AANGRIJPEND GETUIGENISVERHAAL DAT DE LEZER EEN GEWETEN SCHOPT!
Bij zijn deportatie was hij veertien jaar. Een jaar later, tijdens een dodenmars, werd hij toevallig door het Amerikaanse leger bevrijd. Toen pas zou hij beseffen wat de Naziterreur had aangericht. De helft van zijn familie werd uitgeroeid. Na een lange periode van stilzwijgen vond hij eindelijk de moed om over zijn gevangenisperiode te praten, ook met zijn naaste familieleden. Dovs getuigenis werd een eerste keer uitgegeven in 2001, voor jongeren. De periode die hij als jongen doorbracht in de kampen liet hem echter niet los. Hij bleef zoeken naar zijn moeder en zijn broertje, maar ook naar mensen die met hem in de kampen Auschwitz-Birkenau, Gleiwitz II en Flossenburg waren geweest. Bij een herdenking in Duitsland ontmoette hij voor de eerste keer een medegevangene, drie plaatsen verder op de Appelplatz. Eindelijk konden zij elkaar in de armen sluiten.
Ondertussen is er tien jaar verstreken sinds het verschijnen van de eerste versie van Bewaar altijd een stukje brood. Aan de herwerkte versie werden gegevens toegevoegd. Dov hield ondertussen honderden lezingen in scholen en gespecialiseerde verenigingen. Bewaar altijd een stukje brood blijft een uniek getuigenisdocument over een periode in de geschiedenis die nooit mag worden vergeten.
Patricia De Landtsheer verwerkte de herinneringen van Dov Nasch aan de gruwelijkste tijd uit zijn leven in een gevoelig boek.
In het ‘Nawoord van de auteur’ schrijft zij: “Wegens zijn veelvuldige ontmoetingen met Dr. Mengele, de Engel des Doods, tijdens de selecties voor de gaskamer waaraan de veertienjarige Dov Nasch wonderlijk ontsnapte, en als familiaal-raciaal gedeporteerde, geeft dit getuigenisverhaal een uniek beeld weer van wat er zich in het laatste jaar van Nazi-Duitsland afspeelde. Bevreemdend blijft voor mij het feit dat Dov, samen met zijn familie, op 6 juni 1944, de dag dat in Normandië de grote invasie begon, gedeporteerd werd naar Auschwitz-Birkenau.
Na honderden lezingen in alle onderwijsnetten Dov nog steeds zijn taak als getuige niet opgegeven. De laatste jaren heeft hij het echter steeds moeilijker om emotioneel overeind te blijven tijdens het afleggen van zijn getuigenis. Daarom is het belangrijk dergelijke getuigenisverhalen, die betrekking hebben op iedereen die met deze gruwel werd geconfronteerd, opnieuw uit te geven. Dat is onze taak als medemens.
De zoektocht van een overlevende van de Holocaust stopt nooit. Ik dank Dov uit het diepste van mijn hart voor zijn jarenlange onvoorwaardelijke vriendschap en vertrouwen, waardoor ik zijn wereld mocht leren kennen. De trieste, grimmige wereld van toen, waar hij als jongen alles verloor wat een kind kan verliezen, maar ook een wereld van moed, vriendschap en harmonie na zijn kampleven.”
In het tweede deel van het boek beschrijft Patricia De Landtsheer hoe zij en Dov tegenover elkaar zitten. Zijn vrouw, Charlotte, schenkt koffie in en biedt zelfgebakken cake aan.
“Buiten regent het. Ik kijk naar Dov en denk na over wat hij mij allemaal heeft verteld. Een droge klik van de taperecorder zegt mij dat de zevende tape is volgepraat. Vlug doe ik er een nieuwe band in en druk op de knop. Nummer acht is klaar.”
In dit tweede deel vertelt Dov wat er met hem is gebeurd na de bevrijding.
Eerst kwam hij terecht in de villa van de burgemeester in Regensburg. Na één week verhuisde hij naar een klooster in Indesdorf. Daar was Dov samen met tweehonderd andere jongens. Begin oktober kwam het bericht dat zij naar Engeland konden vertrekken. Via Southampton kwamen zij aan in Manchester. In Engeland werden de bevrijde kinderen opgedeeld in niet-gelovigen, mindergelovigen en gelovigen en in kindertehuizen onder gebracht. Na twee jaar Engeland vertrekt Dov naar Palestina. Daar leert hij zijn vrouw, Charlotte, kennen en gaat met haar mee naar Antwerpen. Zij krijgen twee kinderen en hebben nu acht kleinkindjes.
“Boven de stad breekt de zon door.”
Deel drie bevat foto’s en archiefmateriaal van Dov Nasch.
Hoe zwaar getraumatiseerd is iemand als hij pas na vijftig jaar zijn stilzwijgen kan verbreken en over een bepaalde periode uit zijn leven kan praten? Dov Nasch weet hier alles van. Wat hij daar meemaakte, was te afschuwelijk voor woorden.
Nog dagelijks kampt hij als 80-jarige man met angstaanvallen. Toch is er een kentering in zijn denken gekomen. Daar getuigt het boek Bewaar altijd een stukje brood van. Het is zijn persoonlijk getuigenis, opgetekend door Patricia De Landtsheer.
In onopgesmukte taal vertelt Nasch zijn relaas. Eenvoudig en helder, openhartig en aangrijpend. Je hoort hem als het ware hardop praten, zoekend naar de juiste woorden voor de meest onmenselijke gebeurtenissen.
Hoe kan een jonge tiener dit overleven? Door een stukje brood. Al was het zwart met hout en zaagsel. Dov bewaarde altijd een stukje brood in zijn jasje, om hem een reden te geven te blijven leven. Hij wil nu een stem zijn voor degenen die geen stem meer hebben en getuigen voor degenen die vermoord zijn.
Het boek is een aangrijpend verhaal van één van de jongste overlevenden van de Holocaust. Bij aankomst in Auschwitz-Birkenau werd hij onmiddellijk van zijn moeder en broer gescheiden. Zij gingen rechtstreeks naar de gaskamer, de drie zussen naar een werkkamp. Dov zou acht maanden in deze hel overleven, van daar ging het naar Gleiwitz II (een bijkamp van Auschwitz) en vervolgens naar Flossenburg (Duitsland), waar hij de grootste gruwel onderging. In 1945 werd hij door de Amerikanen bevrijd in Stamsried.
In 1962 huwde hij met de Antwerpse Jodin Charlotte. Dov woont nog altijd in Antwerpen. Auteur Patricia De Landtsheer schreef zijn verhaal voor jongeren in 2001. Deze heruitgave bevat nieuwe gegevens die Dov in de loop van tien jaar kon achterhalen en wordt nu ook voor de volwassenen aangeboden. Een uniek getuigenisdocument over één van de gruwelijkste periodes uit de geschiedenis.
In 1962 huwde hij met de Antwerpse Jodin Charlotte. Dov woont nog altijd in Antwerpen. Auteur Patricia De Landtsheer schreef zijn verhaal voor jongeren in 2001. Deze heruitgave bevat nieuwe gegevens die Dov in de loop van tien jaar kon achterhalen en wordt nu ook voor de volwassenen aangeboden. Een uniek getuigenisdocument over één van de gruwelijkste periodes uit de geschiedenis.
De schrijfster, Patricia De Landtsheer werd geboren in Dendermonde op 7 februari 1952. Na haar humaniorastudies ging ze bestuurssecretariaat studeren. Eigenlijk wilde ze lerares worden, maar door omstandigheden werd ze een beetje op een zijspoor gezet. Nu geeft ze jaarlijks heel wat schoollezingen. Zo is haar wens om voor een klas te staan toch nog in vervulling gegaan.
In haar boek getuigt zij hoe mensen zich in het prikkeldraad wierpen, dat onder stroom stond. Ze werden ook wekelijks geschoren. Dat veroorzaakte snijwonden. Door het weinige eten dat Dov kreeg, was hij erg verzwakt en vermagerd. Samen met honderd Joden werd hij naar het werkkamp Gleiwitz II gebracht. Daar moest hij heel hard werken en kreeg bijna niets te eten, maar de gedachte dat het geen vernietigingskamp was, deed hem goed. Maar vanuit Gleiwitz II werden zij geëvacueerd naar Flossenburg, omdat het Russische leger steeds dichterbij kwam. Tijdens de deportatie met de trein naar Flossenburg komt Benny om van de kou. Hij was een vriend van Dov. Ook werd de trein beschoten door een Engelse Spitfire. Na lang wachten op reparatie van de locomotief konden ze verder. Onderweg naar Flossenburg hing er een grimmige sfeer: gebombardeerde steden en dichte mist.
Het kamp was een grote ramp. Het was vies, grauw, en eng. Ook de bewaking was strenger dan in de ander kampen. In de houten blokken waar de gevangenen sliepen, waren geen bedden. Naarmate de tijd voorbijvloog, kwam het Russische leger dichter bij en moesten ze weer naar een ander kamp, Dachau.
Een jaar later, op weg van Flossenburg naar Dachau, was opeens de bewaking weg. Ze wisten niet precies wat ze moesten doen. Een groep wilde in het bos blijven en de ander groep ging naar het dorpje Stamsried. Dov ging mee naar het dorpje. Later bleek dat hij door het Amerikaanse leger bevrijd was. Toen pas zou hij beseffen wat de Naziterreur had aangericht: de helft van zijn familie was uitgeroeid.
Bewaar altijd een stukje brood speelt zich af van het voorjaar in 1944 tot en met de zomer in 1945. Op 2 april 1944 moest het gezin dichter in het stadscentrum gaan wonen, om op 11 juni te worden gedeporteerd. In de winter van ’44-’45 wordt Dov naar Flossenburg gebracht. In het voorjaar wordt hij bevrijd en in de zomer reist hij naar een opvang in Engeland.
De familie van Dov Nasch bestond uit moeder en vader, die in het begin van de oorlog naar een werkkamp wordt gebracht, uit Izahak, zijn oudere broer die met vader mee moest, drie zusjes, Miri, Frida en Elza en kleine broer Emil.
Dov speelde graag met zijn vrienden voetbal op het grasveld voor de synagoge. Iedere keer dat in de kampen aan thuis denkt, denkt hij ook aan het voetballen met zijn vrienden. Dov heeft een goed doorzettingsvermogen. Hij overleeft het werkkamp Gleiwitz II op weinig eten en koud weer. Hij is ook sociaalvaardig: hij maakt vlug nieuwe vrienden. Hij blijft ook zijn hele gevangenschap hoopvol: hij wil en zal het overleven. Om daarna te kunnen getuigen.
De titel Bewaar altijd een stukje brood is een allusie op het stukje brood dat hij bewaart in zijn jaszak. Wat hem een goed gevoel geeft. Hij bewaart het stukje voor later.
Een jaar later, op weg van Flossenburg naar Dachau, was opeens de bewaking weg. Ze wisten niet precies wat ze moesten doen. Een groep wilde in het bos blijven en de ander groep ging naar het dorpje Stamsried. Dov ging mee naar het dorpje. Later bleek dat hij door het Amerikaanse leger bevrijd was. Toen pas zou hij beseffen wat de Naziterreur had aangericht: de helft van zijn familie was uitgeroeid.
Bewaar altijd een stukje brood speelt zich af van het voorjaar in 1944 tot en met de zomer in 1945. Op 2 april 1944 moest het gezin dichter in het stadscentrum gaan wonen, om op 11 juni te worden gedeporteerd. In de winter van ’44-’45 wordt Dov naar Flossenburg gebracht. In het voorjaar wordt hij bevrijd en in de zomer reist hij naar een opvang in Engeland.
De familie van Dov Nasch bestond uit moeder en vader, die in het begin van de oorlog naar een werkkamp wordt gebracht, uit Izahak, zijn oudere broer die met vader mee moest, drie zusjes, Miri, Frida en Elza en kleine broer Emil.
Dov speelde graag met zijn vrienden voetbal op het grasveld voor de synagoge. Iedere keer dat in de kampen aan thuis denkt, denkt hij ook aan het voetballen met zijn vrienden. Dov heeft een goed doorzettingsvermogen. Hij overleeft het werkkamp Gleiwitz II op weinig eten en koud weer. Hij is ook sociaalvaardig: hij maakt vlug nieuwe vrienden. Hij blijft ook zijn hele gevangenschap hoopvol: hij wil en zal het overleven. Om daarna te kunnen getuigen.
De titel Bewaar altijd een stukje brood is een allusie op het stukje brood dat hij bewaart in zijn jaszak. Wat hem een goed gevoel geeft. Hij bewaart het stukje voor later.
Een aangrijpend en goed geschreven getuigenisverhaal van de hand van Patricia De Landtsheer.
Thierry Deleu
Patricia De Landtsheer, Bewaar altijd een stukje brood, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen/Rotterdam, 2011, ISBN 978 90 5927 368 9

Geen opmerkingen:
Een reactie posten