Clothilde
wie bewoonde het huisje
van schuinsover : een beeld
van schemer, een vitrinekast
een gele, magere hand heeft
een blikken doos genomen
een zoetigheid die koppig
aan je tanden kleeft
zo is het dorp jou bijgebleven
in flitsen van een film
gelijk je strookjes vond
aan een bioscoop voor grote
mensen
uit de huizen van de straat
komen gedrongen droomgestalten
ze dragen een mooie naam
als Clothilde van Noekes
ze heeft jou snoep gegeven
je ziet een bevende hand
en een scheur van glans in de
schemer:
de hogere ruitjes van een deurtje
en moest je niet beloven
dit geheim te delen
je hoofd loopt van haar gefezel over
en vergeten is verspelen
zo tast je naar licht in een
verleden
je zou het god betere ‘t
moeten weten: een braaf gezicht
een kaboutervrouwtje dat leeft
in het huisje van schuinsover
een bruine bijna zwarte bol van
drop
die aan je tanden kleeft:
meer bleef in de schemer
jouw strookjes zijn op
Staf De Wilde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten