Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

26 maart 2008

Oostduinkerkse brieven - 6

Beste vriend,

Ik word de laatste tijd overdonderd met de vraag of ik wil meewerken aan poëziemanifestaties, maar ik (be)dank voor de eer wegens niet-geïnteresseerd en te oud. Je moet oud worden (lees: zijn) om nog eens mee te mogen doen met de “groten van deze aarde”. Ook de verkoop van mijn recentste boeken gaat beter. Hartverwarmend? Ja, maar ik lig daar niet over te (wens)dromen, hé. Je moet niet wanhopen, vriend, de boeken die jij in je rechtmatig bezit hebt, zul je wel aan de straatstenen kwijt kunnen wanneer ik dood ben. Breng een groot deel ervan naar Oostduinkerke, loop eerst even langs bij de burgemeester en rijd met de rest naar het (gratis) containerpark.

Het overlijden van Hugo Claus is voor mij een welkome gebeurtenis: ik doe aan bodemonderzoek, ik vul enkele e-zines met mijn bevindingen, ik schud mensen wakker die Het verdriet van België niet of niet goed hebben gelezen. Zo zie je maar: iemands dood is andermans brood. Beeld je maar niets in, vriend, ik heb het over een schnabbel. Is Constance Bossuyt de moeder van Hugo? Is zij Germaine Vanderlinden, geboren te Harelbeke? Had zij een relatie met een Duitse officier in de ERLA te Kortrijk (het huidige VTI)? De bronnen die ik hiervoor raadpleeg zijn legio, zoals de vertellingen van mijn vader die in dezelfde periode van Constance in de ERLA werkte, verwijzingen in zijn autobiografisch Verdriet, zowel van personen als van feiten en locaties. Enfin, ik ben weer een tijdje zoet?

Ik lees Het verdriet van België voor de derde keer. Waarom? Goed geschreven, wat geen garantie is voor alle werk van den Hugo. Hij schreef ook veel brol. Maar goed, daar heb ik het een volgende keer over. Waarom Het verdriet? Zelfherkenning, soms lijk ik wel Louis te zijn: pensionaat (internaat), lid van de Jeugdraad voor Vlaamse Actie (Antwerpen), goed bevriend met de latere VU-parlementariër Luc Vansteenkiste, de avontuurtjes met nichtjes en neefjes, ja, vriend, in het college werd ik een echte flamingant en reed met “Daels vrij” op mijn fietsje Wevelgem en omstreken rond, ik trad op als woordvoerder van de KSA, maar speelde meer de opposant omwille van de kruiperigheid voor Kerk en pastoors, verscheen in Wakken, op het kasteel, om mij in te schrijven bij de Dietse Jeugd (Luc deed het, ik aarzelde), … en natuurlijk het feit dat ik mij goed de verhalen van mijn vader herinner uit zijn ERLA-periode, waar hij de rechterhand was van hovenier Leon Vanpoucke, op wiens mooie dochter ik tot over mijn oren verliefd werd.
En dan de Kortrijkse situaties… de burgerij, de (Franstalige) bourgeoisie, de zwarten, de witten (die vroeger zwart waren geweest), de cafés, de schouwburg. Een heerlijk boek!

Ik heb veel werk, vriend. Té veel? Neen zeker, een oude man moet zijn bezigheid hebben.
In “De Verfpot” verscheen een voorpublicatie van De doden zwijgen niet. Ik kreeg goede commentaar, zoals spannend, nieuwsgierig, ongeduldig… Indien de roman wordt voorgesteld, zal het in mei of juni zijn, hier in Oostduinkerke of Koksijde. Wat mij wel opvalt, is dat de dienst Vrije tijd & Cultuur blijkbaar geen kaas heeft gegeten van een duo-presentatie: een beeldende kunstenaar en een schrijver. Maar we geraken er wel uit. Hoop ik. Anders geen voorstelling.

Op stapel staan geen concepten meer, maar wel de afwerking van de lopende projecten, zoals de hierboven genoemde politieroman, het eerste jaarboek van “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee”, een nieuwe gedichtenbundel met Oostduinkerkse gedichten, een essay over de wetenschap van het spirituele, een biografie en een “politieke ideeënboek”. En dan? Het tweede jaarboek, bij leven en welzijn. En dan? Pauze, bezinning, evaluatie, testamentaire handelingen, uitdoven… Tenzij ik tijd in overvloed krijg toegemeten, dan zou ik, neen, ik zou niets anders doen dan reizen, met de auto (het liefst), met de bus (in select gezelschap), met het vliegtuig (niet met metaalmoeë toestellen), met mijn kinderen…

Is het einde in zicht? Ja, natuurlijk, vriend. Maar ik ben niet bang voor de dood, wel om dood te gaan. ’t Zal toch voor morgen niet zijn? Amai, wat zou ik in dat geval doen? Vlug mijn testament (her)lezen, de kinderen bijeen roepen en hun wijzen op de (mantel)zorg waarmee zij mijn vrouwtje moeten omringen. Zou ik ook denken aan de filosofie die ik in Schoon volk in de hemel heb beschreven, met als cliffhanger de geestelijke wereld? Ik weet het niet, ik doe zo hard mijn best om lang herinnerd te worden, wie schrijft die blijft en ik schrijf mij ten krampen uit.

Ik heb jouw essay Zot van boeken nog niet aandachtig kunnen lezen. De vorm lijkt mij wel goed, toch bij een eerste indruk, maar de inhoud, hoe simpel ook “uit de boeken” gedaan, is voor specialisten. Dit neemt niet weg dat dit essay een héél bruibaar instrument kan zijn voor iedereen die evenveel met boeken is begaan als jij. Maar later geef ik grondiger commentaar. Ik hoop dat je een uitgever vindt. Ook als je geen waardig onderdak vindt, is je tijd goed besteed!

Groetjes,

Thierry

Geen opmerkingen: