Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

12 december 2008

Cursiefje van Iris

WAT VELEN NIET WETEN

In vele landen ter wereld wordt door een of ander televisiestation een kookprogramma uitgezonden. Om het even waar men kijkt wordt er gekookt. Overal hetzelfde chique gebeuren, of toch bijna hetzelfde. Voedsel voor de elite of voor verwende papillen van verwende burgers. En de massa kijkt toe, soms watertandend. Soms ook met tegenzin. Wat mezelf betreft: ik heb me vlug afgewend van deze tegen de borst stuitende tv-uitzendingen omdat ik besef heb van de vele voedselproblemen, en te maken heb met hongerlijdende mensen.
Ooit zag ik hoe een keukenchef een ringvormig recipiëntje aan het ineenknutselen was. Hij gaf zich moeite. Met een lasapparaat vormde hij een stuk blik om tot keukengerief. Het kleine holle ding werd opgepoetst tot het blonk als een ster. Daarna werd het gevuld met voedsel dat in een torentje op het bord bleef staan nadat het recipiëntje voorzichtig weggenomen was. Het kan niet ontkend worden dat keukenchefs zich moeite geven. Ik veronderstel dat het beetje dat op het bord komt zelden zo goed zal smaken als wat in moeders keuken wordt bereid.
Hoe ook, er wordt veel over voedsel gepraat, zelfs gevloekt over de woekerprijzen die de pan uitswingen. Voor de een is voedsel een noodzaak, voor de andere een bijzaak, voor sommige een luxe. Je zou kunnen zeggen: er is voor elk wat wils. Doch was het maar zo, velen moeten het dagen na elkaar stellen zonder voedsel, en als er dan al iets van de overvloed bij hen terechtkomt is het niet veel meer dan wat afgeknaagde beenderen en beschimmeld brood. Miljoenen dieren worden dagelijks afgeslacht, en graan wordt in zodanige grote mengen gekweekt zodat jaarlijks grote stukken woud verdwijnen, dit om nog meer grasland aan te leggen voor de grazende koeien, goede dieren, die niet langer beschouwd worden als vrienden maar als harde valuta. In Paraguay en naburige landen zijn de doden en de verbrande mensen niet meer te tellen; soms zijn er gaten in hun armen en benen gebrand zo groot als een euro. Verbrand als ze zijn door de overvloed aan toxische stoffen die in wolken de lucht ingaan om dan op land en mensen terecht te komen. Pesticiden worden tonnenwijze op het land gestrooid, met reusachtige sproeimachines of vanuit vliegtuigjes. Soja is de plant die alles aan het verwoesten is. Soja en nog eens soja. Akkers, zo groot als provincies, worden met soja bezaaid en daarna bespoten. Kinderen worden verminkt geboren en groeien op -indien ze niet al in de buik van hun moeder sterven- in de vreselijkste armoede op een paar kilometer afstand van de steenrijke, hardvochtige grootgrondbezitters. Hun landeigendom overschrijdt soms de 50.000 hectare. Al die vreselijke dingen worden in het rijke Westen doodgezwegen door de oppermachtige media.
Ik kan mezelf niet veranderen en ik wil het ook niet. Ik zal die dingen blijven in het licht rukken die de ogen en harten kunnen openen van de medemens. Of ik daarmee iets aan de wantoestanden zelf kan veranderen? Nee, zo naïef ben ik niet. Wij, de gewone mensen, staan machteloos tegenover het onheil die de opperalmachtigsten op de armste hoofden doen neerkomen. Zoals men kan zien zijn er nog andere criminelen dan die met de witte boorden. Dragers van grote dure panamahoeden en lederen laarzen -meestal ingeweken Europeanen- zijn uit de criminele voedselwereld niet weg te denken. Ze zijn nog een stuk onverantwoordelijker en nog een groot stuk gretiger en zelfzuchtiger dan de meest harteloze bankmagnaten.

Iris Van De Casteele

Geen opmerkingen: