Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

17 juni 2010

EEN UITDAGING VOOR SCRIBENTEN VAN DIVERS PLUIMAGE!

"De geschiedenis bestaat niet. Ieder geschiedverhaal is een constructie achteraf, een visie op feiten, structuren en persoonnlijkheden. Er zijn gebeurtenissen, evenementen geweest en daar wordt belang aan toegekend, aan sommige meer dan aan andere.
Aan het begin van het geschiedverhaal staan data: toen en toen is er dat gebeurd. Wie naar die data kijkt, gaat onwillekeurig reeksen en verbanden zien en het is de taak van de historicus van zijn visie verantwoording af te leggen." (M.A. Schenkeveld-van der Dussen)


Aan die data zitten evenementen vast en aan die evenementen wordt betekenis toegekend. Gaandeweg ontstaat een beeld van de geschiedenis, omdat die data niet willekeurig gekozen zijn. De keuze suggereert dat de geschiedenis dicht op de huid wordt gezeten. De hulpmiddelen van constructie en abstractie worden betrekkelijk zichtbaar. Tijdvakken en stromingen spelen een rol, maar vormen geen dragende principes.


Ook de geschiedenis van de (Vlaamse) poëzie bestaat niet. Iedereen heeft bij wijze van spreken zijn eigen poëziegeschiedenis. Voor sommigen zal die heel klein zijn. Ook een kleine geschiedenis heeft echter een visie, hoe naïef of beperkt ook. Het is belangrijk in een poëziegeschiedenis niet alleen te letten op de dichters en zijn/haar gedichten zelf, maar ook op hun functioneren in de samenleving. Daartoe moet aandacht worden besteed aan het hele literaire bedrijf, aan de uitgevers, de boekverkopers, de rol van particulier en overheid als mecenas, de sociologische samenstelling van het lezerspubliek, de rol van de media.
Dit alles spiegelt zich in het geschiedessay.


WIE SCHRIJFT EEN ESSAY OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE VLAAMSE POEZIE NA 1975? 


PUBLICATIE VAN HET ESSAY KOMT OP DE GELETTERDE MENS.
BOVENDIEN WORDEN DE 5 BESTE ESSAYS GEBUNDELD IN BOEKVORM EN UITGEGEVEN DOOR EEN BEVRIENDE UITGEVERIJ.


VOORWAARDEN:
1. Max. 25 bladzijden A4 din.
2. Op naam (geen schuilnaam).
3. Niet opsturen, maar doormailen aan thierry.deleu@skynet.be.


Dank voor je medewerking.


De eindredactie

Geen opmerkingen: