Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

20 februari 2009

Bouwen aan de Tempel der Mensheid

Korte historiek en bezinning


Toen.

Het logeritueel heeft op het einde van de 18de eeuw een grote religieuze inhoud. Ook in onze contreien.
Sommigen schrijven de religieuze inslag toe aan het feit dat de pauselijke veroordelingen in onze streken nooit neen wettelijke bekrachtiging kregen. De pauselijke bullen werden tijdens het Oostenrijkse regime nooit in Wenen “geregistreerd”. Anderen beweren dat de bevolking hier geen kennis had van de pauselijke bullen In Eminenti (1738) en Providas (1751), waarin de Vrijmetselarij werd veroordeeld.
De veroordelingen door Rome werden eigenlijk alleen door religieuze pietjes-precies ernstig genomen. De verlichte katholiek liet zich het pauselijk verbod weinig gelegen.
In 1837 kwam de herderlijke brief van de Belgische bisschoppen die de vrijmetselaars in de ban sloegen. Dat klonk toen zo: “Daarom is het expliciet verboden deel uit te maken van de Vrijmetselarij of ermee te sympathiseren.” Die veroordeling werd door de gelovigen wel ernstig genomen.

Nu.

Vandaag kun je bijna alles lezen over de Vrijmetselarij op internet. Ook de namen van nog in leven zijnde logebroeders komen voort in boeken. Wat opvalt, zijn de broeders die op eigen verzoek of “ambtshalve” in slaap zijn gesteld. “Inslaapstelling” is de maçonnieke term voor (voorlopig) ontslag. Want eenmaal vrijmetselaar, altijd vrijmetselaar!
Zo kwam ik de naam tegen van enkele auteurs, zoals Willy Spillebeen (die vermoedelijk in La Flandre Brugge werd ingewijd), wijlen Johan Ballegeer, die lid is geweest van zowat alle obediënties en finaal in de kerk van Lissewege, volgens de katholieke ritus werd begraven, professor Leo Apostel. (*)

Voor wie vandaag door Kortrijk wandelt, vallen wel enkele maçonnieke sporen waar te nemen. De meeste Kortrijkenaren weten dat de Vrijmetselarij panden heeft op de Houtmarkt en in de Burgemeester Pyckestraat.

De oudste loge in Kortrijk is “L’Amitié”. Zij behoort tot het Grootoosten van België. Zij werd 102 jaar geleden opgericht. Eigenlijk was het een heroprichting, want reeds in 1803 onder Napoleon werd in Kortrijk “L’Amitié” gesticht, in aanwezigheid van afgevaardigden van de Grand Orient de France. Onder de stichters bevond zich Grégoire Le Camus, de toenmalige burgmeester van Kortrijk.
De wissel van het Napoleontisch regime naar Oranje werd door de Kortrijkse Vrijmetselarij goed verteerd. Toen Oranje plaatsmaakte voor een Belgisch koningshuis was de wissel veel moeilijker. In 1833 werden de activiteiten van “L’Amitié” bovendien stilgelegd.
In 1903 kwam dan de heroprichting van deze Kortrijkse Loge, maar het duurde tot 23 november 1906 vooraleer die heroprichting ook effectief werd. Vooral liberale ondernemers uit het Kortrijkse lagen aan de basis van deze nieuwe start.
Tot het midden van de 19de eeuw waren de West-Vlaamse vrijmetselaars meestal bij Gentse loges aangesloten.

België telt ruim 17.000 vrijmetselaars, verspreid over een 300-tal werkplaatsen of loges. Elke loge is autonoom, maar is tegelijk aangesloten bij een obediëntie. De Belgische loges behoren ofwel bij het Grootoosten van België, de Grootloge van België, de Reguliere Grootloge van België (alleen mannen), de Vrouwengrootloge van België (alleen vrouwen) en de gemengde loge Le Droit Humain.

Deze verdeeldheid heeft alles te maken met twee fundamentele vragen: 1. Bestaat God? En 2. Mogen loges zich inlaten met politiek?
De “echte” vrijzinnigen sluiten zich aan bij het Grootoosten. Terwijl de “regulieren” zich nogmaals opsplitsen in “echte” en “geveinsde” gelovigen in een geopenbaarde God.

In het Kortrijkse leven kun je op de duur wel merken wie mogelijk tot de loge behoort. Je komt ze tegen wanneer een en ander vanuit de vrijzinnigheid wordt georganiseerd. Het zijn ook de verdedigers van burgerlijke begrafenissen, crematie, lentefeesten.

Bedenkingen.

Respect voor andermans overtuiging en andermans cultuur is een conditio sine qua non om als een “echte” vrij denkende mens door het leven te gaan. Dit is onomkeerbaar zo voor de vrijmetselaars. Zij zijn de pioniers en voorvechters van deze gedachten.

De belangrijkste vraag is: “Wat wordt bedoeld met respect en vrije meningsuiting?” Is dit het negeren van andermans (afwijkende) mening en/of overtuiging om niet aan “nestbevuiling” te doen? Zijn vrijzinnigheid en vrijdenkerij het alleengoed van “ongelovigen” en “atheïsten”? Hoe kun je nu opkomen voor vrijheid van mening en handelen als je dit recht uitsluitend toekent aan de “eigen groep”?

Respect voor jezelf wensen betekent dat je ook de ander respecteert! Dit is pure logica en toch zijn er zoveel mensen die dit niet (willen) begrijpen. Cultuur is dynamisch en wie met zijn tijd mee wil, moet zich voortdurend heroriënteren en heraanpassen. Wat wil ik hiermee zeggen? Simpel: wie niet bereid is om te evolueren, stelt zich nooit vragen en blijft op zijn standpunt. Stilstand is achteruitgang!

Velen hebben schrik voor verandering of zijn “gehecht” aan de vertrouwde verklaringen. Deze twee categorieën zijn niet zo interessant, soms wel gevaarlijk wanneer zij fundamentalistische trekjes vertonen. Zonder opwaarderen, zonder aanpassing aan plaats, cultuur, persoon en tijd geraakt men de weg kwijt of verbijsterd in gehechtheid. Het resultaat is voorspelbaar: geen tolerantie, theologische verdeeldheid over een levende persoonlijke God, geen eenheid in verscheidenheid, wel fundamentalisme, heerszucht, minachting voor de ander.

Conclusie.

Ik pleit voor een herbronnen van de Vrijmetselarij. Op deze wijze kunnen wij een nieuwe en betere wereld creëren.
Geloof en ongeloof zijn verouderde begrippen. Wie zich niet aanpast aan deze nieuwe werkelijkheid, wordt ofwel oerconservatief ofwel depressief.
Wetenschappelijke verklaringen - hoe juist die ook kunnen zijn - ontsnappen niet aan deze nieuwe werkelijkheid. Alles is in beweging. Het heeft geen zin ons te hechten aan een theorie in weerwil van die verandering, in weerwil van het absolute gezag van de tijd.
In mijn essay Schoon volk in de hemel dat verschijnt in het najaar van 2009, na zes jaar onderzoek en literatuur, houd ik niet langer de schijn op van gezag, vooruitgang en beschaving. Ik maak mij los uit mijn “persoonlijk, intellectueel en sociaal failliet” om een nieuw pad te bewandelen. De weg van de kennis, de analyse, de discipline, het respect. Het mag duidelijk zijn dat je met een egobehoefte, met economisch/juridische argumenten, met een conservatieve ethiek, met begrip voor zwakte de wereld niet zult verbeteren. Bouwen aan de Tempel van de Mensheid is “drieledig”: een omslag in ons denken en handelen vanuit substantieel onderzoek, wetenschappelijke nuchterheid en principiële spiritualiteit.

Laten wij bouwen aan een wereld waarin een rationeel/democratisch evenwicht heerst tussen het menslievende verlicht humanisme en het materieel gemotiveerde, traditioneel moralistisch/pragmatisme. Theologie en wetenschap zijn niet persoonlijk genoeg.

De mens worstelt met de morele autoriteit en de uitoefening van de macht. Het heeft problemen als je je de macht toeeigent! Dit ondervindt de Kerk vandaag. Ook gisteren, maar toen was er nog geen charter over de Rechten van de Mens! Zij kon lustig verbannen, inquisiteur spelen, vervolgen, verbranden. Nu moet zij de vrije wil van de mensen respecteren.

De Vrijmetselarij moet hierin voorgaan. Doet zij dit? Doen haar leden dit? Is het zo moeilijk een evenwicht te vinden tussen het kwantitatief individuele versus het sociale en tussen het kwalitatief concrete materiële versus het abstract ideële?

Het morele vingertje lost niets op. Het beste uit een zachte revolutie halen met de mensen die eraan participeren, is beter dan verlichting bij te brengen en hen te willen opvoeden voor een andere wereld. Ik ben niet tegen “verlichting” (kennis) en “opvoeding” (onderwijs) en ook niet tegen “vrij ondernemen” en “vrije organisatie”, maar de morele en maatschappelijke consensus moet worden gevolgd.

Vrije meningsuiting, vrijheid van denken en handelen, tolerantie zijn niet alleen een kwestie van woorden gebruiken en regeltjes toepassen. Ze moeten ook in het dagelijkse leven een praktische uitoefening kennen.
Dit houdt in dat mensen met een verschillend geloof of zonder geloof elkaar overtuigingen toestaan die ze zelf afwijzen. Die erkenning mag niet worden verward met de waardering van de andere overtuiging. Erkenning heeft te maken met het besef dat men deel uitmaakt van een inclusieve gemeenschap van gelijkgerechtigde burgers.
Bovendien vind ik dat mensen die hun morele overtuiging niet in een uitsluitend profaan deel willen belijden, ook in een sacrale taal aan het maatschappelijk debat mogen deelnemen. Deze sacraliteit is geen alleengoed van de Kerk!


Thierry Deleu

(*) Andries van den Abeele in gesprek met Rik van Cauwelaert (Knack, 38ste jaargang, nr. 21.)

Geen opmerkingen: