INGEKORT REFERAAT OP 2de ONTMOETINGSDAG VAN
DE 50 MEESTER-DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
in de raadzaal van het
gemeentehuis Koksijde, woensdag 7 december
Mijnheer de burgemeester,
Dames en Heren,
Beste vrienden,
…
Is er een malaise in de
literaire wereld? Een moeilijk te beantwoorden vraag. Het antwoord hangt af van
wie je bent, wat je wilt en wat jouw plaats is in het geheel.
Ik bedoel: schrijf je
kookboeken of reisverhalen? Dan is er geen malaise. Juist!
Indien er een malaise is, -
en ik vermoed het sterk, - durf ik nogmaals stellen dat vooral de
overheid verantwoordelijk is.
Niet het distributiesysteem
in se stel ik in vraag, maar wel de afwezigheid in deze rotatie van debutanten
en auteurs die geen “gevestigde” uitgeverij vinden of die niet bij een
“commerciële” uitgever wensen te publiceren. Dit vast te stellen is
discriminerend.
Uitgevers voelen zich
bedreigd door de overschotten, door de terugval van het aantal lezers (hun
klanten), door de concurrentie op het Internet en vragen een verhoging van de
overheidssteun. Indien hun analyse de juiste zou zijn, dan is hun diagnose
zeker fout.
Ik bied een oplossing aan,
met name: het “Plan Boek”. Het “Plan Boek” vertrekt vanuit drie prioriteiten.
Primo: een collegiale en
transparante procedure tot aankoop van boeken, en/of subsidiëring van de
auteur, secundo: een overheidscommissie die de ingestuurde boeken beoordeelt en
afhankelijk van dit oordeel een aantal boeken aankoopt en/of de auteur
bijkomende steun verleent, tertio: de creatie van een label van “Onafhankelijke
Auteurs” (dit kunnen debutanten zijn, maar zeker degenen die in eigen beheer,
in welke vorm ook, uitgeven).
Deze drie prioriteiten
kunnen enkel efficiënt werken mits het aanwenden van drie werktuigen.
Eén: de samenwerking (juister:
de inspanningsverplichting)) tussen overheid, uitgevers, auteurs en
bibliotheken.
Twéé: de coöptatie van
auteurs in alle overheidscommissies die (ook) boekenbevoegdheid hebben; alle
auteurs betekent hier: gekazerneerde én dakloze auteurs.
Drie: een
overheidsdistributiesysteem voor de uitvoering van prioriteit twee.
Het resultaat van “Plan
Boek” moet leiden tot een aangenaam retrogevoel: de jaren ’70, toen boeken
werden aangekocht van de meeste auteurs en verdeeld over scholen en
bibliotheken.
Wat is de positie van de
uitgever in dit voorstel? Nergens. Logisch toch! De uitgever hoort thuis bij de
commerciële ondernemers. Overheidssteun aan bedrijven hoort niet thuis in dit
pleidooi voor gelijkwaardigheid.
Daarom stel ik meteen ook
voor om een nieuw decreet te schrijven ter vervanging van het decreet van 30
maart 1999 houdende de oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren.
In dit nieuw decreet moet de
rol van elke overheidscommissie, die boeken onder haar bevoegdheid heeft,
worden beschreven waarbij de auteur op de eerste plaats komt.
Ik besef dat criteria
aanleggen waarmee de aankoop van boeken en de steun aan de auteur worden
gemeten heel moeilijk is. Geen enkel meetinstrument kan honderd percent
objectiviteit of beoordelingscorrectheid garanderen.
Daarom opteer ik om de lat
niet te hoog te leggen en de marge breed te houden.
Een officiële recensiedienst
zou in het leven moeten worden geroepen die korte recensieberichtjes doorstuurt
en/of doormailt naar alle bibliotheken.
Die werkwijze werd tot voor
enkele jaren toegepast in Nederland.
Deze dienst zou ook kunnen
zorgen voor de informatie naar de boekhandel die daardoor niet alleen wordt
gestuurd vanuit de uitgeverijen, maar ook geïnformeerd wordt over de
publicaties die het label “Onafhankelijke Auteurs” dragen.
Ik besef dat er nooit
zekerheid zal bestaan over het onthaal van een boek bij de lezer. Dat is ook
afhankelijk van de stijl, de impact van het onderwerp op de lezer, van de
publiciteit, van de kritiek, de vakpers.
De dominantie van de
“gevestigde” uitgeverijen wordt met het nieuwe decreet en het “Plan Boek” in de
kiem gesmoord.
De overheid moet niet de
uitgever financieel helpen, maar de individuele auteur.
Bovendien is de prijs van de
boeken geen zaak van de overheid. Dat is de taak van de commerciële uitgever.
Hij bepaalt de prijs en zodoende ook de winst. In slechte tijden, wanneer zijn
winst vermindert of niet meer vergroot, moet hij zich bezinnen over zijn
winstmarge, de productiekosten, distributiekosten, het aantal titels. Hij moet
overleg plegen met de boekhandel, zijn rechtstreekse afnemer.
Indien hij minder winst
maakt, moet hij dit verlies niet verhalen op de subsidiërende overheid. De
uitgever drijft handel in ideeën en het brengt hem winst op. Ook hij moet een
strategie ontwikkelen om zijn producten aan de man te brengen. Dit is een puur
economische realiteit.
De bibliothecaris is niet
langer (ongewild) de handlanger van de uitgever en de boekhandel, maar hij
treedt, in overleg met de gemeentelijke overheid, ongebonden op. Dat kan hij
door beide kanalen van informatie te raadplegen, die van de uitgever en die van
de overheid.
De uitgever biedt zijn
boeken aan via publiciteit, de overheid stuurt via haar recensiedienst info
naar de openbare bibliotheken.
Ik wil een oproep doen tot
de media om meer aandacht te besteden aan het boek, aan de auteur, aan de
literatuur in het algemeen. Deze fel verminderde interesse is bovendien mede
oorzaak van de malaise in onze literaire wereld.
Ik behoor tot de generatie die als jonge auteur 1968 heeft beleefd en hoopvol gestemd was om de verbeelding de macht te gunnen die haar toekwam.
Na ’68 vond de gevestigde
macht echter het prefix neo uit. Dat betekende dat in de boekenwereld de
uitgever zijn macht behield, maar nu met groeiende overheidssteun. En bizarre
interpretatie van “sociale markt”.
“De 50 Meester-dichters van
de Lage Landen bij de zee” is een Nederlands-Vlaams dichtersgenootschap dat
onder andere om die reden en vanuit deze bezorgdheid in het leven werd
geroepen.
Een “Meester-dichter” is
iemand die uit bescheidenheid het woord nooit zelf in de mond neemt. Hij of zij
beschouwt zichzelf veeleer als de “allerbeste tweederangsdichter”.
Het initiatief is een
pleidooi voor tweederangsdichters, niet omdat zij geen mooie poëzie schrijven,
wel omdat ze te weinig aandacht krijgen.
…
Thierry Deleu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten