
Poppetje gezien
Genadeloos te kijk als een verloochende belofte het gezicht
dat wel op onweer lijkt. Die vreemde stilstand. Hij blijft zich
niet bewegen. Dat hoeft ook niet, want altijd is er de milde
zwaarmoedigheid van het willen huilen. Kijk, de oogleden
weigeren zich te sluiten. Maar dan is er plotsklaps het inzicht,
het besef van confrontatie: dat het wezen van bestaan achter
onze blik ligt. Dat er immer kinderen waren. Dat ochtenden
soms terugkeren als wouden van hout. Dat er mensen zijn die
dingen noteren in schriften met een mahoniekleurige kaft. Aan
de andere kant vermoedt hij vleeskleurige meisjes, mintgeurige
moed. Laten we in onze schuilplaatsen van verdriet onthouden
dat we kunnen vergeten, en onze verdolende compagnons de weg
wijzen. Want weet: wij worden allemaal geroepen met namen
die we kregen. Wat gebeurt: hij kijkt als een man die nu pas snapt
wat hij toen als jongetje had moeten doen. Het gaat om volharden.
Blijf maar weg waar je niets vindt. Beter: dans roerloos aan zee.
Bert Bevers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten