NIETS IS WAT HET LIJKT (recensie)
Thierry Deleu – roman – uitgeverij
Boekscout.nl Soest – 2010 – ISBN 978-90-8834-758-0, ill. Cover Mia Goovaerts,
cover Peter Deleu.
Niets
is wat het lijkt, is de zevende roman
die Thierry Deleu in een korte tijdspanne tot een goed einde brengt. Een
verhaal van drie mensen verenigd in één archetype Riet, dat zowel de vrouw, de
non als de hoer herbergt.
Soms bevreemdend, soms verwarrend, soms
intrigerend, zo kun je deze psychologische roman wel noemen. Boeiend vanaf de
eerste bladzijde tot de laatste, ook al geeft de auteur soms teveel prijs, soms
te weinig, maar misschien heeft hij juist bewust voor deze stijl gekozen om de
intrigerende en mysterieuze sfeer in het boek daardoor aan te scherpen. De
verschillende hoofdstukken worden voorafgegaan door korte, poëtische teksten
die de lading van wat volgt, dekken.
Dirk, één van de hoofdpersonages, is
geobsedeerd door zijn eerste lief, Riet, die hij op een eerder naïeve wat
stuntelige manier probeert te benaderen op het schoolbal. Riet ontglipt
hem. Hoe kan het ook anders: zij is een
vlinder van het zuiverste soort, fladderend van jongen naar jongen, van man
naar man, een ontluikende vrouw die naar zichzelf op zoek is.
De eerste verliefdheid wordt knap en
raak beschreven: vlinders in de buik, onschuldige liefde die iets mooi en zoets
achterlaat.
Maar de onschuld verdwijnt, zoals
meestal bij het opgroeien. Riets ongewone nieuwsgierigheid naar het leven
verhindert haar greep te krijgen op stabiliteit en rust, of zit een jeugdtrauma
hier voor iets tussen, waarbij de auteur verwijst naar incest tussen de vader
en de elfjarige Riet. Dirk komt het te
weten van Ina, de zus. Misbruik is van alle tijden, in de toenmalige tijdsgeest
werd er over gezwegen omdat er een groot taboe rondhing.
In de huidige moraliteitsgeest wordt het
in geuren en kleuren en zonder verhullende franjes verteld, maar hoe de zegging
ervan ook gebeurt, het blijft een nooit weg te werken misdrijf dat bij
ontelbare mensen een blijvend trauma heeft veroorzaakt, en nog steeds
veroorzaakt. De dialogen op blz. 34 e.v. hieromtrent konden mij niet ontdoen
van het storende element dat de auteur juist hier dieper had moeten beschrijven,
uitdiepen, veroordelen ook. Het eerder ‘zomaar’
en bijna ‘en passant’ vertellen dat beide meisjes (ook de zus) door de
vader werden misbruikt, zadelde mij met een dubbel gevoel op, alsof misbruik
iets alledaags, gewoon en aanvaardbaar is geworden (of ‘was’ om in de
toenmalige tijdsgeest te blijven).
Temeer omdat de moeder ervan op de hoogte was, maar zweeg uit angst. De
gehele dialoog over dit vreselijke gebeuren kon mijn ontgoocheling niet
temperen. Maar dat is dan ook een persoonlijke mening en doet in se geen
afbreuk aan het verhaal omdat dit ontstaan is uit fictie. Toch moet men denk ik
voorzichtig te werk gaan als dergelijke delicate onderwerpen in een verhaal ter
sprake komen.
Vervolgens verplaatst de auteur zich in
de non. Maar ook dit personage biedt geen redding voor de immer zwervende destructieve Riet. En laten we besluiten: ook
de hoer niet. Het is tenslotte de auteur, die op schouderhoogte toekijkend (de
duif op de cover) de raadselachtige Riet ontmantelt. Maar is dat wel zo want
tenslotte is niets wat het lijkt?
De stijl is duidelijk, goed leesbaar met
niet teveel moeilijke omzwervingen of lange psychoanalytische tirades of
uitleggingen, gestructureerd en in een klare onomwonden taal. De cover, een
ontwerp van Peter Deleu, met een schilderij van Mia Goovaerts, toont een engelachtig wezen dat dromerig en ietwat
afwezig in het ijle staart. Mooi en in harmonie met elkaar en met het verhaal.
In het boek is een constante spanning
aanwezig.
Enkele minpuntjes in het boek zijn voor
mij het soms wat dialectisch taalgebruik, zoals: ‘Het boeit mij op dat de rebelse Riet (…); ‘Behalve dat ik zat kom,
gebeurt er niets dat mij ontroert’; ’een groep Hollanders stormen het terras
op’. Hier slaat het werkwoord op een groep en niet op de Hollanders
afzonderlijk.
Een degelijke en kritische eindredactie
is van essentieel belang voor het afleveren van een perfect literair werk en
daar werd mijns inziens in dit boek niet genoeg aandacht aan besteed.
Niettegenstaande dit heb ik ‘niet is wat
het lijkt’ in één ruk uitgelezen en heeft het verhaal mij geboeid van begin
tot einde.
Patricia De
Landtsheer
2 opmerkingen:
stemt overeen met mijn leeservaring
staf de wilde
Een kortroman biedt minder ruimte om dieper te graven en bovendien schreef ik het verhaal niet 'voor een goed doel'. Hiervoor zijn er (ook) andere middelen. Wat niet wil zeggen dat ik incestueuze handelingen niet afkeur!
Een reactie posten