In De Mens, een Prototype schrijft wijlen Jan Vanspauwen: "Voor een ideale relatie prijst men de liefde aan, maar als puntje bij paaltje komt, kan niemand mij een definitie van liefde geven. Zodat ik niet eens kan zeggen, of ik bemind heb of ooit bemind werd”.
Liefde is maar een woord. Dit woord - zoals vele andere grote woorden - is het vergaan zoals de samenvatting van een student: eerst een bladzijde, dan een zin en ten slotte een woord - dat hij vergat! Wij zijn het woord wel niet vergeten, maar dan toch wat het betekent. Wat wordt er zoal liefde genoemd?
Ik meen dat geen enkele vlag ooit meer verschillende ladingen heeft gedekt, maar wie met aandrang naar een bepaling van liefde vraagt, wordt met argwaan bekeken. Zijn liefde en dood niet onze grootste taboes?
Om duidelijk te maken dat het hier om een taboe gaat en ook om het veelomvattende dat liefde is te onderkennen, vond Vanspauwen volgende trappen van vergelijking uit: humeur - humor - amor.
Hij meent dat onze liefde meestal maar humeurigheid is, en dat de zogenaamde grote liefde aan de overkant van de humor ligt, dat ze de humor als noodzakelijk voorspel en bestanddeel heeft. Dit verklaart misschien ook waarom het huwelijk in vele gevallen saai en humorloos is. Verboden te lachen!
Er zijn ongetwijfeld ook uitzonderingen - helaas enkel uitzonderingen -, maar de ware “lovers” bluffen niet op hun liefde. Ze gebruiken dat woord niet graag, misschien uit schroom, of uit vrees ontdekt te worden, begrijp je?
De ware liefde is nederig. Ze snoeft niet! Ze gebruikt geen mooie woorden. Liefdesmirakels zijn zo dun gezaaid dat La Rochefoucauld schreef: "’t Is met de liefde als met de spoken: iedereen spreekt ervan, maar niemand heeft ze gezien".
Als ik bij wijze van spreken zeg: "Ik hou van je", dan heb ik niets nieuws gezegd. Tenzij je dacht dat ik helemaal niet van jou hield. Zie ik er dan zo onverliefd uit? "Ik hou van je" is net zo weinig informatief en net zo verschrikkelijk belangrijk als je handtekening. Liefde is een houding! Vooraleer je echter op de renten van de liefde kunt leven, moet je toch eerst existeren, gezond zijn, je primaire behoeften kunnen bevredigen. (Daarna en pas dán creëer je ruimte voor liefde, voor vrijheid, voor een zinvolle activiteit. Op het derde niveau plaats ik de zelfbevestiging, de roem, sociale inzet (en engagement) of het materieel comfort, lees maar faciliteiten.)
Je vindt dat ik de wisselwerking tussen die leefwaarden over het hoofd zie? Niets is minder waar. Zonder vrijheid en zonder liefde kan b.v. de strijd om beide te verwerven u zo sterk motiveren dat hun afwezigheid beter is dan hun bezit. Wordt liefde niet banaal als je liefde krijgt? Zo is ook de illusie een doel te bereiken beter dan het verlies van een illusie, al bevat dit een deel van het beoogde.
Iedereen verlangt naar liefde. Maar er zijn meer mensen die bemind willen worden den die bereid zijn om lief te hebben. Een duurzame, blijvende liefde - dit is het doel van zoveel mensen. Wat verwachten we van de liefde en wat krijgen we?
We hebben allemaal recht op liefde, maar het is geen kwestie van toeval. Murray Banks schrijft in haar boek How to live with yourself: "Het is een kwestie van beminnenswaard zijn, van liefde verdienen. Liefde is nooit een geschenk, het is een beloning. Ze kan ontwikkeld worden, ze kan gedood worden. Maar ze wordt nooit zo maar gevonden, ze ligt niet zo maar voor het grijpen".
De liefde is natuurlijk van alle tijden. Zij groeit uit wederzijds respect voor elkaars kwaliteiten, in de wederzijdse toegevendheid van elkaars zwakheden, uit wederzijdse hulp en trouw, uit samen delen van vreugde en smart.
Volgens Esther Vilar zijn onze sociale driften (de voortplanting) het biologisch fundament van de liefde, want zij komen het intensiefst en het duurzaamst tot uiting in de affectie voor de sex-partner en voor de eigen kinderen. Deze uitingen noemt zij liefde. "Het doet er niet toe, wie we in gedachten hebben - de sex-partner of degenen die we beschermen - we gebruiken in beide gevallen hetzelfde woord: liefde."
Maar de mens is geen dier, hij doet méér dan zijn driften klakkeloos in actie omzetten: hij kan ze doorzien, bewust maken, hij kan ze beteugelen, ombuigen, zich distantiëren of ze enger of breder toepassen. In één woord: vermenselijken. De verruiming van het verzorgingsinstinct noemen we naastenliefde.
Moederliefde en naastenliefde staan als deugden hoog aangeschreven. Maar denk je ook niet dat vaders evenveel van hun kinderen kunnen houden als moeders. Misschien komen die gevoelens iets later aan bij de vader, maar ze zijn even sterk.
Daarnet schreef ik dat de liefde van alle tijden is. In de middeleeuwen was er ook de andere liefde: de ridderlijke, hoofse liefde die niets te maken had met het huwelijk. Wel integendeel: "Deze ridderlijke liefde ging van verering tot verklaring van hartstochtelijke devotie, eerst deugdzaam door de dame afgewezen, daarna ijverig gezocht..." De affaire liep altijd uit op de voltrekking van hun geheime liefde en een tragisch einde.
Ik haast mij te zeggen dat in het werkelijke leven echtbreuk een misdrijf was en een zonde. Het huwelijk was het hoogste goed. Voor wie?
In zijn reeds geciteerd essay schrijft Jan Vanspauwen: "Voor de vrouw is de liefde alles, zegt men. Maar wat wil men daarmee zeggen, en wat komt daarvan terecht? Bedoelt men daarmee dat zij alle aspecten van het leven met haar liefde doordrenkt? Of dat zij op de geliefde honderd procent beslag legt?”
Voelt de vrouw zich nutteloos, hulpeloos als ze niet bemind wordt? Parasiteert zij dan op de liefde van de man? De vrouw wil bekoren, altijd maar bekoren. Ze zet alles op de kaart van de liefde. De liefde van de man natuurlijk.
Dit is heel anders bij de man, zegt Vanspauwen. Deze heeft nog voor veel andere dingen belangstelling. Zou de vrouw dan misschien jaloers zijn op alles waar de man zich - buiten haar - voor interesseert? Wil zij echt de enig zaligmakende zijn zoals de eerste de beste godsdienst? Dat zou dan de verklaring kunnen zijn voor de monogamie.
"In het rijk van de liefde zijn er maar twee personages: de koningin (the queen can do no wrong!) en de hoveling-charmeur, of ook de maîtresse en de serviteur. De vrije man is daar ongewenst."
Dàt heb ik niet gezegd. Of dacht je van wel? Ik beaam hier dat de charmeur voor de vrouw de mooiprater is, niet de mooie jongen. Mag ik een duit in het zakje doen? Je bent niet licht beroerd? Voor mij is de liefde een ontsnapping, een ontdekkingstocht. Voor jou, lezeres, een binnenvaren? Een eeuwig voor anker gaan? Ben je voor het vertrouwde, het familiaire, het familiale? Ben je voor de routine, met de mode als enige afwisseling?
Je vindt dat de liefde een zin moet hebben Maar als je de liefde aan iets ondergeschikt maakt, als ze dienstbaar moet zijn, dan is ze een middel, geen doel meer.
Hoe zeldzaam de vriendschap ook is, toch weten we ongeveer wat ze is, maar van de ware liefde komen we niets te weten. Ook niet van de vrouw. Of toch?
Hannes Meinkema schrijft in Het binnenste ei: "Idee van liefde: zolang de liefde duurt is de beminde het ideaal onder de mensen - de volmaakte, de meest geliefde. Zolang de liefde duurt. Is zij voorbij, dan heeft men zich vergist - en welke krankzinnige vergissingen maken de mensen dan toch: vergissingen die, op elk ander gebied begaan, reden tot grote schaamte zouden geven over het eigen beoordelingsvermogen. Maar in de liefde mag het - mits het niet te vaak gebeurt: in de liefde is alles toegestaan, want liefde is geluk".
Liefde is een woord dat evenveel definities heeft als er mensen zijn die het definiëren. Dyer zegt hierover in zijn Niet morgen, maar nu: "Misschien is het de bekwaamheid en bereidheid om degenen die je na staan te laten zijn wat ze zelf verkiezen te zijn, zonder erop aan te dringen dat ze jou op één of andere manier moeten behagen". Hoe bereik je dit punt? Dat ligt voor de hand: door van jezelf te houden. Door te voelen dat je belangrijk bent, en waardevol, en mooi. Zelfhaat kan nimmer of nooit gezonder zijn dan eigenliefde. In plaats van jezelf te haten moet je jezelf liefhebben.
Dit is de kern van zowel eigenliefde als liefde gericht op anderen. Want als je goed wordt in het houden van jezelf, ben je plotseling in staat om van anderen te houden.
Misschien denk je dat die oproep voor eigenliefde een soort van gedrag propageert dat veel weg heeft van ziekelijk egoïsme. Niets is minder waar. Eigenliefde heeft niets te maken met overal rondbazuinen hoe geweldig je bent. Eigenliefde betekent dat je van jezelf houdt: het vereist niet de liefde van anderen. De behoefte anderen te overtuigen is er niet.
Eigenliefde is de terechte "liefde tot en gevoeligheid voor de waarde van de eigen persoon of het eigen product". Wees terecht ingenomen met je product, met dit gedicht van je!
Liefde is niet iets constants. ”Geen gloeilamp van 100 watt in plaats van een vlam van wisselende warmte - want de constante dingen zijn altijd kleiner dan jezelf, en je liefde is even groot als je zelf bent. Of klein."
Liefde is kostbaar in deze kunstmatige wereld. Sociale wetten. Sociale diensten. Prima. Maar wat baat het als achter de loketten geen menselijk hart zichtbaar wordt?
Phil Bosmans schrijft in zijn boekje In liefde terecht: "Mensen hebben te lang gemeend dat een nieuwe maatschappij het werk is van ministers en politici, van technocraten en generaals. Het zijn de mensen zelf die elkaar moeten beter maken".
Liefde is niet blind. Liefde wil ook niet zeggen dat je per se verdraagzaam moet zijn. Je moet ook de andere niet bestuderen om te zien of hij wel liefde waard is. Het is een beminnen zonder meer van concrete mensen. Liefde is mensen beminnen, niet de systemen, de partijen, de structuren!
Maar voorwaar ik zeg je: "Bemin jezelf!" Dit is mijn eerste gebod. Want dit is precies wat je moet doen als je gelukkig wilt zijn hier en in het hiernamaals (dat laatste zien we dan wel!).
Thierry Deleu
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten