Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

9 april 2008

Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld - Bert Bevers

As van hout is taal hier, geen lucht.

Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld. Door Bert Bevers.

Je laat me binnen. Wat een entree. Met deze eerste woorden voelt de lezer zich meteen aangesproken, wel wetend dat de 30 x 7 regels een dialoog door de tijd heen vormen tussen Bert Bevers en Lambertus. Het is genoegzaam bekend dat Bevers van encyclopedieën houdt en ook van vogel- en plantenboeken met het juiste woord voor elke soort. Als zijn naamgenoot dan blijkt de eerste encyclopedie te hebben samengesteld, kon een reactie moeilijk uitblijven.
In het eerste gedicht stelt Bert zich niet alleen aan Lambertus maar ook aan ons voor en deelt zijn verbazing over wat Lambertus nog niet kon weten. Zo sluipt de tijd in de bundel binnen. Meteen vanaf het begin wordt de "vooruitgang" geschetst maar begint ook de inleving en het samenvallen. In het tweede gedicht kijkt BB al door de ogen van de ander. Hier komen de zintuigen sterk aan bod, zoals trouwens in de hele bundel. Het is een leuke verrassing bij zo’n erudiete bundel dat de taal ervan zo lichamelijk is. Hierdoor wordt het verstrijken van de tijd opgeschort, de zintuigen zijn immers des mensen. De eruditie schemert van bij het begin door, handig verpakt in de verzen. Het is zeker nuttig ook de noten achteraan te raadplegen. Achteraf, want het leesplezier is er niet minder om als je, bij de citaten uit de middeleeuwen en de psalmen, dit niet meteen door hebt. Met het katholicisme als achtergrond krijg je de lectuurlijst van Lambertus die dan blijkt niet van de wereld los te zijn maar onthecht in kennis. In het tweede gedicht staat meteen het eerste "weten" van de bundel. In een aanzienlijk aantal gedichten kent of weet "men", "hij" of "wij", vaak gevolgd door een spreuk of levenswijsheid zonder ooit te vervallen in clichés. Een voorbeeld en let op de mooie alliteratie:

X

Vissers knopen hun netten met zekere hand.
Zij weten dat je troebel water niet klaart
door het terug te voeren naar de bron. Zij
danken hun vrouwe voor haar golven van
gratie in glazen woorden, gesuikerde blik.

Etudes voor het zoekende hart. In verre,
verre steden zijn reeds fresco’s in verval.

Je vindt veel taaloverwegingen in de bundel, met mooie nieuwvormingen en geredde oude taal die een nieuw leven krijgt in het springlevende heden van deze bundel. Bert verplaatst zich zeer bewust in de tijd en de ander door het bedenken van beelden en sensaties tijdens het schrijven. Je vindt geen rijm, wel verrassende enjambementen, stafrijm en een opvallend ritme van een groot aantal jambische verzen zonder ooit in een dreunende cadans te vervallen. Dit komt mede door het gebruik van vele lange woorden, een typisch kenmerk van een oudere preciezere taal. Een scherp kontrast met de sms-taal van vandaag en het onverdraaglijke blitse gebabbel van de TV.

Gedicht XV ontdubbelt. Wie Bert Bevers een beetje kent, herkent zijn rosse kater en voorliefde voor bier, het lekker water. De innerlijke mens wordt in deze bundel niet enkel verheven door geloof en kennis, maar er wordt ook gefeest, gelaafd en gespijsd: brood en spek voor de rauwe honger, pens, specerij en gestoofde kool, in een synesthesie beschreven in ambergrijze geuren...

Een ander boeiend aspect is dat er geen kaart mag zijn van dat verleden, alsof de schat die daar verborgen ligt dan geroofd zou worden. Hij gebruikt de woorden verstrooid/ onbruikbaar als reepjes plattegrond. Zo mooi en integer hoorde ik nooit iemand de benadering omschrijven van wat was. Bevers gebruikt daarvoor ook oude teksten en oude in vergetelheid geraakte woorden en de precisie van de taal, het nooit eindigende wonder.

XVII

Hij benadert perkament voorzichtig, de lippen
argeloos gespannen als bij een kind dat lezen leert.
Dat hij zonder moeite begrijpen kan wat eerdere
geleerden noteerden blijft een wonder zonder kop
of staart. Hij geniet bij zwoelten van eigen haard.

Een amerij lang ziet hij sprenkelingen van ranonkels,
Zilverkruid en gentiaanblauw. Alles luistert nauw.

De opbouw van de bundel en de strakke vorm van gedichten van vijf regels plus twee werkt. Zo wordt het verband niet alleen inhoudelijk. Ook het visuele van de bundel geeft rust en in de vorm is het bondgenootschap tussen de verschillende gedichten erg hecht. XXIX is een actueel gedicht, een vredesgedicht, verzet tegen een door een imperium gevoerde oorlog waarvoor de soldaten altijd de prijs betalen.

Titaanzwart geweld slaat in gindse gewesten
vrede aan gruzelementen. Verspreide slagordes
in flou licht. Hier weten wij gelukkig al lang
dat op de zomers van generaals de winters
van soldaten volgen, hoe we de dingen begrijpen

die we niet gezegd kunnen krijgen. Vergeet
de echo’s niet en maak van galgen hutten.

Een mooie, sterke, intrigerende, geraffineerde bundel, geheel naar het evenbeeld van Bert Bevers.

Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld, Bert Bevers
2007/ Een Eigen-zinnige uitgave
verantwoordelijk uitgever: François Vermeulen.

Annmarie Sauer
Antwerpen
7 april 2008

Geen opmerkingen: