PARLEZ-MOI D'AMOUR
Fernand en Ida,
boterbloemen bij bosjes
geruisloos op een lange reis,
naadloos hand in hand
op wandelafstand van het strand.
In het schoonschrift van haar ogen
hangt zijn jongste vers te drogen.
Zij, om erger te voorkomen
snoeit evenwicht met
bebloemde vingers.
En dat het stuifmeel van hun liefde
honing is geweest,
uit koek en beschuit van
eigen deeg zijn drie kinderen geboren,
moeiteloos een nageslacht vergaard.
Twee zondagsharten op de rode loper
kijken door de lens van het geluk,
omkaderen het illuster sprookje
met toegestoken hand :
Parlez-moi d'amour.
De woorden liegen niet.
Julie Goderis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten