Leontine
Vlijtig Liesje meet zich met
pientere zusjes stampt verwoed
kleine voetjes kwieke handjes
blaast klankjes in de lucht tot
kralen van zeldzaam swaroski
kruipt over tegel en tapijt
buit stevig in de hand want
Leontientje wil winnen
wedloop tegen de tijd zusjes
blijven ouder groter wijzer
tot het trio tienert pubert
volwassen meisjes worden
Juliette Madeleine Leontine
hoe zij hoofdjes op hol brengen
met leven experimenteren
ik wil het graag beleven.
Juliette
Toen d’ ooievaar moe van reizen
in Halle neerstreek, omzichtig
in ‘t warme nest zijn pakje
schikte, luidden de klokken over
’t Pajottenland, van aan de zee
tot in Ardooie Oudenaken.
Juliette Cossement-Debruyne
liet haar eerste kreetjes horen
de vijfde dag van de vierde maand
ten jare tweeduizend en vijf,
de nieuwe mama weende van vreugd,
de papa blonk van trots, ’t meisje
geleek op wie naar haar keek,
op haar papa, of toch mama,
op jij en mij, op wie ook,
’t heeft iets van ons allemaal,
gewoon een kindje om te stelen.
Juliette, je oogjes knipperlichtjes,
’t lijkt wel of je ons bekijkt,
je afvraagt hoe blij we zijn.
De wereld ligt aan je voetjes,
je bent een troetel, knuffel,
teddybeer, voor wie veel veel
ouder is een hemels geschenk,
weten dat zij overleven.
Juliette, mooie roos van Jericho,
schalkse meid die alom om je heen
blijdschap brengt, neen, verwennen
of betuttelen, dit doen wij niet,
gezel zijn op je levensreis,
jou héél véél liefdesvitamientjes
geven, dit beloven wij!
Wanneer de winter komt
Juliette, wanneer de winter komt,
mijn dagen op één hand worden
geteld, wees dan niet bedroefd,
spel mijn naam op elk wit blad,
vertel de wereld dat opa
over jou waakt met jou danst
om jou lacht iedere keer dat jij
je ogen sluit, ten hemel slaat.
Wannneer de sneeuw is geruimd,
de lijkwagen het huis voorrijdt
het afscheid nabij, denk erom
dat ik jou de hand zal reiken
iedere keer dat je ogen
vraagtekens zijn, de twijfel
jou overvalt jouw evenwicht
verstoort en je verdrietig maakt.
Magisch alfabet
Juliette, nog vóór je praten kunt,
schrijf je in dit pienter hoofdje van jou
het Kinderboek vol Wijsheid,
en woord voor woord lees ik over
je schouder mee je magisch alfabet.
De b van baba, de m van mama,
de p van papa en bij dit laatste
woord wijs je met je vingertje
naar de man van je leven. Och kind,
de goden hebben jou op aarde
gebracht om ons te vertellen
een boodschap van liefde en hoop.
Kinderen
Kinderen, als je mij te ruste legt,
doe het dan zachtjes, toegewijd, met zorg
en aandacht, oog voor detail, denk erom,
ik zal jullie nauwlettend gadeslaan
en punten geven voor geleverd werk.
Houd de aarde als een laken open-
gevouwen zodat een dons van mossen
mij toedekt en ik straks geen kou vat.
En als je mij een bezoekje brengt,
vertel mij dan honderd uit over
mijn kleinkinderen en andere
verhalen die mij eeuwig jong houden.
Met Owa aan zee
Nooit is de zee mij zo na geweest
toen ik haar met Owa tegemoet liep
stappetappend moeizaam traag
hand in hand het zand gaf de tijd aan
tussen ons en de waterlijn
Owa hield zich flink overeind
ook wanneer ik het noorden kwijt
mijn blik op de zee gericht
haar gezicht de zon haar kreetjes
die opgingen in tettermeeuwen
de zandglooiing voorbij riep zij
oma ter hulp in de strijd tegen
putjes zandkastelen schelpen
stokketakjes meeuwekakjes
toen de zee aan onze voeten lag
besefte ik ineens dat ik een
primeur beleefde de première
van een kinderfilm waarin opa
een papa werd en de zee
geëxciteerd accordeon speelde.
Petekind
Ongeboren assertief wicht
omweven gewonnen in een rag
een cocon van parels wit geel
water opgewarmd je houdt je koest
je geniet met volle teugen
ik voel de nestwarmte ruik de geur
van anemonen en viooltjes
je schenkt het huis zijn sfeer de wanden
gordijnen het vast tapijt hun parfum
al ben je niet zichtbaar voor het blote
oog in de buik van je moeder
verplaats je elke dag de paaltjes
kinderarbeid die oogluikend
met tederheid wordt aangemoedigd
je komst wordt verwacht geef acht de
rebel hijst zich eerstdaags aan boord.
Robbe
Robbe, een naam als een klok,
Robbe Deleu een strijdkreet,
vliegt de blauwvoet storm op zee!
Robbe doet mij denken aan
fratsen en grollen, aan hoge
bomen veel wind, een trotse
opa die de eeuwigheid verzint,
aan een stoere bink,
een Pallieter, een genieter,
zot op honing en toverdrank,
gretig kijkt Robbe straks de
wereld in, verbaasd maar
niet van slag, Robbe is wijs
zijn opa schutsengel, klaar
voor de eerste les in
dapperheid, ons handelsmerk!
Madeleine
Madeleine jouw naam pure nostalgie
koekjes van toen ik zelf een ukje was
reine Madeleine koningin meizoentje
madeliefje dat de wintermaand koos
om uit te pakken zich te koesteren
in de armen van mama Fien papa Bo
Beaufine slip of the tongue eureka!
Juliette je zusje is geboren
doopsuiker glaasjes Brassart honderden
kiekjes albumklaar en binnen twee jaar
een lustig paar Juliette en Madeleine
hand in hand door ’t Pajottenland de streek
van Ardooie en Aalst de zee het strand
twee koningskinderen paadjes trekkend
in het vlas trappestappend in de duinen
de wereld grijpklaar aan hun voetjes.
Mijn petekindje
D’ooievaar vloog Halle over
met grote vleugelslagen,
sierlijk als een wave, tussen
zijn ranke poten droeg hij stevig
verpakt een kindje naar de
kraamkliniek, op een fluor
armbandje stond: Madeleine,
in handwriting, met de C
van Cossement en de D van
Debruyne, haar trotse ouders.
Veilig gaf de grote vogel
zijn pakje af, voor hij opvloog,
neuriede hij het refreintje:
“Tot nog eens, tot gauw!” Ciconia
bemoeit zich. Foei! Madeleine
- Lein zegt grote zus - kwam bij ons
op 13 december ten jare
2006 het zonnekind
had winter weer en wind getrotseerd
tot grote vreugd van allen.
Een driftkopje
Een driftkopje als ze boos wordt
hier niet daar & nu niet later
reageert zij met veel misbaar
op wat haar zint of tegenstaat
staat zij stokstijf en genageld
staart zij naar de grond mondje in
een verbeten trek dan weet je ‘t
Juliette is boos ze kijkt ook zo
moet dit nu wel? Is dit van tel?
ik lust het niet ik doe het niet
het zint mij niet als je zegt dat
ik slapen moet als je zegt dat
ik eten moet niets moet alles
kan is haar motto niet wijken
haar devies toch blijft zij de
oogappel die ik opeten zou.
Madeleine (3)
Madeleintje met je wuivende
pauwenveertjes kroonwilgje in
zomerbloei indiaantje in oorlog
ik hou van je snit Côte d’Azur
in je pientere blauwe oogjes
zie ik de Middellandse Zee en
het chique volk dat paradeert
volle lipjes tuitende zoetigheid
wanneer je kreetjes kringelend
de kamer vullen de mensen
alarmeren kijk je guitig
om je heen om zoveel aandacht.
Robbe (2)
Robbe Robbedoes Robbesyn
drie namen drie verhalen
kleinkind stripfiguur bokser
met Robbedoes op schoot naar
papa luisteren het verhaal
van Al Robbesyn Belgisch
kampioen kastaar eerste klas
een Wevelgemnaar om in de
in de etalage te
zetten tussen de kleertjes en
de bh’s! Toen Robbe werd
geboren moest ik aan
beiden denken: Robbedoes
mijn stripheld Robbesyn de held
van vader. Nu is Robbe
our hero forever!
Thierry Deleu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten