we gaven het teken, niet
vergeefs
de winter nadert in hozen,
bomen gooien hun takken
en bladeren als bewijzen
ten laste van zich af
wie bekent al huiverend
zijn verslaving aan onttakelen
na de milde seizoenen die
voeren
gepavoiseerd als galjoenen
wie heeft de winderige kaden
lief,
hun algen, de naaktheid van
kabels,
de gestalten der kranen die
oprijzen
als kaal geplukte reigers
de vrede is een reiziger
die komt schuilen voor de bui
we roken pijp, luisteren samen
naar de waanzinnige danseres
die haar stiletto’s beproeft
op de daken van silo’s en
woning
we gaven een teken
en het signaal is begrepen
een hooswind trekt over:
geen winter zo sinister
of je kan erin verpozen
met een zwijgende vrede aan
tafel,
een oude matroos die de trossen
heeft gegooid over de bolders
op de kade: seizoenen varen
naar hun vertrouwde haven
zij gaven het teken, schoten
een vuurpijl in de nacht
we hoorden hem sissend doven
de reiziger is aangekomen
we hebben niet vergeefs op hem
gewacht
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten