Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

25 mei 2011

Gedichten uit "Wulpen, in nevel van tijd" - Thierry Deleu (2010)

IN NEVEL DER TIJDEN

In nevel der tijden Wulpi
Wulpis Wulpen plek aan oever
van golf waar vissers leefden
ziek van koorts en zeestier,

waar wulpen verziekten in
moeras, nauwelijks nog
opvlogen, tegen het water
aangeschurkt lag het dorp te

zieltogen, tot de zeedijk
beschutting gaf, het slijk droge
aarde werd, tot God Willibrord
de pelgrimstok in d’aarde

stak, een bron ontsprong helder
water toverwater tegen
kwalen pest en hete brand.
Wulpen wingebied voor die

uit land en zee ter ommeloop
gingen, er bleven plakken
tot op vandaag, in rust
en anonimiteit.


KLEIDELVEN

Toen Isidoor Florizoone
tussen dreef naar Allaerts en
Bommelarevaart lang geleden
stenen bakte, zal hij nooit

hebben gedacht dat zijn geslacht
tijdens kleidelven vondsten
zou vinden van Romeinse
migranten die daar in zeearm

hun afleiding vonden, bezige
bonken keerden het water
weg van het schorreland, dat
toen in pacht welleven bracht.


WULPSE WULP

Een wulpse wulp vloog over
’t Langeleed onder de brug
van Florizoone door tot
op de tumulus, ik deed

alsof ik haar niet zag, ze
tuimelde tot aan ’t Langeriet,
rechtte kromme snavel, schikte
haar veren kleed en keek naar

de overkant, alsof zij mij
had opgemerkt startte zij
de show, liep op hoge stelten
stak haar snavel in de lucht

een zucht van ritselend riet.
Was het een regenwulp met
donkere streep in oog en kruin?
Ik zag de tekening niet.


WIEKENDOOD

Vaker was ook de molen doorn
in het oog van de geniesoldaat,
richtpunt voor de vijand, wieken
kerktoren vielen uit hun voegen

opgebrand als laaiende toortsen,
enkele boeken uit de brand
gesleept de molenaar las niet
alleen zijn kinderen de les.

De laatste molenaar vond geen
troost hoe hard vrouw en kroost,
slaapbollen konden het tij niet
keren, hij stierf de wiekendood.

Thierry Deleu 

Geen opmerkingen: