Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

1 maart 2009

Uit "Andere Tijden"






















Ik, Jan Cremer
Legendarisch boek verscheen precies 45 jaar geleden



Op 28 februari 1964 werd het boek Ik Jan Cremer van Jan Cremer uitgegeven – exact 45 jaar geleden. Het sloeg in als een bom in de rustige Nederlandse samenleving. Cremer had het manuscript overigens al in december 1962 ingeleverd. Andere Tijden maakte een reconstructie van deze literaire orkaan.
In de eerste helft van de jaren zestig viel het woordgebruik van Cremer helemaal uit de toon. Hij schreef onder meer: “Als de grote massa uit de ingewanden gegleden is en de klep voor de urinetunnel is gevallen komt het knijp- en sluiswerk. Het is altijd verbazingwekkend hoe goed er gescheten en geseken kan worden met overleg en beraad. Wat ‘n verlossend gevoel kan het soms wel niet geven: het lozen van opgespaarde seik of verteerd vreten.” Wat vooral hard aankwam, was het feit dat Cremer openlijk over seks schreef: “In het begin naaide ik Brigitte vijf keer per nacht, en hoe, wild, wilder, wildst, na een paar weken schold ze me uit voor intellectueel, omdat ik haar maar één keer naaide en dan nog met moeite.”


De recensies waren vernietigend. J. van Doorne schreef in Trouw: “Jan Cremer hoort in een kliniek thuis of in een tuchthuis. Dat moeten beter bevoegden maar uitmaken. Maar hij hoort zeker niet in staat gesteld te worden, zijn smerigheden en zijn smerige dagdromen in druk te geven”.


En Pierre H. Dubois oordeelde in Het Vaderland: “Een soort moderne schelmenroman. Het feit dat de hierin verwerkte avonturen en relazen grotendeels het resultaat van fantasie zijn, maakt ze niet onschuldiger. Ik bedoel hier niet de seksuele grootspraak en de ruige terminologie die weinig verassend hebben kunnen, maar vooral de onverholen lijnrecht sadistische ontboezemingen, die op een dusdanig fascistische geestesgesteldheid wijzen, dat men niet anders meer kan constateren dan dat De Bezige Bij, die met dit werk haar fonds gemeend heeft te moeten verrijken, van de ondergrondse in de onderwereld is beland.”



Niet alleen de inhoud riep weerstand op. Veel Nederlanders namen ook aanstoot aan de bravoure waarmee het boek gepresenteerd werd en vooral aan de bravoure van de jonge auteur zelf. Met Ik Jan Cremer deed de reclame zijn intrede in de literatuur en daar sprak men schande van, aldus Cremer. “Waarom mag een pak havermout wel uitvoerig in dag- en weekbladen worden afgebeeld? Waarom mag men de havermout op televisie aanprijzen als het Beste Pak Havermout ter Wereld en waarom mag dat niet in de nog steeds voor velen heilige kunst, zoals literatuur?”


In 1978 keek de schrijver terug op die tijd: “Ik schreef een boek, en werd met dat boek wereldberoemd. Nu, zoveel jaren en enkele boeken later, zijn ongeveer 12 miljoen boeken van mij verkocht over de hele wereld. Mijn boeken zijn vertaald in 12 talen en verschijnen in meer dan 30 landen.”


Andere Tijden maakte een aflevering over de geschiedenis van dit boek.


http://geschiedenis.vpro;nl/artikelen/41556983


Geen opmerkingen: