AAN DE SOMME
Een
driedaagse uitstap met Ida en Fernand Florizoone
Les Tourelles
Les Tourelles au Crotoy
in die spitshoge ogen
van jou lees ik het
verhaal
van nat zand kralen
kreken
afwezigheid van zee en
glijdende schepen,
tastbaar
de uitgezette lijnen
aan de overkant, op de
toon
van meeuwen verdwaalde
Jantjes
van Gent murmurerende
wezens vaar ik de Somme
uit,
de stilte breken is hier
meeuwenwerk, de zon ligt
opgespannen op het strand,
door de mazen van het net
ontsnappen zegekreetjes.
Chemin de fer
Un sifflement a whistle
ein Pfiff
in een schuit met
stoomfluit rijden wij
80 jaar in tijd terug
tussen
Le Crotoy en Saint-Valéry
langs met wilgen
begroeide
waterkant door velden
rietland
drassig groen gras zacht
en zoutgekroond
wit vee zwarte schapen
paardjes
van goud slank als
anglo-araben,
snuiven de geur van
verbrande
steenkool bezwete blote
lijven
zwarte mannen verleden
tijd.
Les Tourelles (2)
Les Tourelles in Le Crotoy dernière
arrêt met meeuwen
besneeuwd zeezicht
eb en vloed grote kleine
wijzer
zachte invasie van
vergrijzing,
geverfde oude mensjes
trekken
zich op aan je viriliteit
hun blik gericht op
oneindigheid,
op witte zeilen van
verbeelding
dansend op een slappe
koord tussen
je twee torenspitsen
ademloos
opsouperend de laatste loodjes
richting dood,
herinnering aan
witte zwanen halsreikend
over
traag water door wind
gerimpeld
uitdovende lichaamswarmte
Les Tourelles hemels
eindstation.
In het spoor van meeuwen
Zon nat beregend piept
door
wolkjes wit, ik lees het
verhaal
van vier ontheemde
kinderen
onthecht van dagelijkse
sleur
en woorden die wind
verplaatsen,
de Somme spaart haar
water
in grillige greppels die
ringelorend dromen wekken
van onbetreden paden,
ik loop over grijze
daken,
tel de afstand in
schaliën
volg spoor van krijsende
meeuwen.
Bosduiven
Het klaaglied van
bosduiven
kortwiekt de ijle lucht
hun aanhoudend gekoer
domineert de
zangstemmetjes
van onstuimige vogels.
Ik durf dit muziekstuk
niet onderbreken blijf
stil luisteren aan het
raam.
Wanneer een auto de weg
oprijdt houdt de mystiek
op,
het daagse leven hervat
al lang niet meer in
hevigheid.
De kerkhaan
De ramen op de hemel
kleuren lichtblauw wit
getoefd,
een meeuw gekscheert over
de daken geeft geen kik
geen
jank om verlopen regen.
De wind blaast groen in
het oor van
de bomen, zwalmen hangen
lang in vochtige lucht.
Ik merk in hetzelfde
spoor
bosduiven mussen vinken
hoog op de hoogste wolk
kraait
oorverdovend stil de
kerkhaan.
Cayeux-en-Somme
Knokige keien ronde keien
plaveien de weg naar
eeuwigheid,
de zee bevrijdt zich
landinwaarts
van overvloed aan stenen
en
resten aangespoeld
verleden,
de mens plant
strandcabines lintwaarts
op opgespoten zand en
vlonder,
als de zon zich opwarmt
naaktheid
preuts gewaad van jonge
jongens
rijpe meisjes kijk ik de
ogen
uit naar zoveel
schoonheid een schootsvel
groot een wereld klein.
Thierry Deleu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten