Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

7 mei 2008

"Eindterm" (2002) - debuutroman Thierry Deleu - hoofdstuk 31-32

31

Indien een kogel uit haar eigen Smith & Wesson-revolver er niet anders over had beslist, zou Sabine du Tertre op 1 januari 1993 aangesteld worden als ombudsvrouw van de Vlaamse Gemeenschap. Minister Vanderweyden had haar naam ten berde gebracht op de ministerraad en niemand had een bezwaar geopperd. Voor Sabine du Tertre zou het de bekroning zijn geweest van haar carrière.
Na de dood van Sabine en de arrestatie van Dekunst stond minister Vanderweyden er ineens alleen voor. Bij Onderwijs kende hij niemand die zo hardnekkig en gefundeerd zijn hervormingen kon aanpraten, verdedigen en onderbouwen als deze tandem. Twee dagen na de dood van Du Tertre hadden zich reeds drie kandidaten aangemeld voor de post van afdelingshoofd en waarnemend directeur-generaal secundair onderwijs: Christof Dokmans, Betty Dehen, Nicole Leblanc. Geruchten deden de ronde dat kabinetschef Karel Pervijze Dekunst zou opvolgen. Dan zou ook het probleem voor de minister opgelost zijn: Pervijze weg en een betere kabinetschef in de plaats.

Joris Dekunst werd op woensdagavond 24 september 1992, twee dagen na de dood van Sabine du Tertre, in de gevangenis van Ieper opgesloten. Zijn arrestatie was het rechtstreeks gevolg van een rapport van wapendeskundige Yves Paelinck. De expert had aanvankelijk geloof gehecht aan de ongeluksthesis van Dekunst, maar bij nader onderzoek was hij op zijn standpunt teruggekomen. Hij had proefondervindelijk vastgesteld dat van een Smith & Wesson.38 geen schot kan afgaan zonder dat de trekker wordt overgehaald. Volgens Paelinck had Dekunst in zijn eerste verklaring gezegd dat hij alleen maar de haan van de revolver had beroerd. Maar er was nog iets anders: Dekunst had verklaard dat de revolver in zijn linkerhand lag toen het schot afging en dat hij met zijn rechterhand achteloos haan en trekker streelde. De wapenexpert merkte in zijn rapport op dat de linkerhand van Dekunst in dat geval brandwonden had moeten vertonen. Dat was niet het geval.
Enkele dagen na zijn aanhouding moest Dekunst voor de raadkamer verschijnen. Toen hij uit de politiecombi stapte, was hij niet met handboeien vastgemaakt aan de arm van een agent. Een hoogst ongebruikelijk voorval, dat veel kwaad bloed zette bij het plaatselijke parket. Men vroeg zich af wie aan de basis lag van deze manifeste voorkeursbehandeling. Een klein onderzoek wees uit dat iemand van het parket contact had opgenomen met het kabinet. De kabinetschef had erop aangedrongen dat Dekunst niet als de eerste beste boef ten tonele zou worden gevoerd.
De rechercheurs die zich over Dekunst ontfermden, waren niet vertrouwd met de harde ondervragingstechnieken waaraan vermoedelijke moordenaars werden onderworpen. Bovendien gingen ze met hem in discussie. Na elk verhoor confronteerden ze hem met de ongerijmdheden in zijn verhaal. Ze verstrekten hem zelfs allerlei technische details over de werking van een Smith & Wesson-revolver.
Dekunst maakte daarvan handig gebruik. Hij paste telkens zijn versie van de feiten aan.

Op zaterdag 27 september vond de reconstructie plaats. In de slaapkamer van Sabine du Tertre werden proefschoten gelost, om na te gaan of de klap in het conciërgehuis te horen was. Roos, die samen met haar man, Frank Hennebert, in het conciërgehuis woonde, had immers verklaard dat ze twintig minuten voor Dekunst alarm sloeg, een doffe klap had gehoord.
Het raam van Sabines slaapkamer stond die maandagavond 22 september op een kier. Op het ogenblik dat het schot werd overgedaan, was het echter dichtgespijkerd met houten planken.
Een rechercheur, die door een van de omstaanders daarop opmerkzaam werd gemaakt, zei: “Dat maakt niets uit.”
Van de proefschoten was niets te horen in het conciërgehuis.
Op 7 november 1992 werd Joris Dekunst door de Kamer van Inbeschuldigingstelling in voorlopige vrijheid gesteld. Er waren volgens de KIB onvoldoende aanwijzingen dat hij zich schuldig had gemaakt aan doodslag.
Dekunst had zes weken voorarrest achter de rug. Het gerechtelijk onderzoek zakte als een pudding in elkaar. Het onderzoeksteam werd van twintig man teruggebracht tot drie.

De administratie Onderwijs was onthoofd. Waar Dekunst zich had laten meedrijven op zijn emoties, reageerde waarnemend secretaris-generaal Karel Pervijze ijskoud. De medewerkers werd op het hart gedrukt dat dit spijtige voorval geen invloed mocht hebben op het tempo en de accuraatheid waarmee zij de dossiers moesten afwerken.
Om ook politiek de zaak in de kiem te smoren sprak minister Vanderweyden het Vlaams parlement als volgt toe: "Hoewel ik de tragische gebeurtenis van 22 september diep betreur, zal ik er nauwlettend op toezien dat noch het kabinet of de administratie of het onderwijsveld enig nadeel hiervan zou kunnen ondervinden. De dag na de feiten reeds heb ik de functie van waarnemend secretaris-generaal ingevuld. Begin volgende week zal ik met de administratie overleg plegen over een herschikking van de opdrachten.”
Tijdens zijn voorlopige invrijheidstelling werd Dekunst regelmatig geconsulteerd door de minister en door Pervijze. Het viel Pervijze op hoe Dekunst even onverstoorbaar zijn ideeën uiteenzette als voorheen. Hij kwam niet naar Brussel. Dit was hem door minister Vanderweyden met aandrang afgeraden. Dekunst was wel in een paar maanden tijd tien jaar verouderd. Zijn blik, eens zo doordringend, was helemaal verwaterd. Zijn computer werkte nog, maar alle vitaliteit was uit hem weggevloeid.

@

Begin november 1993 bereikt een merkwaardig bericht de media: Alexander Vanthuyne, de enige zoon van Sabine du Tertre, zou door Joris Dekunst schadeloos zijn gesteld. Pierre du Tertre, Sabines broer en bij testament de voogd van Alexander, trekt zich terug als burgerlijke partij. Het nieuws slaat in als een bom en geeft aanleiding tot wilde speculaties over de fabelachtige som waarmee Dekunst het leed van de familie Du Tertre zou hebben verzacht.
Een serie discrete gesprekken tussen de respectieve advocaten van Dekunst en Du Terte ging aan het akkoord vooraf. Het was de advocaat van Dekunst die ongeveer een jaar na de dood van Sabine haar broer Pierre met een voorstel tot schadeloosstelling had benaderd. Du Terte had daar om een aantal redenen wel oren naar.
Wanneer Peter Deforge, die Burghgraeveveld heeft moeten verlaten en nu bij zijn ouders in Kooigem woont, het nieuws verneemt, valt hij in zwijm. De dokter legt aan moeder Deforge uit dat de toevoer van zuurstof naar de hersenen een seconde is onderbroken geweest en stelt eveneens een begin van suikerziekte vast.

32

Peter Deforge zit in de grote zaal van de benedenverdieping van “De Heilige Familie”. De speelzaal. Ook TV-zaal genoemd. Marcel uit Luigne is verantwoordelijk voor de TV-programma's. Marcel kickt al voor de derde keer af en telkens hij naar huis mag, is hij er na drie dagen terug. Hij geraakt van de drank niet af. De chef van de TV-zaal spreekt Waals Frans en gebroken Vlaams. Hij kiest altijd voor Frankrijk 2.
“Rijsel 2, daar geven zij veel films.”
En iedereen moet dus elke dag naar “Rijsel 2” kijken. Deforge zit nooit in de groep. Hij kiest een plaatsje in de verste hoek rechts, dichtbij het biljart. In het schijnsel van de TV kan hij zien hoe de boerin de apotheker afrukt en hoe een veertiger een meisje van zeventien probeert te vingeren. Niemand kijkt daar van op en niemand kijkt daar op toe. De medicatie heeft alle zin voor nuances en voor ethiek weggeveegd.

Deforge is daar uit vrije wil naartoe gekomen.
Hij kon het leven niet meer aan. Twee zware klappen hadden hem flink dooreen geschud: enerzijds de dood van Sabine en anderzijds – en daar had hij het heel moeilijk mee - de ontdekking dat Sabine opnieuw contact gehad zou hebben met haar eerste lief: Piet Tersmidse. Peter riep de huisarts van Burghgraeveveld bij zich en na een kort overleg waren zij het eens dat een rustkuur in “De Heilige Familie” in Kortrijk een wijze beslissing was. De dokter zelf bracht hem bij zijn collega, dokter Van Kante.
De eerste dagen blijft Peter in bed en probeert een boek te lezen, maar het lukt hem niet. Hij deelt de kamer met een oudere man van over de zestig, die beter Frans spreekt, maar zich toch ook behoorlijk in het Nederlands uit de slag trekt. Als hij zich boos maakt, of op zijn vriendin roept, gebruikt hij altijd de taal van Voltaire. Arthur is een nette heer, met goede manieren. Ook zijn bezoek is van het betere soort.
Soms kan hij een bui van razernij krijgen. Deforge moet dan heel alert zijn, want Arhur zou in zijn toestand iedereen naar de keel grijpen.
Op zekere nacht stond hij bij Deforge aan het bed en duwde hem een papiertje in de hand. Het was zijn laatste wilsbeschikking. Deforge borg het papiertje in zijn nachtkastje op.
Tijdens de dag loopt Arthur heen en weer in de gang. Hij blijft naar de vloer kijken en loopt altijd op een zelfde rechte lijn. Alsof hij zichzelf ervan wil overtuigen dat hij niet gedronken heeft.
Op zekere avond komt hij niet meer naar zijn kamer terug. Deforge vraagt geen uitleg en hij krijgt ook geen verklaring.
Na een paar dagen gaat Peter mee met de andere residenten naar de therapie. Wanneer hij na twee maand de instelling verlaat, heeft hij een presse-papier gemaakt in de vorm van een walvis, mooi gepolijst en gevernist.

Peter kan zijn gemengde gevoelens voor Sabine niet van zich afzetten.
“Waarom heeft zij in godsnaam opnieuw contact gezocht met Tersmidse? Zij sprak nooit over hem. Hoogstens tweemaal. De laatste keer bij Cello Raepzaad toen wij naar haar naaktportret gingen kijken.”
Cello Raepzaad kende Tersmidse van bij Amaryllis. Het gebeurde zelden dat Tersmidse naar het schildersatelier kwam. Als hij er kwam, bleven ze tot in de vroege uurtjes oude koeien uit de gracht halen en zich bedrinken.
“Heeft Sabine daar Tersmidse ontmoet? Dat was nog geen reden om weer met hem een relatie te beginnen.”
“Ik word gek van de gedachte dat ze mij met Tersmidse bedrogen zou hebben!" jankt hij.

Met dokter Van Kante kan Peter Deforge goed opschieten. De psychiater maakt tijdens de gesprekken papieren vliegertjes en probeert ze van op afstand in de papiermand te gooien. Na een tijdje lijkt het alsof ze van rol hebben gewisseld: Peter wordt de zielsdokter van Van Kant. De dokter vertelt over zijn mislukt huwelijk en over zijn filosofische overtuiging die helemaal niet strookt met die van "De Heilige Familie". Ze worden goede vrienden. Nadat Deforge de instelling heeft verlaten, blijven ze elkaar ontmoeten.

De derde vrijdag van zijn verblijf in de instelling krijgt Peter Deforge bezoek van Lynn Vanhove. Ze heeft verlof gekregen op het kabinet. De nieuwe kabinetschef had geoordeeld dat zij de aangewezen persoon was om Deforge te bezoeken. Peter is blij met de komst van Lynn. Ze hebben vaak samengespannen om groter onheil te voorkomen op het hectische kabinet van de minister.
Lynn vertelt hem honderduit over de gebeurtenissen op het kabinet. Over Jacques Brusselmans die geheel overstuur was toen hij het nieuws vernam. Ze had gemerkt hoe ontroerd hij kon zijn ondanks zijn soms hautaine houding. Over Woutmans die nogmaals bij de kabinetschef had aangedrongen op promotie. Hij verdient het. Woutmans is een harde werker die veel op gang heeft gebracht voor de sportbeoefening op school en het statuut van de topsporters.
Ze bespreken samen ook het drama op Burghgraeveveld, maar Peter rept met geen woord over Tersmidse. Hij is daar veel te trots voor en hij wil ook het aandenken aan Sabine niet nog meer vertroebelen.
Wanneer Lynn afscheid van hem neemt, geeft ze hem een zoen op de mond.
“Je bent altijd welkom.”
Lynn Vanhove is een jonge weduwe met een dochtertje van tien.
Wanneer ze de dag daarop op het kabinet komt, wil iedereen weten hoe het met Peter Deforge is.
Hij was altijd vriendelijk voor iedereen. Hij had nooit iemand enig nadeel berokkend. Hij koesterde nog weinig ambitie. Hij beschouwde het kabinet als het sluitstuk van zijn carrière. Hij had ernaar verlangd om op Burghgraeveveld zijn leven te kunnen organiseren: lezen, schrijven, uit gaan eten, reizen.

“De Heilige Familie” heeft hem er weer bovenop geholpen. De laatste veertien dagen van zijn verblijf is Peter goed ingeschakeld in de taakverdeling. Hij deelt de medicatie uit. Hij schrijft voor iedereen die erom vraagt liefdesbrieven. Hij stelt mee de stichtingsakte van “Ooikonde” op. Hij werkt de drukproeven af van een bloemlezing waaraan hij een paar maand voor de dood van Sabine was begonnen. Zij schreef in die tijd verder aan haar dagboekroman.
Op zekere dag krijgt hij bezoek van Rosette, de zus van zijn vrouw zaliger. Zij is gehuwd geweest met een buschauffeur die zeven jaar na hun huwelijk verongelukte op reis in Italië, bij het Lago Maggiore. Ze hebben elkaar in jaren niet meer ontmoet. Rosette woont in Ruiselede, in een sociale woning, rechtover een radiomast. In het begin van zijn verkering met Greta zijn ze vaak samen uit geweest. Na haar dood werden de contacten schaarser. Toen haar man overleed, verhuisde ze naar Ruiselede waar ze een tijdje samenwoonde met een beroepsmilitair. Maar van die relatie kwam niets terecht.
Rosette komt hem om de andere dag opzoeken. Door haar bezoek kan hij zich weer beter integreren in de periode vóór Sabine en dat helpt hem in zijn herstel.

Geen opmerkingen: