Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

4 augustus 2011

GASTDICHTER 5: RUUD POPPELAARS (N)



Ruud Poppelaars ( 1960 ) geboren in Tilburg. Studeerde bedrijfskunde op Kasteel Nijenrode in Breukelen. Dicht als CEO van Filtech Nederland, Filtech France en Filtech Swiss letterlijk en figuurlijk tussen de bedrijven door. Wist toch een paar bescheiden prijzen ( hij spreekt liever van aanmoedigingen) te winnen, maar vindt eigenlijk dat poëzie geen wedstrijd mag zijn. Poëzie is immers een kind dat roept: “Wij willen stoepkrijt!” Is zelf pas laat gaan dichten.
Zo’n zes jaar geleden nadat hij eerst een tijd lang een poëzie programma voor een internet radio mocht presenteren. Dichters die hij zelf graag leest en dito bewondert, zijn o.a. Giuseppe Ungaretti; Eugenio Montale; Salvatore Quasimodo; Rafael Alberti en Paul Celan.


 Adidas

Je begint ergens aan. Omdat je moeder.
Misschien was het je vader. Ik dacht.

Ik heb gekeken en gelegen onder de hoge maan.

Iemand kiest , kiest en kiest , kiest een volk.


Ze had voor elke wolk een naam

Ik was haar licht en haar tegenlicht
haar schaduw en haar grom

Zij had voor elke wolk een naam

Ze hield niet van verrassingen

Ze was een stoel
zo schoof ze aan


Metamorfose  (de avonden)

Ik kan niet huilen
in jouw nabijheid.
De nachten zijn mild
de tijd snurkt zacht.

Was ik een karrenspoor 
ik zou weten
waarom ik bestond.

Drogeer kersenpitten
in mijn schoenen

voor als ik voor je sta
in duizend gebaren
in een diep rondeel van gras.

Maar we zijn het niet meer
zelf
die door de ruiten
kijken.

Ik ken een hert
dat het ave maria speelt.

Ik ken een haas
die de vorst van je huid
blaast.


Generaties van liefde

in jou wil ik verder leven mijn kind
in die breedbeeldlach bij het omhoogspringen
naar de aandacht van een Siamese kat
die je van bovenaf als een waarzegster aankijkt
alsof haar grijsgroene ogen voorspellen
dat de ontboezemingen later
uit je avontuurlijke mond zullen knallen
je wordt opgetild door liefde en wind


De vruchtloze vrouw

De zon hangt als een koortsachtige bel te luiden.
Zomer zoemt in de tuin;
een pimpelmeesje wentelt in en uit het vogelhuis
dat torent boven look en bonenkruid.

Ach pimpelmees denkt de vruchtloze vrouw,
wat let je één jong af te staan aan mij?
Ik zal een goede moeder zijn.
Ook ik zal wentelen in klokslag met het licht.

Toe pimpelmees! Geef dat jong aan mij.
Ik zal er een winterkoning van maken;
zomers zijn zo snel voorbij.


Je bent geboren uit de zee

Je bent het
en je was het
je bent en was het land
verzacht
dat danst
in de warmte van een oude italiaanse ochtend
het pad langs de sterren
waarop ik stapte
ik herinner mij
je oevers
en je rivieren
je bent geboren uit de zee
je bent een kring van kreten
dat nakookt in mijn mond
het gekolfde licht
dat zich opnieuw elke zomer
door de luiken wringt
daartussen
de jaren
de sneeuw in de zee
de kalk op het strand
in een beeld vrij van schuld
dat je zoekt
zoals in rozentuinen
en in gebogen hoofde
je bent geboren uit de zee


Etruskische metamorfose (een ode)

het is de zon die alles
op scherp zet

Zoveel vingers
in verhaal vijf

schilderachtige liefde

wit gedicht in zand

De vrouwen van Populonia

Zij torsen
hun borsten
als belangrijke
vazen

mond geblazen
glas


Isgaard

Iemand bemint. Blauw water - Mensen.
Een verhaal dat begint te zwemmen.
De schaduw die ik in me draag.
Als een oude koning zijn onteigend land.

Jij liefde. Stille trommel. Helend oog.
En nog een enkel woord dat vliegt - xxx
Tussen Odessa en Izmir. Diep van stem.
Schippersvrouw. Volk. Dat altijd opduikt.


Als ik om de wereld kom

als ik om de wereld kom
zonder kaart;
een konijn in de hand

dan weet ik van de val
en van de rand

als ik om de wereld kom
met een kaart in de hand;
een konijn aan de voet

dan weet ik van de sprong
en van de hoed


Maison delaneau

er is een kamer die je liefheeft
met een raam dat opent als een ochtend

van adem van bevroren gras
verzacht met kreten van kristal

jij zoete fontein van licht
boog van bomen en rivierboten; en zeeën

als door mist verborgen
jouw zoete schildering van licht in licht

in de voorlaatste nietsvermoedende muur
het woord raakt nooit op

om in te verdwijnen samen
als in inktzwart getekend een donker uur


Ruud Poppelaars

Geen opmerkingen: