HET MOOISTE BOEK
OM VELERLEI REDENEN
door Thierry Deleu
Een mooier boek dan kus me nog eens wakker van auteur Gerrit
Molenaar en fotograaf Bert Verhoeff kreeg ik het laatste decennium niet meer in
mijn bus. Een juweeltje om te koesteren, zowel naar verpakking als naar inhoud.
Uitgeverij de Brouwerij Maassluis verdient de Prijs voor het Mooiste Boek:
sterke grafische vormgeving, grote toegankelijkheid, grote communicatie over en
weer tussen alle spelers: de makers, de schrijver, de fotograaf, de
dementerende hoofdpersonages, de uitgever en de lezers. Innovatief voor wat
design betreft, aanleunend tegen de sterke traditie van ‘het boek’.
Als
uiterlijk vertoon geen rol meer speelt en je niet meer beheerst wordt door je
gedachten, als het begrip tijd niet meer bestaat, wat gebeurt er dan met je?
Wat blijft er precies van je over als je lichaam afbrokkelt en je brein
helemaal in de war is? Dat is de
probleemstelling in het boek. De auteurs hebben ervaren dat er meer
werkelijkheden zijn dan alleen maar die van ons. Door dit boek bieden zij de
lezer ruimte om tot contact te komen met demente mensen. Zij nodigen ons uit om
samen met hen een intiem kijkje te nemen in het leven van negen mensen die te
kampen hebben met dementie.
Rozen kunnen bloeien uit
vuilnishopen. Maar er is ook veel pijn, er is verdriet, onbegrip, wanhoop,
angst voor het onbekende. Het is tegelijkertijd verschrikkelijk en mooi. Voor
de makers van dit boek (de auteurs en de uitgever) is het project een zoektocht
naar de kern van het bestaan, naar de sleutel tot geluk. Wat doet dementie met
ons?
Het thema ‘dementie’ komt
vaak voor in kunst. Er zijn al zoveel boeken hierover geschreven dat ik dacht
dat het boek van Uitgeverij de Brouwerij de andere niet meer zou kunnen
overtreffen. Niets blijkt minder waar. De foto’s tonen de wereld zoals demente
mensen die waarschijnlijk zullen zien. Details, herkenningpunten, terugkerende
elementen en herinneringen aan vroeger. De gedichten verwoorden de verwarring,
maar ook de verlangens. Uit foto’s en gedichten spreekt een ontroerende
tederheid, zelfs een gezond tikje humor.
De auteurs tonen via
gedichten, tekst en foto’s aan dat er zoveel rijkdom schuilt in mensen met dementie.
De hoofdpersonen in het boek houden de lezer een spiegel voor. Zij leren hem/haar
om op een meer gevoelsmatige manier naar de werkelijkheid te kijken. Demente
mensen kunnen ons leren dat alles wat we om ons heen opbouwen instabiel is. De
enige stabiele factor in ons leven is ons zelf.
Kus me nog eens wakker bevat in grote lijnen twee in elkaar lopende delen:
gedichten en foto’s van resp. Gerrit Molenaar en Bert Verhoeff en een nawoord
door de eerste. Zij verbleven dag en nacht in verpleeghuizen en trokken intensief op
met dementerende mensen en hun families om te leren hoe zij in een andere
werkelijkheid konden treden.
Fotograaf Bert Verhoeff
(1949) begon als fotojournalist. Vanaf 1978 werkte hij als freelancer voor veel
landelijke kranten en weekbladen, vooral voor ‘De Volkskrant’, waar hij vast
medewerker was tot 2004. In
1994 kreeg hij van het Rijksmuseum de opdracht ‘100 jaar sociaal democratie in
beeld’. De foto’s die hij hiervoor maakte tonen chaos en woede, ontroering en
verdriet. De laatste jaren werkt Verhoeff in hoofdzaak aan langer lopende
projecten zoals fotoboeken. In 2009 verscheen Kuiven en Kraplappen. In dit boek worden vrouwen in klederdracht in
beeld gebracht. De vrouwen hechten zichtbaar aan hun tradities. Verhoeff laat
zien dat het ‘eigentijds leven’ niet in de weg zit. In 2004 kwam Het Wonder van Waterland uit over de
regio ten noorden van Amsterdam.
Verhoeff’s foto’s stralen
rust uit. Hij fotografeert de andere kant van de samenleving. Dit doet hij met
foto’s van dieren in landschappen, bewoners in hun habitat en de natuur in al
haar glorie. Op bijna iedere foto is er een spanning tussen actie en reactie.
Hij fotografeert de werkelijkheid zichtbaar, maar even vaak verborgen. Hij won
verscheidene prijzen, waaronder de ‘Zilveren Camera’ in 1984 en hij werd ‘Fotojournalist
van het Jaar’ in 1988.
Fotograaf Bert Verhoeff en goede vriend
Gerrit Molenaar (pseudoniem van econoom en journalist Gerrino Mulder) maakten
een chaotisch boek over dementie. Daarin volgen zij negen mannen en vrouwen met
dementie en proberen zij de ziekte van een iets vrolijker kant te bekijken.
Een
wonderlijk boek en ik die dacht dat ik iets wist over dementie. Zoals je niet
weet waar je vandaan komt, heb je ook geen idee waar je naar toe gaat. Als je
een dementerende persoon ziet, denk dan niet dat je weet hoe het is om zo te
zijn. Fotograaf en dichter trekken de grauwsluier van dementie open. Wat blijft
er over als lichaam en geest langzaam aftakelen? Gerrit Molenaar en Bert
Verhoeff probeerden het vast te leggen. Hun moeizame schrijfsels grepen hen
naar de keel. Beiden zochten naar iets dat boven lichaam en geest uitstijgt,
naar de kern van de mens, zijn essentie. Ontdaan van alle ballast komt vaak
letterlijk de ware aard van een mens naar boven.
Molenaar
schrijft pakkende gedichten, - heerlijke poëzie, - op basis van zijn relaties
met de dementerende personen die hij, samen met zijn vriend, ongeveer twee jaar
lang volgde. Zij verwerkten hun levensverhaal. De totstandkoming van het boek
is een heel confronterende zoektocht geweest.
Het
boek is vooral een ‘kijkboek’, met bijzonder mooie en indringende foto’s in
kleur. Summiere teksten, opgetekende citaten en korte gedichten zijn de
bijdrage van Gerrit Molenaar aan het werk. Aan het eind van het boek geeft
Molenaar in veertien bladzijden de wordingsgeschiedenis ervan tegen zijn
persoonlijke achtergrond.
Waarschijnlijk
zullen de meeste mensen het boek eerst als een kijkboek ter hand nemen.
Onderweg worden ze dan verrast door kleine tekstbladen als een soort bijlage, met
een citaat of een gedicht. Wondermooie
teksten en foto’s uit een onbekende realiteit, deels geschreven of gedicteerd
door de demente hoofdpersonen in het boek zelf. De foto’s van Verhoeff
zijn soms spiegels van de ziel van de negen hoofdpersonages: een kattebelletje
met een hartje, een staande wandklok op volle bladzijde, een vertederd
tafereeltje, een innige omhelzing, een zachte aanraking, een handdruk, André
Rieu op TV, (herinneringen aan) de dieren op de boerderij, een verwelkte tuin,
een blik op de wereld door het raam, de ondergestopte wijnkelder, enz.
Wat
ik als lezer van het boek onthoud? Hoe ongelooflijk verschillend, gecompliceerd
en genuanceerd mensen (en dus niet alleen dementerenden) in elkaar zitten. Dat
is precies wat de auteurs van het boek hebben willen bereiken: tonen wat een
rijkdom er schuilt in mensen met dementie. Als je het maar wilt zien en voelen.
Daarvoor is tijd, ruimte en stilte nodig, elementen waar in de huidige
samenleving nog maar weinig aandacht aan wordt besteed. Demente mensen kunnen
niet anders. Ze hebben alle tijd van de wereld. Hun eerlijkheid is soms
pijnlijk, soms ook grappig, met verrassend veel intens diepe gedachten.
Ik wil een apart stukje wijden
aan de mooie gedichten in het boek (soms weet ik niet helemaal zeker wie het
gedicht heeft geschreven: Molenaar of een demente persoon). Ik ga ervan uit dat
ik het onderscheid kon maken. Mooie gedichten die het midden houden tussen
werkelijkheid, andere werkelijkheid, verrassende pointe. Een andersoortig
realisme en het surreële gaan hier hand in hand, in perfecte harmonie, met af
en toe een (dementerende) knipoog naar de lezer of een dooreenhalen van zien en
aanvoelen, van kijken en iets anders zien.
Ik heb haren op mijn hoofd
…
mijn lievelingseten is kroketjes
…
ik ben gevallen op m’n kamer
omdat ik honger had
nu heb ik een poepje gelaten
of:
de maan schiet een gat in mijn hoofd
…
een laatste, puntloze zin
waarop geen antwoord mogelijk is
omdat de vraag nooit is gesteld
of:
en zelfs als je de krant
van rechts naar links leest
staat er helemaal niets in
Gedichten die getuigen van
een verbluffend inlevingsvermogen, met veel overtuiging geschreven. Met
zintuiglijke en ogenschijnlijk heldere poëzie trekt Molenaar de lezer de wereld
van de demente mens in, om samen erin te verdwalen. Hoewel het leven zich
blozend openbaart, is er toch iets heel erg mis. De woorden zitten vol met kleine
dingetjes die een sterke opmerkzaamheid verraden.
Bijzonder opvallend is de
wisselwerking tussen de demente mens en de dichter in nood, in een emotionele
puinhoop, hoe beiden zoeken naar ergens een nooduitgang. Het nawoord van
Molenaar is een pareltje van intimiteit. De betekenis die hij geeft aan zijn
ervaringen, belicht de fasen in zijn leven en de context waarin hij een en
ander beleeft. Dat beïnvloedt de wijze waarop hij naar de demente wereld en
naar zichzelf kijkt.
Ieder mens ervaart de wereld
om zich heen op zijn eigen manier. Maar pas als iemand zijn ervaringen met een
ander (hier de demente mens) deelt, krijgen ze betekenis. Het lijkt soms of de
‘ongelukkige’ dichter en zijn dementerende medemens kracht, uitdaging en
perspectief vinden en hoe zij betrokken worden in elkaars werkelijkheid.
Liza zei
dat ze
met de paus
is getrouwd
maar ik
ik ben
met Bert
getrouwd!
Kus me nog eens wakker
| Bert Verhoeff, Gerrit Molenaar en Teun van der
Heijden | Uitgeverij de Brouwerij | ISBN: 9789078905530 | Gebonden 256 pag. | €
29,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten