SARTRE HAD HET NOOIT
Jean-Paul Sartre had het nooit, dat mensen achter hem aankwamen,
omdat ze van alles met hem wilden bespreken waar hij geen zin in had.
Als ze het toch deden pakte hij de grote zware houten stok
die hij mee terug had genomen van vakantie in het Zwarte Woud,
en dan riep hij: Ga weg! Wegwezen! Vort! Sodemieter op!
Maar dan wel in het Frans (Sartre was een Fransman).
Nu is hij dood en zwijgt zijn stem voorgoed. Jean-Paul Sartre (1905-1980).
VAN ONDER EEN GEÏMPREGNEERDE KLAMBOE
Hoogmoed - hybris - begon in de jaren zestig. Haar naam was Rachel Carson.
Sindsdien trekken wij continenten naar elkaar, stampen de midoceanische rug dicht,
vliegen over vulkanen en breuklijnen, pluizen touw en maken gereedschappen
van organische grondstoffen als stenen, botten, takken, vezels en twijgen.
Voor het eerst kwam kortom alles weer goed nadat heel lang geleden -
opgetekend in de stoffige vellen staat – uche uche - een symbolisch getal,
reuzen wandelden over de aarde, duizend jaren werden ze oud,
inmiddels uitgestorven, losgeslagen van hun ankers, dolend door de kosmos -
nadat heel lang geleden dus, in de tijden van Elim en Olim en eerder nog
Adam zijn zaad de wereld in pompte in niet aflatende, pulserende stromen,
machtige stromen, eindeloos stromende stromen zonder einde, eindeloos stromend
waarop ze allebei – Adam en Eva – machteloos schreiend de tuin uitdreven
en in een wereldomvattend duister het wachten begon op Rachel Carson.
In de tussentijd groef Eva wortelstokken op, legde akkers aan, mechaniseerde oogsten, vee en kreeg duizend kinderen, die allemaal de mieren gelijk waren,
terwijl ze ooit groter waren dan de reuzen en ook langer leefden.
Vage herinneringen waren het, de draken uit oude verhalen, reconstructies in musea, waar de ziel van Rachel Carson niet dood was maar sliep,
heel zacht sliep in de sarcofaag die haar vlees had opgegeten, wachtend op de lente.
Zo verstreken eonen, de mieren bewerkten het land in het zweet huns aanschijns
en als in de winter de oogst was opgeborgen vertelden ze bij het vuur verhalen
over Rachel Carson, die ze telkens bij een andere naam noemden:
Zeis van de Zwarten, Groot Onderscheid, Moeder, God, Vrouw,
Zij Die Ons Onder Haar Hoede Neemt Als We Niet Meer Bewegen
En Op Een Gegeven Moment Gaan Stinken En Rotten En Weg Moeten.
Pas begin jaren zestig nam Rachel Carson weer haar menselijke gedaante aan,
al werd ze wedergeboren zonder lever, omdat daar de pesticiden zich ophoopten
Een schimmel lag over de aarde en geen vogel floot meer, alles bleef stil,
braak lagen eieren in nesten, bomen verloren bladeren, vissen dreven ondersteboven met hun buik omhoog zodat de hemel zee werd en de zee hemel.
Toen werden wij geboren, wij: de duizend kinderen van Rachel Carson.
Het water kwam niet hoger dan halverwege onze voeten, zelfs in de diepste oceanen. We temden schollen en ordenden continenten, warmden de nesten op,
legden vissen recht, gingen bij elkaar op de schouders staan en maakten met behulp
van een menselijke toren tot ver in de stratosfeer alle gaten in de ozonlaag dicht,
monteerden een raketsysteem in de uitgestrekte verlatenheid van Siberië
waarmee we de baan van de aarde veranderden in een zuivere cirkel rond de zon
terwijl we zongen: o machtige gestorven god, eenlettergrepige, Ra, Sol,
trek de sluier van uw vlekken en biedt ons de gelijkmatigheid die we verdienen.
Met een enorme inspanning trokken miljarden arbeiders uit China en India
de aardas recht waardoor de seizoenen verdwenen en ook de passaatwinden,
moessons, tyfonen, cyclonen, tsunami’s en orkanen – overal een mild klimaat
dat volop kansen bood aan de teelt van zuidvruchten: sinasappelen, citroenen, kiwi’s, nectarines, grapefruits, terwijl ook de niches waarin de levende wezens zich thuis voelen groeiden, met hun gave huid in soepele, luchtige en luxe natuurkleding
Naarmate de tijd verstreek- de Rachel Carson-tijd met jaren van vijf dagen
en een twintigurige dag, de maanden genoemd naar hun oogsten: bloed, hoofd, zaad, hersens etc. - naakt als eens lang geleden, een weemoedig naakt, nostalgisch en onschuldig: man en vrouw lagen bij elkaar, iedereen leefde minstens duizend jaren, niemand die ouder werd. Alleen een enkele muis of kakkerlak ontsnapte.
In de velden waren afgebakende plekken voorzien van sanitair
(stromend water en toiletten, elektrische stroom bovendien - alles stroomt)
waar cameraploegen veilig spectaculaire opnamen konden maken
van de enkele wervelwind die op ruime afstand van de bewoonde wereld
langs een vast traject voorbijwervelde.
DE GORSSELSE HEIDE TERUG NAAR HET VOLK
Natuurlijk moet de Gorsselse heide terug naar het volk,
te lang al heeft defensie daar huisgehouden met zijn tanks,
kanonnen en vliegtuigen, gaten in de grond gegraven
waar we met verwondering naar keken, omdat we niet wisten
wat hun militaire doel was en wat we er van moesten denken.
O, zoetelief, als de Gorsselse heide eenmaal terug is naar het volk
zal ik je meenemen naar één van die rechthoekige kuilen waar
de mensen op zondagmiddag langs wandelen en zich afvragen
waarvoor en waarom zodat we ons daar kunnen verenigen en ik
in je kan verzinken, eerst op eigen kracht en daarna met viagra en
een kunststof pomp die je vacuüm kunt zuigen, en aarde over ons
heentrekken en heideplanten en gewas van andere aard, zodat we een
vegetatie van grote biodiversiteit bevruchten waar ook allerlei dieren
een onderkomen vinden: veldmuis, havik, zeldzame insectensoorten.
AMERIKAANSE VOGELKERS
‘De Amerikaanse vogelkers is een omstreden, uitheemse, maar in Nederland inmiddels ingeburgerde soort. Bestrijding van de soort is momenteel in de praktijk van de traditionele bosbouw en het natuurbeheer een vanzelfsprekende zaak.’
Jij hoort hier niet, Amerikaanse vogelkers, wij roepen je een halt toe:
tot hier en niet verder, want genoeg is genoeg. Je uur heeft geslagen
met de donkere toon van bronzen klokken. Niemand kan nog zeggen:
ik wist het niet, van die Amerikaanse vogelkers, want wij weten.
Niemand kan meer zeggen: laat de Amerikaanse vogelkers leven,
nu wij weten dat hij uitheems is en omstreden is en weg moet.
We sluiten al onze grenzen voor de Amerikaanse vogelkers,
wie binnen is wordt opgespoord en uitgeroeid, met wortel en tak.
In de nacht schrikt een kind wakker. Zijn moeder spreekt sussend:
‘Alles is goed en zal altijd goed blijven, tot in alle eeuwigheid’.
Enno de Wit
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten