Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

19 oktober 2011

Archief: 8ste brief aan Jan Van Herreweghe


Harelbeke, 14 augustus 2000.


Jan,


Vanmorgen stond ik achter de beukenhaag te wachten op de postbode. Minou blijft op twee meter van mij staan, kaarsrecht, haar blik op wat komen zal. Ineens horen wij de rem van een jankende fiets, het schuren van slappe banden; de kat spitst haar oortjes, ik houd de adem in, aan de overzij blaast de langverwachte zijn adem uit. Hij knarst tussen zijn tanden: “Ik ben die 19 kotsmoe. Die sturen brieven aan zichzelf.” Hij dropt de brieven en de tijdschriften in de bus, stalt zijn fiets tegen de poort en loopt mij voorbij, het pakje boeken ligt als een jeu-de-boules bal in zijn rechterhand. Hij heeft ons niet gezien, ik loop achter het muurtje, haal diep adem en wacht tot hij weg scootert. Jouw brief ligt bovenaan. Ginette zucht.

Jan, dit wilde ik gezegd hebben, nu to the point, ter zake: jouw brief heeft mij verrast, de tamtam had mij gemeld dat je nu groen zag … van nijd, van pijpkruid, blarenplant en stekel, dat je oprit bezaaid was met bijsteeltjes en bladschede, dat je verschoten was, getaand, verbrand en aangebloed. Jan, toen ik die berichten decodeerde, had ik met jou te doen. Ik kan geen slavenarbeid verdragen, om alles in de wereld niet, ik kan geen enkel goed doel bedenken dat zou toelaten een mens zo af te jakkeren. Van wie kreeg jij die opdracht? Van wie? Ik zou die slavendrijver kunnen versieren. Versieren met groenbemesting, groenmoes en groenzand.
Toch koester ik een grenzeloze bewondering voor de tuinman in jou. Toen wij laatst bij jullie op bezoek waren, heb ik genoten van je rondleiding in de tuin: het kwam hierop neer dat je zei wat je niet zou doen, niet méér wou doen, niet langer kon aankijken, je zou er de beuk in zetten. Met een niet aflatende ijver toonde je de plaatsen waar je in een vlaag van zinsverbijstering had toegeslagen: kaalgeschoren plekjes, prieeltjes met stoppelbaard en kiemhaartjes. Antoon (De Clerck) en ik waren blij toen we weer aan tafel konden gaan, je had een pepdrankje nodig, je moest een uitlaatklep vinden, je afreageren, weer tot rust en vree komen en kijk, je nam je gitaar en je zong, je zong als een engel die met forse slagen zijn stem op dreef hield, een troubadour die de stiel onder de knie had, een Vlaamse bard die ook Will Tura ten tonele bracht. Wij vergaten de tuin der lasten en traden binnen in het rijk der lusten. De zingende tuinman, de tuinierende charmezanger, wat dan ook: ik wist dat ik een brief mocht verwachten over de ervaringen van een groene jongen.

Jan, jouw tuin heeft mij bekoord. Toch had ik meer oranjerode, blauwgele, paarsgroene, bruingele tinten verwacht, met een voorkeur voor klimplanten. Samen opklimmen op de tuinladder van het succes, getooid met de juiste kleurencombinaties. Toch moet ik eerlijk bekennen: ik ga liever met een juffertje-in-’t-groen rivierpaling eten dan wieden, kromzaaien, aanplanten en planlezen.

We hebben een toffe zaterdagavond beleefd: sfeer, verstandhouding, humor, filosofie, wijsheid in de kan, gezond verstand, veel klaps, veel praat (ook tegen de vaak), lieve mensen, genietbare vrouwen, schoonheid, muziek, veel boeken, nog meer boeken, tekeningen, schilderijen, foto’s, lekker eten, gezond eten, suikervrije hapjes en gebakjes, in één woord: ik voelde mij kiplekker. Het was goed en ’t is vatbaar voor herhaling.

Ginette en ik hebben sedert kort nieuwe vrienden gemaakt, nieuw sedert we geen deel meer uitmaken van de actieve bevolking. Ik denk aan herenboer en paardenfokker Marcel Warlop uit Confolent (in de Creuse), kunstschilder Antoon de Clerck en zijn kwiek vrouwtje, Anna, Marlène de Muër de Lotenhulle, jij en Lieve. Toffe, eerlijke, niet gesofistikeerde mensen. Dat soort vriendschap is liefde zonder vleugels.
Leven, Jan, dat is niet: ademen, maar handelen, nieuwe vrienden maken, plannen maken, nieuwe situaties creëren, verhuizen, folietjes doen, genieten van elk moment, de dag plukken, reizen, lezen, schrijven, de liefde bedrijven, elkaar graag zien, samen eten, drinken, lachen, wenen, leven is beweging. De genius van het leven is Beweging. Ach Jan, ik dram (alweer) door, maar ik wil niet belerend doen, alleen zeggen waarvan ik recent overtuigd geraakt ben: “Whenn ihr das Leben gar ernsthaft nehmt, was ist denn dran?” (Goethe in Egmont 2.) 

Ginette zal aan zee de kopij van Eindterm grondig nalezen: zij is mijn eerste censor, zij zal schrappen, wijzigen, bijsturen, ontkoppelen, namen (ver)noemen, kortom censureren. Belangrijk: de roman zit vol autobiografische passages en soms duiken bekende personages op. Eenmaal haar werk af is, kom ik met de (verbeterde) kopij bij jou, jij bent voor mij (dit lijkt het begin een love-song) mijn uitgevende vriend en mijn vriendelijke uitgever.
Ik ben tevreden: de roman leest als een verhaal, het verhaal van een opmerkelijke vrouw die door haar minnaar wordt doodgeschoten, met als biotoop: het onderwijs, de top van het onderwijs, lees: het Onderwijs. Natuurlijk hebben mijn directeurschap en mijn verblijf op de onderwijskabinetten van Luc Van den Bossche en Eddy Baldewijns mij flink geïnspireerd. Peter Deforge is met Sabine du Tertre het hoofdpersonage. In mijn tweede roman blijft Deforge een van de hoofdrollen opeisen, naast Amélie Laforêt. Laforêt. Vandenbussche. Met als biotoop: la domaine de Confolent.

Jouw kuisdrift werkt aanstekelijk, vriend. Toch bij Ginette die mij heeft gedwongen om te kuisen. “In Amerika kun je hiervoor scheiden,” zei ze en dat was hét doorslaggevende argument: ik kan ze niet missen. En ik ben haar dankbaar. Ik durf weer vrienden op mijn zolder laten komen: vandaag heb ik hard opgeruimd, gestoft, gestofzuigd en geschrobd, het aan de voorkant, het computerlokaal, is stofvrij en netjes. Morgen begin ik aan het bureau aan de achterkant: het lokaal waar wij ons budget beheren en de belastingen ontmoedigen. Na die corvee gaan wij samen naar de tentoonstelling over De Coene en zijn tijdgenoten in het kerkje van Vinkem. Jozef De Coene intrigeert mij, ik weet nog niet juist waarom, maar de wijze waarop hij na de oorlog werd bejegend, stoort mij. Ik voel aan dat ik bij De Coene op visite moet gaan, hij heeft mij in zijn macht, hij wil dat ik met hem contact neem. Onze levensbaan is als een puzzel, Jan, zij is pas af indien wij alle puzzelstukjes hebben gevonden en op de juiste plaats gelegd. Sterven wij voordien, dan hebben wij nog een lichaam te gaan. Ik koop ook een paar recente boeken over hem, om mij te documenteren vooraleer ik een oordeel vel. De kunstwerkstede De Coene (van de broers De Coene) was een begrip in de Belgische kunstnijverheid. Tijdens het interbellum genoot het bedrijf een internationale faam. Daar werkten niet alleen meubelmakers, maar ook schilders, beeldhouwers en bronsgieters.
Mijn oog valt op de omslag van de roman Elementaire deeltjes van Michel Houellebecq. Keiharde porno, onversneden reactionaire praat, wetenschappelijke uitweidingen, in één woord: een tijdbom. De auteur schetst een somber beeld van onze Westerse beschaving die ten dode is opgeschreven. De inhoud kan kort worden samengevat: het verhaal van twee halfbroers die hun ongelukkige jeugd nooit te boven zijn gekomen. Volgens hem is niet de seks de oorzaak van alle kwalen, maar de vrijheid, het liberalisme, het individualisme, het materialisme. Net nu ik mij wilde bekeren tot het neoliberalisme of het liberalisme met sociale dimensies. Het liberalisme van Frank Vandenbroucke en mijn ex-baas Luc Van den Bossche.
Ik ben het wel met Houellebecq eens dat de seksuele bevrijding niet mag resulteren in prestatiedwang. Seksueel hedonisme? Akkoord, maar je moet duidelijk het onderscheid maken tussen begeerte en genot. Begeerte kent geen grenzen, terwijl het genot per definitie beperkt is. De begeerte kan onbeperkt worden gecommercialiseerd, het genot niet. Vandaar dat ik vóór prostitutie ben en tegen pornofilms. Die wekken de begeerte op, maar schenken geen bevrediging. Genot is niet gevaarlijk, maar onbevredigende begeerte wel. Amai, Jan, ik doe precies alsof ik een expert ben, een deskundige in de materie, neen, neen, ik ben een groentje die nauwelijks de gedachte aan zijn eigen sterfelijkheid kan verdragen en maar hoopt op een maatschappij van onsterfelijken. Ik wil een god zijn, gekloond en genetisch verbeterd. Ik ga er voor, Jan, maar dit vergt tijd, veel tijd. Wie schrijft, die blijft. Misschien. Maar wie lang schrijft, leeft lang. Dit is zeker.
 
Jan, je schreef dat je een termiet bent in ’t diepste van je gedachten. Een calotermes flavicollis. Een soldaat met vleugels en een gele hals. Leef je echter tussen de vermomde bladen van een boek, tussen de vergeelde woorden van een tijdschrift, in balken en stijlen van oude, gekartonneerde klassiekers, dan ben je een witte mier en ga je schuil voor mierenneukers! Jan, indien jij een termiet bent, dan ben ik een krekel.

In je groene brief vraag je je af voor wie we schrijven? Een diepzinnige vraag. Ik schrijf niet voor de man in de straat. Ik heb die dertig jaar lang van brood en spelen voorzien. Ik schrijf voor mijn vrienden, mijn tegenstanders, de afgunstigen, de “krebbebijters”, de hypocrieten, voor hen die mij lief zijn en lief hebben, mijn vrouwtje, mijn kinderen, mijn stille aanbidders, voor de hongerigen en de dorstigen, voor mijn ex-leerkrachten, voor jou.

Tot binnenkort. Maak er een potje van thuis en in de bib. Leef, reageer, erger je niet, domineer, heers als een jonge god in een wereld van gekloonde schapen en ijsbevroren geiten. Of kies jij voor die pestkoppen uit Engeland?


Thierry 

Geen opmerkingen: