Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

25 januari 2012


Amateurdichters in De Morgen

Om te beginnen proficiat met de literatuurkatern van woensdag: eindelijk worden er drie gedichten integraal afgedrukt zodat ik kan zien hoe goed mijn dorpsgenote Hilde van Cauteren schrijft.
Wat me echter mateloos stoort, is de begeleidende tekst over de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd: "Voor het eerst mochten ook Vlaamse amateurdichters meedoen."
Wat zijn in de kunsten amateurs en wat zijn professionelen? Hangt dit uitsluitend af van een officiële erkenning? Wat zou je in dat geval moeten zeggen van Vincent van Gogh die tijdens zijn hele leven slechts een enkel klein schilderijtje verkocht, of van Paul van Ostaijen die één keer een subsidie kreeg?
Je kan de vergelijking maken met de Canvascollectie die ook voor "amateurs" is bedoeld. Tijdens interviews stel je dan vast dat velen onder deze kunstenaars gepassioneerd met hun vak bezig zijn.
Dit lijkt me de kern van de zaak: een echte kunstenaar is dagelijks met zijn vak bezig, hij doet het met passie en gedrevenheid en met bekwaamheid. Of die bekwaamheid een officiële erkenning krijgt, doet niet ter zake. Het mogen toch niet alleen de kunstpausen, museumdirecteurs en uitgevers zijn die bepalen of iets al dan niet kunst is?
Men zou kunnen tegenwerpen dat een professionele dichter ervoor gekozen heeft om van zijn pen te leven. Maar in werkelijkheid bestaat er in ons taalgebied zo niemand: van poëzie kan je in Vlaanderen en Nederland niet leven. Of je moet zwaar gesubsidieerd worden, zoals Leonard Nolens en dan nog: ook Nolens moet er allerlei "schnabbeltjes" bij nemen, zoals vertaalwerk.
Mijn conclusie is: laten we met een open geest kijken naar het gepresenteerde werk, zonder enige vooringenomenheid en zonder eerst te kijken of dit werk wel een "imprimatur" heeft gekregen van officiële instanties.
Laten we bereid zijn om ons te laten verrassen door de kwaliteit. Dat is uiteindelijk de enige norm: verstaat deze kunstenaar zijn of haar vak, of niet?

Staf De Wilde

Geen opmerkingen: