Amateurdichters in De
Morgen
Om te beginnen proficiat met de literatuurkatern van
woensdag: eindelijk worden er drie gedichten integraal afgedrukt zodat ik kan
zien hoe goed mijn dorpsgenote Hilde van Cauteren
schrijft.
Wat me echter mateloos stoort, is de begeleidende tekst
over de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd: "Voor het
eerst mochten ook Vlaamse amateurdichters meedoen."
Wat zijn in de kunsten amateurs en wat zijn
professionelen? Hangt dit uitsluitend af van een officiële erkenning? Wat zou je
in dat geval moeten zeggen van Vincent van Gogh die tijdens zijn hele leven
slechts een enkel klein schilderijtje verkocht, of van Paul van Ostaijen die één keer een subsidie kreeg?
Je kan de vergelijking maken
met de Canvascollectie die ook voor "amateurs" is bedoeld. Tijdens interviews
stel je dan vast dat velen onder deze kunstenaars gepassioneerd met hun vak bezig zijn.
Dit lijkt me de kern van de zaak: een echte kunstenaar
is dagelijks met zijn vak bezig, hij doet het met passie en gedrevenheid en met
bekwaamheid. Of die bekwaamheid een officiële erkenning krijgt, doet niet ter zake. Het mogen toch niet alleen de kunstpausen,
museumdirecteurs en uitgevers zijn die bepalen of iets al dan niet kunst
is?
Men zou kunnen tegenwerpen dat een professionele dichter
ervoor gekozen heeft om van zijn pen te leven. Maar in werkelijkheid bestaat er
in ons taalgebied zo niemand: van poëzie kan je in Vlaanderen en Nederland niet
leven. Of je moet zwaar gesubsidieerd worden, zoals Leonard Nolens en dan nog: ook Nolens moet
er allerlei "schnabbeltjes" bij nemen, zoals vertaalwerk.
Mijn conclusie is: laten we met een open geest kijken
naar het gepresenteerde werk, zonder enige vooringenomenheid en zonder eerst te
kijken of dit werk wel een "imprimatur" heeft gekregen van officiële
instanties.
Laten we bereid zijn om ons te laten verrassen door de
kwaliteit. Dat is uiteindelijk de enige norm: verstaat deze kunstenaar zijn of
haar vak, of niet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten