Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

20 februari 2009

Wetenschappelijk Vlaanderen (2)

3.
De theorieën van de nieuwlichters, Paracelsus, Vesalius en Dodoens, zullen het ambt van chirurgijn, op dat moment en voor lange tijd niets meer dan een ambachtsman, snel vooruithelpen.
Ook de invloed van de boekdrukkunst in die verandering was groot. De boekdrukkunst zorgde meteen voor een snel en goedkoop drukken van handboeken, zowel op het gebied van de exacte wetenschappen als in de taalkunde en voor het aanleren van vreemde talen.

Wie een balans wil maken van de wetenschap tussen 1425 en 1625, moet tot het besluit komen dat de weg naar het experiment vrij is gemaakt. De echte beroerde tijden moeten echter nog komen.

In de 17de en 18de eeuw maakt Vlaanderen een beroerde tijd door: de Beeldenstorm en de Spaanse furie in de 17de, in de 18de deden de aartshertogen hun blijde intrede en het zilver uit Spanje stroomde toe.
Wallonië ontwikkelde zich tot wapensmidse van Europa en zou nogal wat geschoolde en ongeschoolde valklui aantrekken.

Toch mogen de gevolgen van de emigratie niet worden overdreven: het noorden was niet meer te bereiken, maar de grens naar Frankrijk was wijd open. Antwerpen bleef echter een centrum: de uitwijkelingen hadden familieleden achtergelaten om de zaken in het oog te houden. De handelsrelaties uit Spanje en Portugal bleven via Antwerpen lopen. De sluiting van de Schelde werd opgevangen door het uitbouwen van de havens van Duinkerke en Oostende.

De belangstelling voor reisverhalen bleef hier groot. Reisverhalen over West-Indië en de nieuwe Amerikaanse kolonies kwamen uit het noorden. Ook de geschiedenis blijft interessant en is nu een volwaardige wetenschap geworden. Angst voor een kerkelijke reactie heeft veel kritische historici ontmoedigd. De kerk zelf wilde ook wat eeuwenoud stof en bijgeloof kwijt. Jan Bolland en Godfried Henskens hadden echter wel af te rekenen met allerlei aanvallen van traditionele katholieken. De Leuvense hoogleraar Peter van de Casteele publiceerde in 1618 de allereerste echte geschiedenis van de geneeskunde.

Op het gebied van de astronomie lagen de zaken gevoeliger. Astronomie was religieus terrein. De banvloek die over Copernicus en Galileï werd uitgesproken, zorgde ervoor dat velen zich terugtrokken in pure beschrijving en speculaties achterwege lieten.
De Leuvense hoogleraar en filosoof Libert Froidmont beschreef kometen als weerkundige verschijnselen en niet als tekens van Gods woede. Rond die tijd verschenen ook verklaringen van de regenboog, de bijzon en de halo.
Aan het Romeinse college werkten twee Vlaamse astronomen: Odon van Maelcote en Gregorius van Saint-Vincent. Beiden slaagden erin te bewijzen dat Venus rond de zon draaide.

De wiskunde maakte in die tijd grote vorderingen. Simon Stevin en Andreas Tacquet waren onbetwist de grootsten uit die periode. Eén van Tacquets leerlingen was Ferdinand Verbiest die in 1357 naar China trok en daar een Westerse kalender invoerde. Hij maakte ook wetenschappelijke instrumenten voor de keizerlijke sterrenwacht.

In de geneeskunde werd de kloof tussen theorie en praktijk nog groter. De opleiding aan de universiteiten bleef traditioneel. De grootste veranderingen gebeurden buiten de van angst verlamde universiteiten. De Brusselse arts Jan-Baptist van Helmont bestreed heftig de oude therapieën. Hij raadde aan koortsaanvallen te bestrijden met zweetmiddelen in plaats van met aderlatingen. Hij meende dat sommige ziekten veroorzaakt werden door een virus en pleitte voor de inschakeling van de chemie in de artsenopleiding.


Thierry Deleu
(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: