Brief aan de Verdwenen Geliefde
Verdwenen Geliefde, Eeuwige Geliefde,
Op radarschermen scanden we de kathedralen
Van het luchtruim en hun geheime nissen.
Je weet, Spoken verminken er Zich vredig
En genieten van Zichzelf als was
Hun lijf er een eindeloos plateau.
Of waren het de dichtgekleefde boeken
Waarin je kruismatig stierf en weer verrees.
De markten van tweedehandse bric en brac rolden we op,
De euro geeft er toch maar elke dag
Een hectare prijs aan die bacchanale dollar.
Maar en passant schoten we steeds tekort,
Je zweem en okselgeur verhulden zich daar en overal
Even vakkundig en efficiënt in onzichtbare koolmonoxide.
Wanhopig mijn raadgevers,
Hun uitgangspunten onderworpen aan het verdict
Van het tribunaal van de Rede.
En thuis, mijn achterkamer
Die verplaatste zich met een snelheid
En ketende alle tijd aan stalen banden.
Natuurlijk,
Ik heb de wet gestemd
Geliefden hebben het ongelimiteerde recht
Zonder opgave van reden of bestemming
In waarachtigheid te Verdwijnen.
Het spel en de spelers.
Het verlies en de slechte verliezer.
Ressentiment tegen opgeblazen Blackberries, verwesterde islam
En gekloonde vredesduiven - die verraders van Alles.
En nu stuurt een vermomde astronaut
Me een evangelische mail:
Mijn Verdwenen Geliefde, Eeuwige Geliefde,
Met meer dan onmenselijke ontroering
Heb ik net alle elektriciteit afgezet,
Alle kaarsen en spaarlampen gedoofd,
Met een zwart doek de maan de mond gesnoerd.
En een minuut stilte in acht genomen.
Zoals het betaamt.
Eric Rosseel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten