Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

5 juni 2010

"Schoon volk in de hemel" - essay

                            cover in ontwerp Peter Deleu

Sinds 2003 schrijft Thierry Deleu aan het essay Schoon volk in de hemel, een essay over wetenschap en spiritualiteit. Hiervoor verrichtte hij gigantisch opzoekingswerk en las ettelijke boeken, artikels en andere informatie over het onderwerp.
Vermoedelijk in 2012 zal Razor's Edge Editions het boek op de markt brengen. Deleu is bovendien nog altijd de kopij aan het aanvullen, wijzigen en schrappen.

Hieronder vind je zijn Lectori salutem (één van de drie inleidingen tot het werk).

*************************************************************

Lectori salutem!



Vooraleer je met het essay begint, wil ik je toch even zeggen hoe ik mij gevleid voel door de aandacht die je voor mijn werk toont. Ik heb geprobeerd mijn boodschap helder te verwoorden, maar soms zal de materie toch enige inspanning vereisen. Tegen deze inspanningsverplichting staat echter het inzicht in wat ons bindt met het voor ons nog Onbekende, wat ons bindt met elkaar en met het leven om ons heen. Ik heb niet de intentie je te betuttelen of te bekeren, helemaal niet, ik wil alleen wat helderheid brengen in onze gedachten en verlangens.

Ik heb mij afgevraagd wat de waarde is van uitspraken als “God bestaat” en “De ziel leeft voort na de dood”. Beschrijven ze feiten? En zo ja, hoe kan ik weten of ze waar zijn?

Voor sommige gelovigen zijn religieuze overtuigingen zo vanzelfsprekend dat ze niet bewezen hoeven te worden. Omgekeerd kunnen verstokte atheïsten zich niet voorstellen dat een weldenkend mens kan geloven in een Opperwezen of een leven na de dood.

De vraag stellen welke positie de juiste is, of hoe beide zich tot elkaar verhouden, is het studieonderwerp van dit essay.

Vroeg werd ik geconfronteerd met het verschil tussen feiten en waarden. Religieuze uitspraken zijn geen beschrijvingen van, maar voorschriften voor. Ze drukken geen feiten uit, maar waarden. Wetenschap heeft betrekking op feiten.

De thematiek van rede en religie kent vele dimensies. Geen daarvan is fundamenteler of centraler. Het moet mij van het hart dat het onjuist is te denken dat religieuze normen en waarden helemaal irrationeel of boven discussie verheven zijn.

Mijn stelling is: “Ooit zal blijken dat het moderne wetenschappelijke denken en de oude, authentieke, spirituele tradities van de mensheid hand in hand gaan.” Bij mij is dit aanvoelen al jaren aanwezig. Vroeger zaten we opgesloten in ons denken, onze ratio. We waren fanatiek in religie en wetenschap. Fanatisme betekent: dit is de waarheid, er zijn er geen andere. Maar elk wereldbeeld is relatief, de absolute waarheid bestaat niet. De schijnbare tegenstellingen zoals religie en wetenschap zullen naar elkaar toe groeien met wederzijds respect. Omdat ik weet dat sommigen dit als bullshit zullen verwerpen, heb ik met dit essay een poging willen doen om deze “ongelovigen” tot inkeer te brengen.

Lange tijd waren er tussen wetenschap en geloof helemaal geen problemen. Het bestuderen van de natuur en haar wetten was zelfs verbonden met een religieuze verwondering. Toch kwamen geloof en wetenschap met elkaar in botsing. De inquisitie vervolgde astronoom Galilei voor zijn stelling dat de aarde rond de zon draait. Het hevigst was de Kerk gekant tegen de wetenschappers in de 19de eeuw, toen het leek alsof de wetenschappelijke vooruitgang de Bijbel en bijgevolg de goddelijke openbaring in diskrediet zou brengen. In de 20ste eeuw had de Kerk ineens geen moeite meer met de evolutietheorie en vond dat deze geen afbreuk deed aan het scheppingsgeloof. Geloof en wetenschap bleken twee gescheiden werelden te worden. Vraag blijft echter of wetenschap en godsdienst het best onafhankelijk van elkaar blijven bestaan?

Sinds de jaren ’60 werden pogingen ondernomen om de relatie tussen geloof en wetenschap te herijken. Vele wetenschappers aarzelen niet om het woord “mysterie” te gebruiken. Mijn stelling is dat ook een gelovige op zoek mag gaan naar kennis, de Kerk mag dit niet verbieden!

Ik ga er van uit dat het niet louter een kwestie is van wetenschap versus geloof, maar van wetenschap versus alle vormen van bijgeloof.
Geloof en wetenschap zijn niet a priori verschillende disciplines, die elk op hun eigen terrein moeten blijven. De wetenschap mag zich niet laten beperken. De wetenschap kan wel iets over God zeggen.

Wat is Waarheid? Dit is niet alleen het tegendeel van de leugen. Vooral de Waarheid als het tegendeel van de twijfel boeit mij (op). Wat is dat, die waarheid - die zekerheid? Waar kun je die vinden? In het dagelijkse leven? In de wetenschap? In de politiek? Of nergens? Echt aan alles twijfelen is echter niet leefbaar. Willen we misschien nieuwe waarheden, nieuwe zekerheden?

Kun je over waarheid in de wetenschappen spreken? Sommige wetenschapsfilosofen zeggen dat wetenschappelijke theorieën gelden zolang ze niet worden weerlegd, zonder dat ze per se de waarheid verkondigen. In plaats van revoluties zien we vandaag meer een geschiedenis van continue vooruitgang. De wetenschap lijkt zich steeds bij te schaven en een zelfregulerend systeem te zijn.

Ik ben geen wetenschapper en ik wil de wetenschap niet voor het hoofd stoten. Hoe ik mezelf zou omschrijven? Een tevreden mens die zoekt om het zoeken zelf, niet om iets te bereiken, want alles is al. Ik hecht veel belang aan het spirituele aspect van het leven. Ik geloof niet in de maakbaarheid van de wereld. Die gedachte is artificieel, onvolledig en eenzijdig. Er is een Al en er is een Entiteit, maar zelf ben ik niet zo belangrijk. Er is niet eens een ik of een zelf, maar enkel een iets dat ik zelf wil zijn. Wat het schijnbare ik doet, is niet van het Heel-al los te koppelen.

Zo geloof ik niet in het toeval, want alles heeft een voorgeschiedenis en alles is onvermijdelijk met elkaar verbonden. Er is dus niet iemand en er is geen vrije wil. Op zijn hoogst kun je spreken van een dans van neutronen in de hersenen die ons doet geloven dat er iemand is. In de realiteit is echter niets anders dan Alles, de Eenheid, het Heelal. Of zoiets. Het laat zich niet gemakkelijk in woorden vangen. Alles vloeit uit alles voort, in een eeuwig streven naar “kosmisch evenwicht”.

Lees het essay met aandacht, houd af en toe op om even na te denken, te ordenen, bespreek wat je las met je partner, met de mensen om je heen, op het werk en in je vereniging. Dit is volgens mij één van de hefbomen naar de nieuwe tijd.
Denk erom, dat je elk hoofdstuk afzonderlijk kunt lezen. De structuur van het boek is hier op ingesteld.

Om de loop van het boek niet te onderbreken, heb ik in de tekst geen bronvermeldingen geplaatst. Achter in het boek staat een uitgebreide literatuurlijst. Materiaal dat niet verkregen is uit eigen onderzoek, heb ik ontleend aan vakliteratuur en periodieken. Verder heb ik talrijke artikels van binnen- en buitenlandse auteurs geraadpleegd. Het zou unfair zijn dit essay te publiceren zonder te verwezen naar de waardevolle ruggensteun van al deze bronnen. Ik heb er met genoegen in gegrasduind en er dankbaar uit “geplunderd”.

Het is evident dat ik niet alle “overtuigingen” en visies die ik in mijn boek beschrijf en becommentarieer, ook deel. Zoals ieder mens met gezond verstand vind ik in haast elke filosofie/theorie/overtuiging “aanvaardbare argumenten” die mij doen nadenken en waarmee ik kan leven. Het is niet mijn bedoeling te bewijzen welke erudiete en dwarsliggende mens ik ben. Neen, ik wil gewoon een ernstige poging ondernemen om een verhelderend overzicht te geven van al wat leeft bij denkende, gevoelige en dromende mensen. Natuurlijk profiteer ik van deze opportuniteit om mijn eigen kleine waarheid te verkondigen.

Of ik hierin ben geslaagd, is een open vraag. Ik kan je zeggen, lezer, dat ik de opdracht die ik mezelf heb opgelegd, flink heb onderschat. Toch beschouw ik dit essay als mijn geestelijk testament. Indien het boek en de ideeën erin beschreven en (soms) bewerkt, tot nadenken stemmen en instemmende en kritische reacties opwekken, dan ben ik een tevreden mens.

De auteur

Geen opmerkingen: