Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

1 december 2007

Het verhaal van een man die zijn lief verloor en troost zocht bij Bob Dylan

“DRIEMAAL BOB DYLAN
DRIEMAAL AGITATION IN MY MIND”


“Toen je mij de opdracht gaf, mij te bevragen, mij te bezinnen over de muziek en de tekst van Bob Dylan en die gevoelens te visualiseren, was ik vereerd, jawel, maar ook bang dat ik die taak niet tot een goed einde zou kunnen brengen. Ik ben geen muziekrecensent en ook helemaal niet muzikaal begaafd, behalve dat mijn poëzie door de critici dikwijls als muzikaal werd omschreven,” zegde ik aan journalist Luc Demiddele.

Bob Dylan beluisteren is altijd een gebeurtenis. Niet zozeer omdat Dylan vaak zijn visie geeft op “belangrijke politieke gebeurtenissen”, maar veeleer omdat hij een poëet is, een troubadour die zingt over de twee grote thema’s van alle kunst: liefde & dood. Niet zo uitzonderlijk ook de thema’s van mijn poëzie. Voor mij is Dylan niet in de eerste plaats een protestzanger, toch niet in de enge betekenis van dat woord, maar dat imago zal hij wel nooit meer kwijt raken. Hij bereikt iedere keer een staat van volmaaktheid als tekstschrijver. Hij schrijft literatuur.

Ook vandaag blijven de thema’s in zijn werk schuld, boete en verlossing, liefde en lijden, innerlijkheid en onthechting. Zijn stem kraakt aan alle kanten, hij wisselt vaak de gitaar voor de piano wegens rugklachten.
Als liefhebber van Bob Dylan ben ik misschien bevooroordeeld, mijn oordeel is ongetwijfeld subjectief, maar wie kan emotieloos en neutraal luisteren naar zang en teksten van de man? Dylan rulls! Mijn hart warmt op bij het vertrouwde stemgeluid van die man. Met zijn gevoelige gitaarcomposities en het meeslepende ritme maakt hij van elk nummer een parel. Of zou het zijn schorre, nasale schuurpapieren stem zijn waarvoor ik val?”

Het akoestische “Not Dark Yet” b.v. is een lange, maar boeiende notensamenstelling geworden. Ook hier hoor ik de eenvoudige blues- en countryschema’s, begeleid door een uitstekende band. Een tekst die ook na herhaalde beluistering stof tot nadenken geeft. Ondanks zijn rasperige stem een paar keer overslaat, blijft “Not Dark Yet” zoveel urgentie uitstralen.
Tekst, lied, toonkleur geven mij geen kans om te ontsnappen aan je lot, ondanks ik in de verte licht aanschouw en aankomend geluid, ik lucht op en ik wacht af, ik voel mij en passant in een tussenland, de zanger stelt vast, ik onderga en biedt weinig weerstand aan zijn irriterend komen en gaan, opleven en langzaam afgaan, de donkerte valt net nog niet, maak je geen begoochelingen, aanvaard.

In “Ain’t Talkin’” trekt Dylan door de Secret Garden zonder commentaar of zedenpreken: “Ain’t talkin’, just walkin’.” Toch heeft Dylan nog dat felle: hij zou zijn vijanden doden in hun slaap. M.a.w. geen heldendaden. Het geweld zit in onszelf. Bovendien bakken wij er op wereldvlak weinig van. We worden meegesleurd door een helse machine (die we zelf maakten, zoals in “Modern Times” van Chaplin). We denken niet (meer), er wordt voor ons gedacht. We kregen een Mystic Garden cadeau, maar “the flowers are wounded”. Ain’t talkin’ just walkin’, I’ll burn that bridge before you can cross. Beeld van de oorlog in Irak: precisiebommen, oorlogspropaganda, vervreemding. Geen plaats meer voor contemplatie al lijkt dat wel levensnoodzakelijk: “In the heart dwells an evil spirit”. Hij lijkt verloren te rijden met zijn blind paard in een wereld waar geen plaats meer is voor hem en zijn geliefden.
“There ’s no one here, the gardener is gone. Ain’t talkin’, just walkin’ up the road, around the bend. Heart burnin’ still yearnin’ in the last outback at the world’s end”.
Dit is een visionair, apocalyptisch lied.
Ik voel mij gelaten, onverschillig, veeleer stoïcijns, de omgeving heeft geen vat op mij, zijn raspende stem boort monotoon in mijn ijle hoofd, ik krijg het koud, rillerig, ononderbroken giet hij drek over mijn hoofd, ja, dat is het: de wereld om mij heen is vlak, doordringbaar en toch niet transparant, effen, rustig kabbelend water, weinig beweging, een slakkengang, een donkere bedding met traag bewegend water…

Ik bewierook Bob Dylan niet, maar hij imponeert. Hij komt over als een charismatische en intrigerende persoonlijkheid. En weer hoor ik die stem die nog eens een gat in mijn hoofd zal boren. Moeiteloos gaat hij over van folk naar rock ’n roll. Echt gerockt wordt er niet, Dylan zingt veeleer blues, country, folk en voorzichtige swing. “Everything is broken” heeft een warm, wollig geluid en de stem van de zanger is goed te verstaan. Toch is ook hier zijn tekst donker.
Ik geniet van de wijze waarop hij het normale recept van doodsimpele teksten in de popmuziek weet te verheffen tot het onstuimige niveau van een complexe weergave van een actueel levensgevoel (soms als politiek-sociaal commentaar). Hij introduceerde een rijke beeldspraak en een verwoording van een bewustzijnstroom, van gedachten en invallen, soms op absurdistisch-komische wijze. Ook hier, in dit lied, is poli-interpretatie mogelijk.
Opgezweept, mijn pas versnelt, ik loop de duisternis tegemoet, net of ik word opgeboeid door een ineenstortende wereld, ik ga gelukkig heen, ik ga onder, ik geef het op, ik koester zoete troost: het is over voor iedereen.

Thierry Deleu

Geen opmerkingen: