De bundel
Gert bestelde meer in de friettent dan goed voor hem was, na de laatste hap kreeg hij weer het bekende gevoel, alsof er een baksteen in zijn maag zat. De rest van de avond kon hij doen wat hij zelf wilde, zijn vriendin Nel zou hij morgen pas weer zien.
Hij startte zijn computer en kwam terecht op de pagina van Boekwinkeltjes NL.
Bij “zoeken” typte hij zijn naam en warempel daar verscheen op het scherm zijn in 1997 in eigen beheer uitgegeven dichtbundel. De bundel had hij laten drukken in een oplage van vijfhonderd exemplaren, achteraf bleek dit veel te veel te zijn.
Gerenommeerde dichters haalden dit aantal vaak nog niet, toch wist hij met veel moeite de helft van de oplage te verkopen. Op een kwade dag had hij de overgebleven exemplaren vernietigd samen met de originelen. Zelf had hij dus geen enkel exemplaar van de bundel, hij had nog maar een vaag idee welke gedichten hij toen schreef.
Al een hele tijd zocht hij antiquarisch naar zijn bundel maar deze leek wel van de aardbodem verdwenen te zijn. En nu, eindelijk, kon hij zijn eigen bundel terugkopen, al viel de prijs niet mee, ruim het dubbele van de originele prijs in 1997.
Gert belde de volgende dag met de antiquaar en hij kon de bundel meteen komen halen omdat de antiquaar op die dag zijn zaak toevallig open had.
Waarom wilde hij die bundel eigenlijk terug?
Gert was van plan weer te gaan schrijven, hoewel hij wist dat dit niets opbracht, althans tot nu toe had het schrijven nauwelijks iets opgebracht en waarom zou daar in de toekomst verandering in komen. Dan zou hij al landelijk moeten doorbreken, maar dat zat er niet in als je ver van de hoofdstad woonde en als je geen lekker wijf was.
Allochtoon zijn wilde ook nog wel eens helpen, of allochtoon en lekker wijf. Je struikelde over tientallen schrijvende blonde stukken op TV, die verkochten als een tierelier.
Hij dacht aan Nel, dat was een blond stuk, zou hij niet kunnen schrijven en dan doen alsof Nel het geschreven had? Maar dan wel proza, met poëzie was al helemaal niets te verdienen. Maar goed dat was allemaal van later zorg, hij zou wel zien.
Gelukkig werkte Nel als verpleegster en hoewel ze niet officieel samenwoonden, voelde dat wel zo. Al vaker had ze hem financieel geholpen als zijn uitkering weer eens tekort schoot.
Trouwens Nel, hij moest haar bellen, ze moest hem naar het antiquariaat rijden dat in een stad veertig kilometer van hun woonplaats was gevestigd.
Met de Atos van Nel reden ze de snelweg op, die was versmald tot één rijbaan, de rechter.
De linker was afgezet met pionnen. File!
Op de linkerrijbaan was van enige activiteit niets te zien kilometers lang. “Rij links er langs Nel”, zei Gert “Betaal jij de bekeuring dan?”. Eindelijk, tien kilometer verder zagen ze wat de oorzaak van de file was, snoeiwerkzaamheden in de middenberm. Moest daarvoor zo ver van te voren één rijbaan worden afgesloten? Gert bedacht dat het met de normen en waarden in Nederland nog al mee viel, immers iedereen bleef als een mak schaap op de rechterrijbaan rijden, was hij dan echt de enige die dit patroon had willen doorbreken?
Tegelijk met Gert en Nel betrad een vrouw het antiquariaat met een door vele schoonheidsbehandelingen geteisterd gezicht. Gert wilde al zeggen, “Mevrouw uw gezicht heeft veel geld gekost, maar het resultaat is bedroevend”, toen hij zag dat de vrouw een mok koffie in haar hand had, bestemd voor de antiquaar, het was de buurvrouw van de antiquaar.
“Mevrouw u bent een goed mens” zei Gert. De vrouw glimlachte zo goed en kwaad als dat nog kon en vertrok.
De antiquaar had de bundel van Gert klaar liggen.
Gert bekeek nog snel enkele andere boeken en raakte met de antiquaar in gesprek over boeken, schrijven en uitgeven. “Ik zit aan de overkant op een terras” riep Nel, “want dit gaat nog wel even duren”. “Wacht even, ik kom zo” zei Gert. “Ja, ja, dat zal wel, geen ergere oude wijven dan mannen”.
Even later zat Nel op een terras in het zonnetje, ze had gelijk, pas twee consumpties later kwam Gert naast haar zitten. Het begon te regenen. Gert en Nel namen hun drankje van het terras mee naar binnen.
Binnen zat de cafébaas een boek te lezen achter zijn toog. Aan de bar zaten twee mannen die ook een boek lazen. Dit lijkt verdomme wel een filiaal van de openbare leeszaal, dacht Gert, met dit verschil dat deze drie mannen terwijl ze lazen, wel stug doorzopen.
Niets weerhield hem dus om zijn verloren gewaande bundel uit te pakken en op zijn gemak te gaan lezen.
Martin Wings
info@martinwings.nl
www.martinwings.nl
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten