Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

3 maart 2008

Geschikt indien getikt! - 3

De tegenstelling in de Belgische politiek is niet meer een strijd tussen links en rechts, gelovig en niet-gelovig, vrije markt en planeconomie. Welke zin heeft het nog te spreken over links en rechts. Wat is tegenwoordig “links” en wat “rechts”? De zeldzamen die nog pleiten voor een planeconomie en grote interventies van de overheid noemen zich links, waaronder dan “progressief” moet worden verstaan. Eigenlijk is dat een aberratie. Want precies de begrippen “links” en “progressief” werden gebruikt als etiketten voor regimes die gedurende decennia de mens hebben onderdrukt.
En toch. Wie in onze Westerse samenleving de vrije democratie en de vrije economie verdedigt, wordt nog bijna automatisch “rechts” genoemd - hij is afkeurenswaardig want het begrip betekent in feite “reactionair” of gekant tegen de vooruitgang. Voor wat betreft de landen die tot de voormalige Sovjet-Unie behoren, is het eigenaardig genoeg net het tegenovergestelde. Zij die daar zweren bij de vrije markteconomie heten “links”, ook in onze Westerse berichtgeving. Zij die zich blijven vastklampen aan het communisme heten in al onze nieuwsbulletins steevast de “rechtse conservatieven”.
Wel intact is het onderscheid tussen “gelovig” en “niet-gelovig” gebleven. Deze begrippen behouden ook vandaag nog hun volle betekenis, maar ze beheersen niet meer de politieke strijd. De scheiding tussen Kerk en Staat, tussen religie en politiek, tussen het spirituele en het wereldlijke wordt niet meer betwist. Algemeen wordt aanvaard dat gelovigen ook politiek actief kunnen zijn in partijen die het evangelie of de bijbel niet gebruiken (of misbuiken) als blauwdruk voor een politiek systeem.
Tussen gelovigen en niet-gelovigen hoeft inderdaad geen demarcatielijn meer te liggen. De politieke kloof ligt als dusdanig niet tussen geloof of ongeloof, maar binnen deze “kampen” zelf. Er bestaat geen enkele reden meer om, politiek gesproken, de geesten te laten scheiden door religieuze thema’s.
Het religieuze levensgevoel en de gelijkgezindheid met andere gelovigen staan buiten de politiek. Wie de bevolking politiek nog wil mobiliseren op grond van geloofszaken, staat in feite met lege handen. Hij probeert een kunstmatige tegenstelling op te roepen.
De politiek ontwikkelt zich vandaag volgens een nieuwe breuklijn: deze tussen de mensen die steeds verder vervreemden van de politieke democratie en de meeste politici die nog slechts de emanatie zijn van de partijen en hun zogenaamde achterbannen. Kortom, de zuilen bepalen heden en toekomst van dit land. De mensen weten dit, zij zijn niet dom. Zij voelen instinctmatig aan dat hun invloed en de invloed van diegenen die zij gekozen hebben, nihil is.
Het politieke landschap in ons land moet dan ook gehergroepeerd worden. Er is een partij nodig, die opkomt voor de elementaire rechten en vrijheden van iedereen. Een partij die opkomt voor de leefgemeenschappen die spontaan ontstaan en gegroeid zijn, zoals individu, gezin, familie, buurt, wijk, volk, tegenover de kunstmatige instellingen, zoals staat, overheid, administratie, bureaucratie. Het is niet voldoende dat deze instellingen democratisch gekozen zijn, opdat zij zich mogen aanmeten, voortdurend in de plaats te treden van de mensen en hun leefgemeenschap.
De gemeenschap is de samenleving van de mensen, van de burgers, de burgerlijke maatschappij in de ware zin van het woord. Van zodra de staat zich in de plaats stelt van de gemeenschap is hij niet meer bekwaam de noden van deze laatste te lenigen. De staat die buiten zijn oevers treedt, is een staat die de samenleving verarmt en ontregelt. Dit is de sterke, maar illegale staat.
In deze illegale staat wil de overheid zich met alles en nog wat moeien. Fraude en het stiefmoederlijk optreden ontwikkelen zich ten nadele van het recht en de wettelijkheid. De overheid betuttelt en bemoeit zich zodanig met het leven van de mensen, dat zij het uiteindelijk beu worden.
Egoïsme, het nastreven van het eigenbelang, desnoods ten koste van de medemens, is kenschetsend voor iedere maatschappij die geterroriseerd wordt door een bureaucratische overheid. De open samenleving steunt echter op de individuele vrijheid, op recht, op verantwoordelijkheid, genegenheid, edelmoedigheid en spontane solidariteit, m.a.w. op alles wat de gemeenschap met elkaar verbindt. De illegale staat daarentegen stoelt op bevoogding, afgunst en sociale dwang. Dit is de nieuwe breuklijn.

De nieuwe partij die uit de hergroepering van ons versplinterde politieke krachtenveld geboren wordt, zal integendeel opkomen voor de mensen en de gemeenschap. Een beweging die de mensen opnieuw werkelijk wil vertegenwoordigen. Dit heet: opkomen voor het algemeen belang.
Alleen zo'n beweging kan het alternatief zijn voor de antipolitieke reactie van de mensen. Hun afkeer voor de politieke democratie moet worden omgezet in nieuwe hoop en nieuw vertrouwen. De mensen hebben niets te verwachten van de extremistische en antipolitieke boodschappers.
Wie eerlijk is, weet en zegt het al geruime tijd: wat we nodig hebben is een democratisch georiënteerd en geïnspireerd alternatief dat de mensen opnieuw aan de oppervlakte brengt. Waar het nu om gaat is de negatieve energie om te zetten in een positieve actie door een beweging te vormen van alle mensen die de vrijheid niet vrezen, de verantwoordelijkheid niet schuwen en de solidariteit niet ontlopen. Dit alternatief hoeft geen kleur te hebben: de mensen die het genegen zijn kunnen in soort van samenwerkingsverband een beleidsgeschikt programma samenstellen.

Joris

Geen opmerkingen: