarse boekhandelaar kon zijn bittere smaak niet verdrijven. B-auteur in een buitenwijk. Tijd voor Schimmelpennink.

Guus Bauer

Geen opmerkingen: