Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

3 september 2012


MULTICULTUUR IN VRAAG


Wij hebben Breivik niet nodig om de multicultuur in vraag te stellen
Het was uiteraard als stunt bedoeld, vanwege de bij ons niet zo bekende Franse essayist Richard Millet (1953): massamoordenaar Anders Breivik tot visionaire profeet bombarderen in de strijd tegen de immigratie en het multiculturalisme. Meteen waren alle schijnwerpers op hem gericht, ook de buitenlandse. Goed voor uitgever Gallimard, ook al kondigden de overige redacteurs van het huis een protestactie aan. 
Maar het is natuurlijk van de pot gerukt: alsof men zeventig mensen moet vermoorden om een maatschappelijk probleem aan te kaarten. En alsof men die wandaad moet ophemelen om het probleem op de intellectuele agenda te krijgen.
In Vlaanderen wordt het proces van het multiculturalisme (de doctrine dat een maatschappij alleen maar “verrijkt” kan worden door het naast elkaar bestaan van alle mogelijke culturen en religies) al zo’n 25 jaar gevoerd. Weliswaar meestal in de marge, en buiten de grote media. Toch is die kritische onderstroom van enorm belang geweest. Wij hebben geen Breivik nodig gehad. Gelukkig maar.

Het spook van de politieke correctheid

Het boek van Wim Van Rooy, “De malaise van de multiculturaliteit” (2008) blijft een referentietekst in dat debat, vooral omdat Van Rooy hier links confronteert met een onmogelijk spagaat: enerzijds de vrijheid van denken propageren, en anderzijds de absolute tegenstander van die vrijheid omarmen. Zie bijvoorbeeld de kwestie van de Mohammed-cartoons, en de preutsheid die aan de dag wordt gelegd om vooral niemand te “choqueren”, - beter bekend als politieke correctheid. Deze paradox blijft links achtervolgen en heeft decennia lang voor veel ruis gezorgd op het debat rond multiculturaliteit, met een absolute onderwaardering voor de pure feiten en statistieken.
Studies over correlatie tussen criminaliteit en allochtonen, over immigratie en het gebrek aan integratie, en over de islam als motor van desintegratie en gettovorming, werden onder de mat geschoven. De demonisering van de Nederlandse sociologe Marion Van San, die de kat wetenschappelijk de bel aan bond, staat ons nog levendig voor. Het spook van de politieke correctheid heeft ervoor gezorgd dat er ook vandaag nog in de media bericht wordt over “jongeren” die een buschauffeur in het ziekenhuis slaan, terwijl het om allochtone jongeren gaat met een moslimachtergrond. Dat is relevante informatie die om verdere duiding vraagt, niet om verdoezeling.
De homofobe agressie, weer vooral van dezelfde allochtone moslimjongeren, heeft hier en daar wel een knipperlicht doen afgaan bij de linkerzijde, maar eindigde weerom in dezelfde verontschuldigende retoriek van de zogenaamde kansarmoede, het herleiden van daders tot slachtoffers, en de fatale zelfbevestigingslogica die daarmee gepaard gaat.

De identitaire discussie

Van de weeromstuit is de kritiek van de multiculturaliteit in Vlaanderen, België en Europa vooral een “rechts” verhaal geweest, dat in onze contreien politiek een plaats kon krijgen met het Vlaams Blok/Belang. Dat heeft ons ongetwijfeld een Breivik bespaard: er moet plaats zijn voor radicalisme in het democratische spectrum, mensen moeten hun ongenoegen kunnen ventileren. Aan een consensusdemocratie hebben we niets. Bizar is echter dat die partij daarvoor in een “cordon sanitaire” werd gestopt, terwijl men vaststelt dat haar uitspraken van 20 jaar geleden nu mainstream zijn geworden en zelfs bij links opgang maken, zie bv. de krantencolumns van Groen-coryfee Luckas Vander Taelen.
Het alternatief voor de multiculturaliteit is niet de monocultuur, maar een leidcultuur die als een ongeschreven grondwet de voorwaarden omschrijft van een goed functionerende communicatiemaatschappij.
Men kan daar lang over bakkeleien, maar het is misschien een teken van een herwonnen consensus rond de Europese waarden die links even over het hoofd had gezien, zoals daar zijn: het onvoorwaardelijk recht op free speech, de scheiding van kerk en staat, gelijkberechtiging van man en vrouw, en dies meer. Het protest, van links tot rechts, tegen homofobe agressie, onverdoofd slachten, genitale verminking en duiveluitdrijvingen, stelt het middeleeuwse denkkader van een ideologie als de islam in vraag, maar plaatst ook het zoeklicht op wat onze samenleving wezenlijk modern maakt. Waarom willen we dit niet? Wat willen we dan wel? Waar liggen de niet te overschrijden grenzen?
Meteen zijn we in de identitaire discussie beland, en daar kunnen we de slogans en de welles-nietes-spelletjes overstijgen. De vraag naar de fundamenten van ons Europees democratisch model, onze cultuurruimte en de rechtstaat, gaat over duurzame waarden en emoties. Met als ijkpunt de Verlichtingstraditie.
Het alternatief voor de multiculturaliteit is niet de monocultuur, maar een leidcultuur die als een ongeschreven grondwet de voorwaarden omschrijft van een goed functionerende communicatiemaatschappij. Dat is bij uitstek een gedachte die tot de Verlichtingsfilosofie behoort, in haar authentieke, 18de -eeuwse vorm. De geschriften van Rousseau en Voltaire pleiten niet voor neutraliteit en relativistische Gleichgultigkeit, maar integendeel voor een richtinggevend engagement en een cultureel zelfbewustzijn.
Beiden zijn dus identitaire denkers: ze gaan uit van een historisch verworven, libertaire geesteshouding die ook resoluut neen kan zeggen tegen totalitaire excessen.
Daarom zijn sharia-rechtbanken fatale paarden van Troje: ze breken de universele leken- en rechtsstaat, met regels voor iedereen, op tot een lappendeken van culturele, religieuze (en op het einde zelfs institutionele) getto’s, waarvan de sterkste en meest gewelddadige allicht de toon zal zetten. Deze balkanisering betekent de facto het einde van de pluralistische leidcultuur die via de Griekse filosofen, het christendom, het humanisme en de Franse revolutie tot ons kwam.
Vanuit dezelfde Verlichtingsfilosofie is het een fout signaal om het Suikerfeest tot nationale feestdag te promoveren. Het gaat in tegen de secularisering en ontzuiling waar onze samenleving nog volop mee bezig is. En het druist regelrecht in tegen een grondstroom, in Vlaanderen en elders, die verlangt naar gedeelde zingeving en identitaire weefselversterking.

Lessen filosofie

Na de grote golf van eensgezindheid, volgend op de Utøya-tragedie, is er nu ook in Noorwegen toch een debat op gang gekomen over het verstikkende klimaat van politieke correctheid waarin iemand als Breivik een uitlaatklep zocht. Misschien moeten de hedendaagse politici, bezeten als ze zijn door de wil om te behagen, en verlamd als ze zijn door de schrik om buiten de pensée unique te vallen, eens terug hun klassieken gaan lezen. Het failliet van de multiculturele doctrine (die nu weer in een spookgedaante van de “interculturaliteit” herrijst) is het gevolg van een slechte, gebrekkige lectuur van de boeken die de moderniteit gestalte hebben gegeven.
We hebben zo’n rijk geestelijk erfgoed, maar men schaamt er zich haast om. We zijn slordig omgesprongen met de erfenis van Rousseau en Voltaire, en moeten de draad terug opnemen, voor hij helemaal zoek raakt. Alleen een radicale terugkeer naar de wortels van de moderniteit kan ons redden, noem het een progressief conservatisme of een conservatief progressisme.
Het uitbreken uit de politieke correctheid is de beste remedie tegen het fundamentalisme. Alleen zo kunnen we een dialectische samenleving, gekenmerkt door het permanente debat en de intellectuele polariteit, vrijwaren.
In die zin is het voorstel om filosofie als verplicht vak in het onderwijs te introduceren, en de religieuze vakken naar de facultatieve vrijetijdssfeer af te voeren, nog niet zo gek. De zoektocht naar de waarden die ons binden, én de opvoeding tot debat en conflictdenken, zonder dat iemands handen worden afgehakt, vormen de essentie van de pedagogie. De uit Saudi-Arabië geïmporteerde islamleraars mogen dan stilletjes aan hun koffers pakken.
Anderzijds zal ook het (voor de volle 100% door de gemeenschap gesubsidieerde) “vrij onderwijs” plaats moeten inruimen voor een volwaardig vak ethische vorming, gestoeld op dezelfde Europese leidcultuur.
In die open polemische ruimte zal blijken dat wij figuren als Socrates, Kant, Voltaire en Nietzsche moeten koesteren als onvervangbare inspiratiebron van het Westerse kritische denken, waar in geen enkele andere cultuur ook maar een schim aan herinnert.


Johan Sanctorum

Geen opmerkingen: