Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

7 juni 2008

Uit Thierry's archief - 2

Culturele figuur van de Stad Harelbeke (brief aan JVH dd. 22 november 2000)

Ik luister naar het Harp Concerto in a major van Carl Ditters von Dittersdorf. Zalig. Straks hoor ik romantische harpmuziek van Johann Georg Albrechtsberger en Georg Christoph Wagenseil. Deze dubbel CD is bestemd voor La Vallade.

“Culturele figuur van het jaar 2000”. Van figurant word ik figuur, van BS word ik BH. Bekende socialist? Ik ben blij dat dit verleden tijd is, nu vooruit met de Cultuur! André Velghe en ik hoopten dat deze onderscheiding ons bij de eerste editie in de schoot zou vallen. Met enige pretentie waanden wij ons de éminences grises van de Harelbeekse cultuur, hoewel ik beken dat zowel André als ik ons soms uitgeteld voelden – boksers die na de tien tellen niet meer overeind komen -, passé in een cultureel Harelbeke dat resoluut koos voor de Tom Lannoyes en de Brusselmansen van onze tijd. Maar u merkt het: het kan verkeren. Van ontgoocheling is er echter nooit sprake geweest, omdat wij enerzijds alle prijzen en nominaties flink relativeren en anderzijds omdat wij ons perfect konden verzoenen met de keuze van de culturele figuren.
Dat ik in 2000 uitgeroepen word tot culturele figuur van de Stad Harelbeke heeft veel - ik hoop niet alles - te maken met mijn recente publicaties. Op de dag van de voorstelling van mijn essay over André Velghe in maart 1998 was de overweldigende toeloop een spontane uiting van de volkswil: André blijft de culturele figuur primus inter pares van de Stad. Ik draag dan ook deze onderscheiding aan hem op. Postuum en symbolisch. Ik weet dat mijn voorgangers het met mij eens zijn als ik proclameer dat André Velghe de primus omnium is van cultureel Harelbeke. We zullen nog veel culturele prestaties moeten “neerzetten” om deze eretitel even dubbel en dik te verdienen als meester Velghe.
Het wordt hoog tijd dat ik mij opnieuw actiever beweeg in de wereld van de cultuur, een wereld die zich veel dynamischer, genereuzer en inventiever opstelt dan de politiek. Cultuur heeft de mensen ook meer te vertellen. Nu ik uitgeroepen ben tot culturele figuur van het jaar 2000 is deze wending als vanzelfsprekend.

Het Adagio begint. De harp wordt beroerd door Jaria Bouskova. Mooi.

Van de schepen van Cultuur kreeg ik een breed lint omgord. Ik voelde mij onwennig, maar bij nader toezien merkte ik dat het lint vakwerk was. En ik verzoende mij met mijn gedecoreerd lichaam. Bovendien duwde de bibliothecaris mij de kartonnen doos van Pandora in mijn handen. Die man is een bezige bij die overal komt brommen waar culturele imkers zich vertonen in hun kooien van geperst papier in paprikakleur.

Een dag later.
Ik open de doos en bovenop in bedwelmend naakt zij ligt: George Sand. Een onthullende biografie over een dame over wie Victor Hugo bij haar dood in 1876 schreef: “Ik huil om een dode, ik begroet een onsterfelijke”. Inderdaad, George Sand is een naam die nog steeds leeft. Vooral als minnares van Chopin, als boegbeeld van vrouwenemancipatie, als sigarenrokende nymfomane in mannenkleren. Maar zij was ook de stuwende kracht achter de revolutie van 1848, zij inspireerde Balzac, De Musset en Flaubert. Daarnaast was zij een vrouw die overal en iedereen te hulp schoot.
“Bovendien, bovendien,” riep jij in de catacomben van je bibliotheek, “zij woonde in een landhuis te Nohant, ten zuidoosten van Châteauroux, onderweg naar La Châtre en Guéret. Heeft onze “culturele figuur” daar geen stek?” Je nam het boek in je twee handen en legde het behoedzaam op je werktafel. Je hield een wijle je getormenteerd hoofd tussen je handen en riep: “Eureka! Ik bezorg hem ook een detailkaart van de regio Limoges en Guéret. Zo weten wij waar hij zich schuilhoudt.”
Het schoot de publieke bibliothecaris ineens te binnen dat zijn “culturele figuur” ook plannen koestert om naar Portugal op prospectie te gaan. Zijn schoondochter Inge en Peter willen daar een hotel(letje) uitbaten. Boven Lissabon. Hij stopte een mapas van Portugal en van Lissabon in de doos.
Vriend, wij zijn Bourgondiërs, ik wist dat je dit niet zou vergeten, je bent zelf een lekkerbek. Je zocht en je vond dé kookbijbel van de eigen keuken op cd-rom. In een oogwenk meer dan 700 gerechten met ingrediënten van eigen bodem op mijn pc, met extra selectiemogelijkheden: snel, caloriearm, feestelijk, goedkoop.
De poëzie kreeg ook haar (rechtmatig) deel: de mooiste gedichten van Guido Gezelle (een keuze van die andere Deleu, “Jozef van Ons Erfdeel”) en een geweldig interessant boek over Luceberts dichterschap van de Historische Uitgeverij van Den Haag.
Ik luister naar de Finale van Johann Georg Albrechtsberger Partita in F major. Straks leg ik mijn oor te luisteren aan de “the music of the Oriental Gypsy Brass Band from Macedonia”, een mix van brassbandsounds en Turk-Bulgaarse klanken. Vriend, hoe weet jij dat ik van die muziek hou?

Nooit ging ik naar een activiteit van het Festival van Vlaanderen. Vooroordelen? ‘t Zal wel. Te elitair, te Vlaams, te klassiek, te stofferig, te antiek. Maar ik vergiste mij deerlijk. Inmiddels ben ik tot inkeer gekomen: ik hou van fatsoen, van nieuw oud, van Anciaux, niet van Bourgeois. Het Festival is niet meer zo bourgeois, maar meer anciaux. Geen schijnvertoon meer, maar echte tranen. Geen krokodillen meer, maar knuffeldieren. In de Munt hoorde ik werk van Beethoven, Berlioz, Brahms, Glinka, Mahler en Prokofiev en viel achterover in de schoot van een dom blondje. Het Monteverdi Choir zong Chor der Priester O Isis. Vriend, wat een belevenis. Dank zij jou, mijn goede vriend. Met zijn zeven opera’s behoort Prokofiev tot de meest productieve vertegenwoordigers van het genre in de 20ste eeuw.

Terwijl ik netjes alles uitstal, vind ik nog een cd-rommetje: Flexicon 96 voor taalverrijking Nederlands. Groot gelijk, vriend, een schrijver mag nooit zelfgenoegzaam worden, hij moet zich blijven scholen en woordjes als wrevelagent, thuisfluiter, snuffelstage, soepjurk en aaipoes tot de zijne maken.
“Aaipoes”, als kattenmens is dit woord mij bekend. Wie niet van katten houdt, kan geen liefde spinnen.
Via Het mooiste museum van de wereld, een cd-rom met en overzicht van de kunst in een levendige encyclopedie, krijg ik Brigitte Raskins Eigenzinnig alfabet in het oog. Een zelfportret. Ik had aanvankelijk een Bruynooghes boontje voor Brigitte, maar zij werd (te) vlug zelfgenoegzaam, blauwkousig. De liefde is uit. Toch zal ik haar zelfportret kritisch bekijken. In 1989 verruilde zij haar loopbaan als lerares voor het schrijverschap. Dan liep het fout. Een schoolmeester is in zijn klas God de Vader; indien hij dit toepast in de samenleving, wordt hij al snel ongenietbaar betweterig. Ik hou niet van schoolmeesters. Ook niet van onderwijzeressen. Onder-wijzen, met de wijsvinger naar beneden gericht, onder mij, gehoorzaam zijn, volgzaam, geen vragen, ik stel de vragen.

Vriend, ik wist het, ik wist het: er zou een boek bij zijn over de wielersport, over de velo, over Kunst rond koers, naar aanleiding van een tentoonstelling van werk van Erwin De Bie. Een peloton van 62 renners is - in plaats A - op tijd vertrokken. Honderden supporters willen kennis maken met het boek (en de tentoonstelling) van De Bie. Koers is kunst, zoveel is zeker. Denk aan het realisme van de zwoegende, lijdende renner, het impressionisme van een kleurrijk peloton dat zich door het Vlaamse landschap slingert, het expressionisme van de getaande rennerskoppen, het surrealisme van twee benen en twee wielen in een wereld van almachtige computers en bovenaardse ruimtevaart. Wim Van Herreweghe, koersdirecteur in de Ronde van Vlaanderen en de Omloop van Het Volk zegt het heel duidelijk: “Wielrennen behoort tot onze genen.”

Behoort het station van Harelbeke tot onze cultuur? Is het station de Poort van de Stad? Is het station van Harelbeke en kunstwerk? Is er toekomst voor het station? Harelbekes burgervader is er van overtuigd dat "zijn" station een niet onbelangrijke rol speelt. Dit is een relevante opmerking. Hij schrijft: “Is het daar niet dat je afscheid nam van je lief? Waar je je lief opwachtte? De plaats waar heel wat idylles ontsproten zijn?” Juist, meneer de burgemeester. Het kan misschien raar klinken maar ook de wereld van het spoor is mij gaan boeien. Omdat ik vier jaar gespoord heb naar Brussel, samen met mijn spoorvriend Roland De Busschere. Vaak hebben wij arm tegen arm, hoofd aan hoofd, een spoorslaapje gesnurkt tussen Waregem en de Midi. Met dit romantisch tafereeltje neem ik hier en nu afscheid van de trein, van de vroege morgenstond en het late avon(t)uur.
Vriend, ik lees zeker Spa van Elvis Peeters, ook omdat ik het spijtig vind dat ik geen croonervoornaam heb als Bing Deleu, Nat King Deleu, Frank Deleu, Mac The Leu. Spa is zijn debuutroman. Wanneer komt mijn Eindterm uit? Ik werk nog één correctie af en dan gooi ik de kopij in jouw bus. Ik ben het moe.

Hoe mooi klinkt het harpconcerto van George Frederic Handel! Het allegro moderato in 6’02. Ik houd op met schrijven. Ik geniet. Aan de harp zit Maria Grafova, blond, geblond, met een laag uitgesneden décolleté, zij draagt een lange zwarte transparante, met kant belegde, jurk, waaronder haar frêle voetjes naast de stoelpoten roodgelakt de zaal inkijken. Met enige moeite dansen mijn vingers weer op het koude klavier, ik ben de pianist van het Janàcek Philharmony.

Wat vond de “culturele figuur van het jaar 2000” nog in de doos van Pandora? Pandora, de eerste vrouw op aarde, droeg een doos bij zich die ze niet mocht opendoen. Nieuwsgierig als zij was deed zij het toch en terstond verspreidden zich allerlei rampen over de aarde. Beet Eva niet in de appel? En wat deed Xanthippe, vriend? Die vrouwen toch en toch: “Houden wij van alle vrouwen?” zingt Luc Steeno. Dit is een banale outing van Steeno. Dit doet mij denken aan de rijkaards die beweren dat geld niet gelukkig maakt.
Even fronste ik de wenkbrauwen als ik Nachtwerk van David Baldacci uit de doos opdiepte. Een onooglijk klein, goedkoop boekje dat mij deed denken aan pulplectuur en kioskliteratuur. Maar toen ik de achterflap las wist ik beter, veel beter: Baldacci schrijft spannende thrillers en van mij verwacht jij dat Eindterm ook zo’n spannend boek wordt. Vooreerst Eindterm is geen thriller, geen misdaadroman, wel het verhaal van een passioneel drama op Onderwijs.

Beste vriend, Kijk eens naar het vogeltje heb ik voor het laatste genomen. Zoveel dierenliefde had ik van jou niet verwacht. Op de kaft zit een parkietje op de rechterschouder van een lief ogend meisje. Vriend, ik heb nog parkieten gekweekt in mijn jeugdjaren en kort na mijn huwelijk. Toen hadden wij vier katten, 62 parkieten, een Japanse nachtegaal, drie ganzen en een kalkoen. Toch heeft dit huwelijk geen stand gehouden of misschien juist daarom niet. Wie te veel met dieren bezig is, verwaarloost de andere gezinsleden. Grapje. Wat is dierenliefde? Houden wij van dieren of houden wij van wat we met dieren doen? Hoeveel eigenliefde is ermee gemoeid? De auteur Jan Desmet zoekt naar de signaalfunctie achter dieren.

En zo kom ik bij Luka de Confolent, die appaloosa-hengst van mij. Vriend, hij wordt een grote jongen, mooi, zacht, braaf en vurig. Hij herkent reeds mijn stem en ruikt mijn aftershave. Toen wij een paar weken geleden in La Vallade waren, heb ik hem geborsteld en enige lieve woordjes in zijn oor gefluisterd. Hij luisterde of hij deed alsof, in elk geval bleef hij rustig staan en stak op het einde van mijn gefluister zijn hoofd onder mijn arm.
Ons erf zelf vordert traag, maar elke wijziging is een verbetering. Het wordt echt een mooie site. Tussen Kerst en Nieuwjaar gaan wij er nog eens heen. Is een paardengek gek op paarden of verslingerd aan wat hij met paarden kan doen? Ze bezitten en dresseren, rijden en springen. Neen, ik wil een consequente vriend zijn van mijn paard, een vennoot, een stalgenoot als het moet, een verpleger, een verzorger, een stalknecht.
Claudia, mijn Hollandse instructrice, prent mij om de haverklap in: “Zorg dat je paard weet dat jij de baas bent!” Nu zal het wel zo zijn dat ertussen paard en ruiter een perfecte harmonie en verstandhouding kan opbloeien, maar wie een paard zadelt verwacht van zijn dier een werkbaar instrument te maken. Baasje boven baas te worden. Of en paard zich kan vernederd voelen weet ik niet. Maar ik heb er respect voor. Hopelijk is dit wederkerig.

“Culturele Figuur van het jaar 2000”. Eerlijk, ik heb er van genoten. Dat zie je toch aan de foto’s in "Het Nieuwsblad" en "Het Kortrijks Handelsblad"? Ik weet dat jij evenveel genoten hebt. Onder vrienden is dit normaal, onder echte vrienden. Trouwens, als lid van de jury en als mijn uitgever heb jij je schitterend van je taak gekweten. Was dit geen belangenvermenging? Of heb je bij het voordragen van mijn kandidatuur wijselijk gezwegen? Zo ken ik jou niet. “Vrienden, ik weet dat ik niet goed geplaatst ben om deze kandidaat te verdedigen. Maar wees eens eerlijk: kunnen wij hem opnieuw over het hoofd zien? Straks is hij vertrokken naar Portugal of woont hij ergens in een godvergeten deel van Frankrijk of in een paalwoning op een exotisch eiland, aan de rand van de blue lagoon. Neen, ik stel voor hem nu de prijs te geven. Maar jullie doen natuurlijk wat jullie van plan waren.” Wat zij van plan waren weet ik niet. Mij doodzwijgen zeker, mij seniel verklaren, mij zalven en uitroepen tot heilige man? God mag het weten. Je sloeg met je stok op de rots en sprak: "Hij zal het zijn!" En de wolken scheurden open, emmers regen kletsten naar beneden, de bib-in-aanbouw kraakte in haar voegen, een nieuwe zondvloed stak op. ‘s Anderendaags dobberde een papieren scheepje op het water vóór "Het Spoor". Op bakboord lazen de overlevenden: “De A. Velghe”, op stuurboord “De Th. Deleu”. En ze zagen dat het goed was.

Vriend, Sabena vliegt dagelijks naar Toulouse, reken voor een retourtje op minstens 7.740 fr. Carcasonne telt veel hotels. In "Le Donjon" kun je een kamer krijgen vanaf 400 fr. De streek is rijkelijk bezaaid met restaurants. Wijn is er overal. Trek je de ketters niet aan. Ze doen niemand kwaad. Het hoogste dat een mens kan bereiken, vriend, is ontsnappen uit die materiële "gevangenis". Als je mislukt, kun je reïncarneren en alles opnieuw proberen. Ik ben aan mijn derde poging. Derde keer, goede keer. Hoewel, ik ben een man van getreuzel in die zaken.

De harp zwijgt. Na 138 minuten, een dikke 2 uur en een kwart. Tijd om te gaan slapen.

Groetjes,

Thierry

Geen opmerkingen: