Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

25 mei 2011

VERDRIET: EEN DIERBARE HOND

over twee gedichtenbundels van
Eddie Besselsen

   Hannie Rouweler

Door bijzondere omstandigheden kreeg ik twee bundels in handen van een mij onbekende dichter. Dat hij onbekend is, althans bij mij, is niet erg. Er zijn veel dichters die in stilte werken, niet op podia te vinden zijn, in de binnenlanden van een of andere provincie wonen, en toch goed werk afleveren.
Met de titel van de bundels zit Eddie alvast goed: Donkerstraat (verwijzend naar Harderwijk, waar hij op 20 maart 1956 geboren is); zulke straten ben ik ook wel eens tegengekomen, donkere stegen in een stad, de donkere straten van de ziel; en Het tafeltje van Emily. Ik heb met tafels ook wel iets, en liet me onlangs fotograferen in de James Joyce Tower, Dublin, achter het tafeltje waar volgens het metalen bordje aan een koord opgehangen - dat de toegang blokkeerde naar het interieur - stond dat Joyce daar zat te schrijven in de periode dat hij er woonde.
Om even aan het tafeltje te kunnen zitten (voor de foto), moest ik over een touw springen en oppassen dat de suppoost mij niet zou zien.
Er bestaan verboden tafeltjes.
In de eerste bundel treft mij direct de toon: ongenadig was de najaarsstorm geweest/ geheel in oudtestamentische geest. Hier gebeurt iets, of hier is iets gaande geweest waar je niet zo makkelijk aan voorbij gaat. Het is nogal indringend. En dit is precies wat ik daarna ook weer tegenkom in gedichten die volgen (en waarvan de meeste over zijn jeugd, m.n. zijn vader, gaan) en waar iets dreigends, onheilspellends vanuit gaat. Het verleden omschrijven als wrakhout van herinnering is toch knap gevonden. Een beeld zegt soms meer dan honderd woorden.
Behalve afscheid van zijn jeugd, ouders, neemt hij afscheid van zijn geliefde en begint eenzaamheid ondraaglijke parten te spelen in de dagelijkse dingen, het gemis, omschreven als moeheid ons deed verstijven/en we beiden zwijgend gilden van de pijn.
In de andere bundel laat Besselsen het rijm los, en dat vind ik wel een bevrijding. De gedichten krijgen iets minder gedrongens over zich en wat meer lucht en adem, hetgeen ik belangrijk vind (zeker als iemand toch al vrij compact  en stevig dicht). Ook treedt hier iets meer de afstand tot zijn thema in het licht, waardoor de humor, ironie hier & daar ook kansen krijgt. Ondanks de ernst van de toon in al zijn verzen tref je luchtige en blijmoedige regels aan, zoals alles is weer open en er is weer hoop om los te lopen. De dichter ontdoet zich van zijn maliënkolder (kan weer vrij bewegen), zijn zwemvest (zwemt weer vrij rond als een vis, als het moet tegen de stroom op). De beste gedichten zijn m.i. waarin hij ernst met enige afstand paart en niet teveel de diepte in dreigt te gaan, teveel sombert, of te pathetisch is (zonder daar enige relativiteit aan vast te knopen; pathetiek moet wel verteerbaar blijven). Want ook katten (De Kat), net als wij, weten wel iets van ernst en twijfels ook al lijken ze onwetend te zijn. Het is het geheim van de poes, die zich niet zo makkelijk in de spiegel (kijker) laat kijken, of vastbinden als een hond aan zijn riem.
De gedichten van Eddie Besselsen verdienen zonder meer een ruimer lezerspubliek. Het is een dichter die wel degelijk iets te zeggen heeft door de wijze waarop hij vorm en inhoud verdicht en zinvolle zaken ter berde brengt. Dit in tegenstelling tot sommige dichters die allerlei ingewikkelde codes en ongrijpbare raketten de kosmos insturen en waarbij je je afvraagt: komen die ergens aan? Hebben ze een adres? Veel gedichten die ik de laatste tijd heb gelezen geven uitdrukking aan een vaag vermoeden, van een vaag bestaan en nog vagere betekenissen. Andere dichters proberen leuk te zijn. Ze zijn het niet, omdat niet elke grap altijd even grappig is of omdat ik die grap al bij de bakker hoorde. Om echt leuk te zijn moet je heel wat uit de kast kunnen trekken, onderste la boven.
Hoewel het met de vrouwen, waarnaar Besselsen verwijst in “Het komt nooit meer goed”, waarschijnlijk nooit meer goed komt ook omdat ze hun geijkte banen al bij voorbaat hebben uitgestippeld, zonder om te kijken, of om zich heen, zal het met de gedichten van Eddie zeker goed komen. Ze nemen hun eigen plek in, in het Nederlandse landschap, leeg land met torens in de verte.

Donkerstraat  (1994)
Het tafeltje van Emily (1995)
Eddie Besselsen

De bundels kosten Euro 12 per stuk en zijn te bestellen bij de uitgever.
Uitgeverij Hoenderbossche Verzen
Patrijsweg 3
5406 NG Uden (Nederland)
hoenderbossche.dingenmakers@wxs.nl

Geen opmerkingen: