Inspiratie
H. Claus
een monument bouw ik,
voor een herinnering die nog komen moet.
een standbeeld zet ik neer,
want over driehonderdduizend jaar
leest niemand mijn gedichten meer.
zijn verhaal schrijf ik,
want mijn aardse dagen zijn geteld.
5 april 2006
voorwaar een memorabele dag vandaag,
vijfenzeventig jaar Hugo Claus.
een dichter van het eerst uur zonder blad
voor de mond trapt hij heilige huisjes in.
een hele reeks prijzen,
alleen de ultieme is hem ongegund.
een woord, een beeld, een scène
't is hem allemaal gelijk.
hij wordt geïnspireerd.
hij inspireert.
de dichter
langzaam tastende handen,
een streling voor het haar.
een vinger glijdt
langs neus en lippen,
en tekent met zachte toets
de contouren van een vrouw
die liefde geeft,
en liefde neemt.
als woorden die vloeien uit zijn pen,
en vorm geven aan het papier,
zo bemint de dichter zijn geliefde,
in eenheid en verscheidenheid,
door zijn muze geïnspireerd.
beeld
opborrelend uit het niets
kwam jij, volmaakte Schoonheid,
en zette de wereld van de kunstenaar
in vuur en vlam, toen zijn handen
gleden langs jouw perfecte vormen –
om je weer te geven
in zijn onvolmaaktheid.
programma
de oude dichter is versleten,
hij wordt niet meer gelezen.
nieuwe woorden vloeien uit een pen,
en de godin baart verandering.
vernieuwing is het magische woord,
dat nu door de aderen vloeit,
en blauw kleurt naar herinnering,
een verleden zonder spijt.
de blik hemelwaarts gericht,
vormt een visioen hier beneden.
de oude boodschap is verdronken
in een waterval van voltooid verleden.
inspirerend
nauwelijks is de inkt gedroogd,
de dichter wordt geen rust gegund,
wanneer nieuwe gedachten
al weer zijn hoofd vervullen.
de tijd kleurt de haren anders,
maar de jaren gaan niet voorbij.
woorden verlichten het oude leven,
parallel aan het nieuwe beeld.
inzicht wordt geboren,
de moederkoek wordt afgedreven.
poëtica
traag stromen mijn gedachten
op de golven van mijn inspiratie.
zij vormen woorden, verzen,
tot een boodschap groeien zij,
in een tijdloos weven
doorheen vergankelijkheid.
als uit de as
mijn lichaam,
omgeven door vuur.
doch geen vlam
die het verschroeit.
en toch verteert het,
atoom per atoom,
eens zijn doel bereikt.
terwijl mijn ziel onaangeroerd,
en beschermd door de gloed,
verlangend naar vernieuwing
blijvend streeft.
het beloofde land
sneller en sneller
volgen de akkoorden,
ze vullen mijn hoofd
met verlangens
naar een verre droom,
het beloofde land –
ik volg mijn lot,
waar het mij ook brengt,
beelden van ijzige steppen,
of mistige bergtoppen,
de hitte van de evenaar
of gewoon het Noordzeestrand.
ik word vervuld
van een ritme,
de drums op het podium,
een monotoon duet.
wilder en wilder
warrelen de tonen
om mij heen,
draaien om mijn as,
overal wil ik heen.
seizoen
takken kreunen onder het geweld
waarmee de wind rukt aan de bladeren.
zachtjes kleurt de tuin bruin, rood en geel,
en laat de natuur in haar ritmische naaktheid
ontvangen de winter ijzig kil.
maar ook dat gaat voorbij,
in een wisseling van seizoenen,
en verheugd aanschouwen wij het eerste groen,
dat langzaam open bloeit tot een kleurenpracht,
het palet van grote kunstenaars.
verleden wijze
ik lag op mijn rug,
de ogen gericht op de tepels van een wolvin,
die eens Romulus en Remus voedden.
geen druppel rest voor mij.
uitgedaagd door een verleden
dat geen toekomst naast zich draagt
dompel ik mij onder in een heden
dat mij vernieuwing brengt.
ik neem mijn pen,
en schrap in oude verzen
wat mij in vervoering bracht.
schrifttekens
uit een zee van letters
lees ik woorden en zinnen samen,
duizend bronnen gelijk,
die mijn muze inspireren,
om ze toe te vertrouwen
aan de vergankelijke eeuwigheid.
poëtisch verlangen
jaren geleden al
gaf ik mij voor het eerst over
aan het verlangen naar poëzie.
waar ik mijn inspiratie haalde,
wie zal het vertellen ?
van Ostaijen trok mij aan,
en misschien ook wel Marsman.
tenslotte zocht ik het veel verder,
en zo belandde ik in Weimar.
onder het alziend oog
van deze grootmeester
evolueerde mijn schrijven
tot wat het nu geworden is.
beperkt blijft het dichterlijk publiek,
maar aan allen die er van genieten,
dank.
misschien schrijf ik ooit
nog wel eens
...
een meesterwerk.
lezen
‘k Heb altijd graag gelezen,
een boek in mijn handen
is nog steeds een waar plezier.
Een spannend verhaal,
of een tekst met een moraal,
het maakte mij niet uit,
poëzie of proza,
drama of boeken over,
als ik maar lezen kon.
Nu ik wat ouder geworden ben,
en teruggekeerd
naar wat men te noemen pleegt
de groten aller tijden,
welke ook hun afkomst zij,
komt ook hun inzicht boven drijven,
en voel ik mij een Faust gelijk.
muze
mijn muze, zij spreekt
doorheen mijn pen,
waaruit onophoudelijk
woorden vloeien.
geduldig leert zij mij
gevoelens te delen
met een publiek, dat mij aanbidt.
duidelijk wil ik klinken,
boven de verwarring
van mijn papieren stoffelijkheid.
Roger Pelgrims
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten