Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

20 augustus 2012

Gastdichter Katelijn Vijncke




Katelijn Vijncke (www.katelijnvijncke.tk ).

Al zeven bundels in eigen beheer uitgegeven door Gigaboek in Nederland. Kwetsbare poëzie.
Ondanks haar lichamelijke handicap en spraakstoornis staat zij erop uit eigen werk voor te dragen. Dit gebeurt met een overheadprojector of een beamer en laptop zodat het publiek de tekst kan volgen.
Zij stelt geregeld werk tentoon in Powerpoint, voorzien van eigen gecreëerde  illustraties en zelf geschreven gedichten.
Haar poëzie is te verkrijgen in het Poëziecentrum Gent, bij Gigaboek Amsterdam en bij Writehistory.  



bruisen

het hoofd is vrij
en hoog springende
voeten in telgang
zijn een voorgift.
een rode paradijsvogel
komt in stijl aangestoven
naar de rots, zijn echo
in cadans.
tussen bomen en plannen
smeedt hij kleuren
om zijn strakke mond,
zijn blik onafgewend.
gepeins in gras
een gele vlek glimlacht
warme flarden die telkens
in rafels uitvliegen.


moeder in het leven gegrift

als het winter wordt is je haar wit.
je schildert woorden in de sneeuw
te dicht bijeen zodat ze vervagen.
je maakt hen spiegelglad en afgerond
het licht klaart je steeds met pit
ik zie telkens een jonge geeuw
die de tijd heeft opgedeeld in lagen
zodat hij rustig blijft liggen, terstond.


de ochtend

het licht is
hoorbaar in de zon
in de cadans van lege kratten,
een vroege vogel sleept ze
moeizaam over de kasseien.

ontwakend in dat ritme
onder de huif van verse koffiegeur
hapt mijn geest adem als een vis
en borduurt met fijn water
een web over gisteren .

later ontvouw ik je en lees
van je papieren lippen
hoe erg je mij mist.


Kijkduinse aantrekkingskracht

de liefde huist met open deur,
blijft een sprankje in de verte
voor wie haar nader wenkt.
ze schuift het raam open naar zee,
flirt met ranke zeilschepen,
ontknoopt verleidelijk haar bikini.
boten turen gretig naar de wal,
glinsteren tergend traag voorbij,
verzonken in het verre vandaag.


koorddans

zwevend in de lucht
aan een lint
hoog in het blauw
naast een vrouw
wijst ze een weg
witte schoenen
schommelen sober
vinnige tenen na
ze wiegen mijn aarde
de hemel in
zonder maar één wolk


ik zou willen

dat je krimpt
op mijn vinger,
zo veilig
zou je liggen
als een pluim
die zinnen welt
langs de rietkraag
bij de kreek
mijn hand knijpt
ze fijn tot pluizen
die haperen
in je stem
letters, vogels nu
scheren in kronkels
doorheen krampen
naar groter zijn.


Mijn Marraine

Ze mijmert terug in tijd,
vouwt haar handen in vandaag.
Ik zoen haar om gisteren,
droeve tranen schrijven nu.
Deugniet was ik en wit,
aan een zijden draad
begon ik toch mijn web
te spannen in haar leven.
Zie de lucht zweven,
verdriet kan er zacht ademen
nu het verleden ontdooit
in een glimlach.


vederkleed

na ons afscheid
ben ik als een vederwolk.
ik knuffel er
dik dons van.
als je weer komt
vlei ik mij rond je.


Wankel evenwicht

Er is een fijne draad die ‘t mij vertelt.
Onzichtbaar als mijn tweede ik.
Zo kwetsbaar als het beeld
dat zich soms iets te ver uitstrekt
op een dobbelstenen sokkeltje.
Met hoeveel ogen
mag ik het vandaag stellen?
Hoe weinig ik ook gooi,
de eenzaamheid uit de dag te rukken,
wat kleine kiemen water te geven.
Al ligt mijn dag gestrand.
Het is heerlijk schelpen te rapen
uit mijn mooiste dromen
en ze te koesteren voor jou.


Mijn dag

Picasso ligt op mijn schoot bij het begin
van het kubisme. Hij doet mij ontleden
wat de dag bracht. Nuchter, ontfloerst.
Trappist op de tafel met gedachten
en rietje erin. Vandaag lag zonnig
open als een bezoekdag bij vrienden
die niet thuis waren. Niet erg. Ik wou
buiten, alleen maar even buiten op
bezoek. Schrijven is een collage,
net als vandaag en morgen. Op de
terugweg kwam ik warme vrienden
tegen in een echte auto. Heel even.

En nu nog Picasso. God, mijn dag
kan niet meer stuk, voor stukje
voor stukje. En toch één dag,
één boek over tijd en kubisme.


Katelijn Vijncke

Geen opmerkingen: