Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

14 oktober 2008

Gedichten van Jan Huyghe

Accordeon aan vaders bed

Alles is allang geschreven,
ook ’t laatste woord nu dra gezegd.
De stilte is een web aan ’t weven,
en ’t witte kleed is klaargelegd.

Ach pa, wil ik een lied nog spelen,
van land of zee, -schoon klaart de dag-?
De tijd die rest zullen we delen,
in deze avond als dat mag.

Hij vouwt zijn handen op de sprei,
zijn mag’re vingers in rozet.
O ja, speel mij de purpre hei!
Ik start een muzikaal gebed.

Pa vindt het mooi, hij sluit de ogen
als hij de zachte tonen hoort.
Terwijl zijn lippen langzaam pogen
een glimlach bij ’t ultiem akkoord.

Vader is moe, na zoveel jaren.
Hij zong voor mij toen hij mij won.
Nu zal hij zelf de nacht invaren,
met ’t spel van mijn accordeon.

Mijn lied is uit. Vadertje slaapt.
Ik hoor geen taal, ik zie geen teken.
Maar d’adem die zijn keel wat schraapt
is mèèr dan duizend zinnen spreken…


Jan Huyghe
Oostduinkerke, 10 sept. ‘06


De waard van het Estaminet "In de Peerdevisscher"

Kom van Limburg of van Rijn:
hij is de boude wachter
die groet,
met het woord van de zee.

Stuurman ooit,
op vreemde wegen,
in vervoering,
voor al wat handen vormen.

Nu hoeder van het erf,
waar tijd in gebed ligt,
en sluimert langs herbergzaamheid.

Kophard en bast van kokos,
-een jeugdspoor richting Kongo?-,
maar doorgedrongen tot de vrucht:
zoete melk en een zacht hart.

Lise was zijn paard
dat zijn woeling zadelde,
tot wiege-roes op zalig water.

De waard,
hij trekt garnalen vingervlug,
mikt ‘t schaalhuis parabool-precies.

Voor Bleksje Treksjes lied:
een tong als slotakkoord.
Van vijf vadem ver,
vlak in de klak.
Levende vers.

Geen knaap deinst achteruit:
“Maurice, waar graast Briek?”
“Kom mee jongen! Kom!”

Jan Huyghe,
IV.X.MMI

Ter gelegenheid van de feestelijke huldeontvangst van de h. Maurice Denecker, na 27 jaar afscheidnemende waard van de museumherberg Estaminet "In de Peerdevisscher" op het domein van het Nationaal Visserijmuseum van Oostduinkerke.
Koksijde, XX.II.MMIV


Voor Nelly Huys

wees welkom in dit hangend boek
van mantel, pak, blouson en broek
draai het van buiten traag naar binnen
wil, klere-gek, het goed beminnen
eerst was er ’t lijfelijk model
plat of rondborstig, ’t zoet duel
van lang of kort met de lintmeter
van dun of dik, asceet of vreter
en uit ’t papier, potlood en gom
kroop het patroon, recht, rond of krom
dan snijden, knippen, modelleren
wat jassen passen, retoucheren
tot slot nog naaien met ’t machien
de lappen samen op stramien
om op het eind met liefdeblijken
die kouwe kleren warm te strijken

dit album, eerst van naald en draad
van stik en stof, van maat en naad
was eertijds echte haute couture
en is nu zeefdruk, ets, gravure

kom, neem een kijkje, doe als thuis
blader en droom, in Nelly’s huis


Jan Huyghe
Oostduinkerke, 2 mei ‘04

Geen opmerkingen: