Beste vriend,
Straks komen journalist Dany Van Loo en fotograaf Fernand Schreel voor een interview in “Het Wekelijks Nieuws” - editie Kust, voor de reeks “Op de stoel”. Veertig jaar geleden had ik de bibber, nu ontvang ik de mensen met koffie en een stukje taart. Om op ons gemak te kunnen babbelen over koetjes en kalfjes en af en toe eens over mijn boeken. Ik vind het fijn als de journalist mij ook iets vraagt over mijn werk en mijn overtuiging, kortom: over “mijn gedacht”. En je weet het: ik heb een gedacht! Het keyword hier is respect en toch maak ik vijanden en doe ik vrienden twijfelen. Hoe kan het?
Misschien ben ik te individualistisch? Of te tolerant voor de andersdenkende? Of wil ik mij niet laten inpakken? Of ben ik niet “fundamentalistisch” genoeg in (wat anderen) “mijn” overtuiging noemen? Of ben ik niet duidelijk genoeg? Of kunnen zij mijn nieuwzucht niet aan? Of stel ik mij te veel vragen? Of creëer ik bij hen twijfels en zij twijfelen niet graag? Of ben ik gewoon onuitstaanbaar knap? Of vervelend? Of eigenwijs? Of te weinig wetenschappelijk en te veel spiritueel? Of kunnen zij mij niet “vangen” in de netten van hun “waarheid”?
Ik weet het niet, ik weet het wel, maar ik wil het ook van hen horen. Wat wil die mens nu eigenlijk? Is hij een atheïst? Is hij een agnost? Is hij een gnosticus? Is hij een vrijdenker? Is hij een humanist? Is hij een gelovige? Is hij een bekeerde? Ik ben wie ik ben! Een zoekende in de woestijn? Een schakel tussen oud en nieuw, tussen geloof en wetenschap? Tussen aards en kosmosgevoelig?
Opgelet, ik maak mij daar geen zorgen over. Ik ben altijd bereid tot een gesprek, maar dan met gelijke wapens, evenveel goede wil, respect, geen bekeringszucht of sloganeske taal. En dat lukt blijkbaar niet. Wie is bang van wie? Of stel ik de foute vraag: wie is jaloers van wie? Wie is nijdig van wie? Wie kan zich niet neerleggen, bij het (relatief) succes van wie?
Het tweemaandelijks onafhankelijk vrijzinnig tijdschrift "Zoeklicht" (met afzendredactie Marksesteenweg 47 - 8500 Kortrijk) weigert ineens mijn bijdragen, omdat “de redactieraad van 'Zoeklicht' van mening is dat mijn bijdragen te weinig geargumenteerd en te weinig gefundeerd zijn om ze (nog verder) op te nemen."
Is dit de echte reden? Of is het veeleer omdat “ook niemand bereid bleek om op mijn meningen te repliceren, bij gebrek aan duidelijke stellingen en beweringen waarop men kan repliceren of omdat vele van mijn stellingen en beweringen al talloze keren ten gronde werden weerlegd in andere publicaties?"
Over welke meningen, stellingen en beweringen gaat het? Wat betekent exact “ten gronde weerlegd”? Wie bepaalt “de grond van de zaak”?
De belangrijkste vraag is echter: “Wat bedoelt 'Zoeklicht' met vrije meningsuiting?” Is dat het negeren van andermans (afwijkende) mening en/of overtuiging om niet aan “nestbevuiling” te doen? Zijn vrijzinnigheid en vrijdenkerij het alleenrecht van “ongelovigen” en “atheïsten”? Hoe kun je nu opkomen voor vrijheid van mening en handelen als je dit recht uitsluitend toekent aan de “eigen groep”?
Ben ik nu een afvallige, een ketter, één door de inquisitie vervolgde? Ben ik het paard van Troje?
Soit, ik ben wie ik ben. En dat is: zoekende, onderzoekende, vrij onderzoekende, die tijd maakt om te lezen, om zich te documenteren, om “zijn gedachten” op papier te zetten. Zijn vele van mijn vrienden enkel “clubfanaten”, die niet graag nadenken over mensen en dingen, over wat hen overkomt en wat hen drijft (ik lijk wel Jambers!), “gezelligheidsmensen” die het liefst zich gesetteld voelen in één waarheid en met een gerust (?) geweten genieten van de groep waar zij bijhoren? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat ik een hekel heb aan “absolute” waarheden, aan fundamentalistisch denken en handelen van mensen die hokken in de uiterste hoek van onze samenleving - rechts of links, kop of staart - waar je godsdienstfanatici en atheïsten aantreft.
Straks komen dus Dany Van Loo en Fernand Schreel…
De fotograaf is geweest, freelancer, en gepensioneerde gemeenteambtenaar, een beminnelijk man en goede vriend van José Chamon. Hij vertelde mij over het wel en wee van een freelance fotograaf. Dit verhaal ken ik echter al jaren van mijn zoon Henk. De (beroeps)fotografen hebben het moeilijk om de touwtjes (stevig) in handen te houden. Nu Henk werkt als ingeschreven fotograaf voor het persagentschap Jan Verbeke verdient hij weer goed zijn boterham. En het moet, want hij heeft vele grilletjes en doet graag een folietje (zoals zijn vader, zegt Ginette).
Zo de vader, zo de zoon past wonderwel voor Henk en ik: beiden hebben wij een (farmaceutisch) steuntje nodig om sociaal over te komen (daarom zijn wij het nog niet), we hebben al eens last van een deprietje, kunnen ons ergeren aan onkunde en domheid, hebben graag iets nieuws, durven meer uitgeven dan er binnenkomt (inkomt, eigenlijk), tonen ons stoerder dan we zijn…
Van Loo komt pas morgenvroeg om 8.30 u. Amai zeg, een vroege vogel.
Een vlotte man, een vlotte pen, een ervaren rot in het vak (hij maakte reportages in Afghanistan, de V.S., India, enz. voor “Het Nieuwsblad” en “Het Wekelijks Nieuws”). Ik zou gerust met hem bevriend kunnen zijn. Het klikte. Ook Ginette vond hem een toffe gast. En dat spreekt boekdelen!
Wij spraken over mijn drie carrières: het onderwijs, de literatuur en de politiek. Uitgebreid. Soms een beetje verwarrend voor hem: al die uitdagingen, prestaties, ervaringen, functies, boeken, overtuigingen… Ik vraag mij af wat dit alles overzichtelijk aan het papier kan worden toevertrouwd. Maar ja, dit het is misschien de bedoeling niet. Soit, Dany zal het wel weten effen te boksen.
Ik was vanmorgen dus vroeg uit de veren. Te vroeg: ik word moe. Ik ben nu eenmaal geen genieter van de morgenstond.
Slaap wel!
Thierry
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten