Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

20 mei 2012


Fernand Laforce en Hervé J Casier


THIERRY DELEU  over  FERNAND FLORIZOONE

Thierry Deleu publiceerde Een gelukkig, gedroomd Arcadia, een “Essay over de poëzie van Fernand Florizoone”. We lezen 200 bladzijden tekst, aangevuld met een reeks gedichten, zodat het boek 232 bladzijden telt.

Het eerste gesprek tussen Deleu en de dichter had plaats op 1 december 2008 op het gemeentehuis van Koksijde, ter gelegenheid van de voorstelling van het eerste jaarboek van “De 50 Meester-dichters”.
Deleu moet het werk van Florizoone grondig bestudeerd hebben en er goed over nagedacht in welke vorm hij zijn leeservaring zou neerschrijven. Het geheel zit structureel knap in elkaar en de keuze van de fragmenten, ter staving van wat hij beweert, is altijd raak.
Het boek is opgebouwd uit 23 korte hoofdstukken, met een kort voor- en nawoord.

Het essay begint met een schets van de Vlaamse poëzie na de Tweede Wereldoorlog. De Vijftigers, de experimentelen, de Pink Poets en postmoderne poëzie komen aan de beurt, maar Florizoone gaat zijn eigen weg, zoals het een authentiek dichter betaamt: “toegankelijk voor ieder, geen hermetische wereld, geen postmoderne drempel” (p.10).
Daarna schetst Deleu hoe hij de poëzie ervaart, met een beknopte levensschets over de dichter.

Aan de hand van de bundels Liefde heeft een zachte huid (2008), Het dorp van mijn vader (2010) en Zee van naamloosheid (1991) legt hij in grote lijnen vast hoe de poëtica van Florizoone eruit ziet en inhoudelijk verankerd zit in zijn landschap, de zee en zijn persoonlijke leefwereld. Daarna volgt de bespreking van de opeenvolgende bundels vanaf het debuut In de branding (1955) tot Rituelen van Kwetsbaarheid (2000). Dan volgen nog 3 hoofdstukjes. In hoofdstuk 22 stelt Deleu de vraag: “Is Fernand Florizoone een religieuze dichter?”

Ik noteer enkele citaten uit het boek om het werk van Florizoone te omschrijven.
“Hij zoekt geen zwaarwichtige, veeleer lichtvoetige woorden die door veerkracht emotie uitwasemen en uitdragen.” (p. 53)
“De stijl van Fernand Florizoone is nooit slordig. Er is nooit kans op irritatie. Zijn beelden zijn nooit gekunsteld. Hij creëert geen nieuwe wereld. Hij vernieuwt hemel en aarde, zee en land.” (p. 64)
“In dit voorzichtig spreken, het aantoetsen van wat leeft en beweegt, hoor je zijn mildheid, lees je zijn zuiver en mooi gestileerd taalgebruik.” (p. 139)

Thierry Deleu schreef met Een gelukkig, gedroomd Arcadia een structureel sterk geheel dat raak en afgelijnd op objectieve manier de kwaliteiten van de gedichten beschrijft. De af en toe persoonlijke toets en de helderheid waarmee Deleu schrijft, zorgen ervoor dat het boek zeer leesbaar blijft. Iedereen die belangstelling heeft voor deze grote dichter, kan best Deleus boek eens grondig lezen.
(Razor’s Edge Editions, 2012)

Hervé J. Casier

16 € op BE42 0000 9002 1454 van Thierry Deleu, 8670 Oostduinkerke

Geen opmerkingen: