IN NEVEL DER TIJDEN
In nevel der tijden Wulpi 
Wulpis Wulpen plek aan oever
van golf waar vissers leefden
ziek van koorts en zeestier,
waar wulpen verziekten in 
moeras, nauwelijks nog 
opvlogen, tegen het water
aangeschurkt lag het dorp te 
zieltogen, tot de zeedijk 
beschutting gaf, het slijk droge 
aarde werd, tot God Willibrord 
de pelgrimstok in d’aarde 
stak, een bron ontsprong helder 
water toverwater tegen 
kwalen pest en hete brand. 
Wulpen wingebied voor die 
uit land en zee ter ommeloop 
gingen, er bleven plakken 
tot op vandaag, in rust
en anonimiteit.
Toen Isidoor Florizoone 
tussen dreef naar Allaerts en
Bommelarevaart lang geleden 
stenen bakte, zal hij nooit
hebben gedacht dat zijn geslacht
tijdens kleidelven vondsten 
zou vinden van Romeinse
migranten die daar in zeearm
hun afleiding vonden, bezige
bonken keerden het water
weg van het schorreland, dat
toen in pacht welleven bracht.
WULPSE WULP
Een wulpse wulp vloog over
’t Langeleed onder de brug
van Florizoone door tot 
op de tumulus, ik deed 
alsof ik haar niet zag, ze 
tuimelde tot aan ’t Langeriet, 
rechtte kromme snavel, schikte 
haar veren kleed en keek naar 
de overkant, alsof zij mij 
had opgemerkt startte zij 
de show, liep op hoge stelten 
stak haar snavel in de lucht 
een zucht van ritselend riet.
Was het een regenwulp met
donkere streep in oog en kruin? 
Ik zag de tekening niet. 
Vaker was ook de molen doorn 
in het oog van de geniesoldaat, 
richtpunt voor de vijand, wieken 
kerktoren vielen uit hun voegen
opgebrand als laaiende toortsen,
enkele boeken uit de brand 
gesleept de molenaar las niet
alleen zijn kinderen de les.
De laatste molenaar vond geen
troost hoe hard vrouw en kroost,
slaapbollen konden het tij niet 
keren, hij stierf de wiekendood.
 
 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten