Donderdag, 14 februari 2008
Beste vriend,
Jouw stilzwijgen hangt mij de keel uit. Ik weet nochtans dat je de stilte verfoeit, dat je binnensmonds brieven kauwt en herkauwt tot “terechtstellingen”. Vanuit de hoogte waar ook Claus vertoeft, Geeraerts en Brusselmans, kijk je op mij neer, weliswaar met een glimlach als een lieve vader die ook de kleinsten het kleine geluk gunt. Geluk? Dit is voor mij een hutsepot van respect, tolerantie en vriendschap. Heb je van zo’n brij al eens geproefd, vriend? Doe het: het is heerlijk van smaak en het scherpt je geest aan tot biologische helderheid en normale proporties.
Ik werk thans ijverig aan het eerste jaarboek van “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee”. Vele meesterdichters kregen recent literaire prijzen, onderscheidingen en erkenningen. Zouden ze dan toch niet zo klein en onbekend zijn als jij dacht? Ik denk aan Frans de Birk (N), Martin Carrette, Greta Casier, Gwen Deprez, Marleen De Smet, Fernand Florizoone, Patricia Lasoen, Frédéric Leroy, Mark Meekers, Ruud Poppelaars (N), Ina Stabergh, Yerna Van Den Driessche. Zij vallen in de prijzen als blaren van de bomen in de herfst! Nu reeds zijn 150 ex. verkocht. Het boek zal niet eens met veel tamtam worden aangepraat, een e-mail zal moeten volstaan. Ik hoop dat de pers en de bibliothecarissen, nu eens niet uit meevoelen, maar uit waardering, ruchtbaarheid zullen geven aan dit initiatief. (Tot op heden mocht ik niet klagen, hoor!) Het jaarboek wordt voorgesteld in Koksijde, vermoedelijk met een academische plechtigheid op het gemeentehuis.
Stilaan voel ik de last van mijn leeftijd (van ouderdom is nog geen sprake) op mijn schouders doorwegen. Ik werk hard en soms verkrampt en voel het einde mentaal naderbij komen. Gelukkig heb ik een pak mental coaches om mij heen: mijn vrouwtje, mijn kinderen en kleinkinderen, enkele (nieuwe) vrienden. Dit doet goed. Ik wens jou ook zoveel geluk, maar ik voeg hier onmiddellijk bij dat ik er moeite voor doe, elke dag, en… volgens ingewijden ligt dit niet in mijn aard. Hun verwijten ken ik nu stilaan wel: egocentrisme, nieuwzucht, van een andere wereld, ongeduldig, eigengereid, niet eeuwig dankbaar. Ik wil niet meer de moeite doen om deze aantijgingen te weerleggen. Eén bedenking: ze zijn niet correct! Neen, ik laat mij niet graag leiden, begeleiden, indoctrineren, accapareren, inkapselen. Ik ben een vrij denkende mens die geen fundamenten tolereer die mij doen stagneren, die mij als een erkende fossiel doen leven. Ik ben echter geen grijze mus die door het labo van de "grote" denkers werd ingespoten met “valse zekerheden”. En ik besef, je sais, je sais, dat dit aanstoot geeft tot misverstanden en veroordelingen. Tant pis!
O ja, sommigen zeggen dat ik hen in de steek laat “als een hond van zijn stront”. Niet waar! Hebben zij zich al eens afgevraagd in welke habitat wij hebben geleefd? Ik heb altijd het beste van mezelf gegeven voor hen die op mij en mijn talenten een beroep deden. Werd ik hiervoor betaald? Meestal. Maar dit is niet het belangrijkste: werd ik ervoor bedankt, gerespecteerd? Of werd ik omwille van die talenten geweerd? O ja, in een ondergeschikte positie ben ik van goud, maar als mijn ambitie zichtbaar wordt, word ik op mijn plaats “gehouden”. Zeker in de politiek, ook in de literatuur, ook in de vriendschap.
Soit, ik ben wie ik ben. En wie denk ik dat ik ben? Een harde werker, ambitieus, met veel inzicht en doorzicht in mensen en dingen, een open boek, soms naïef, goedgelovig, te dikke vriend. En wie zijn de meeste anderen? Zij lachen in mijn gezicht, maar als ik mijn rug heb gedraaid, delen ze dolken uit voor wie het durft. Hieruit spreekt veel ontgoocheling in mensen, juist, maar eens moet je de dingen durven te zien zoals ze zijn. Ik kan voor wat ik beweer, vele, vele voorbeelden opgeven, maar ik maak geen oorlog, ik heb schrik van conflicten, niet omdat ik ongelijk zou krijgen, maar omdat ik psychisch niet opgewassen ben tegen fysiek en verbaal geweld.
Morgen gaan mijn vrouwtje en ik, samen met Boris en Josephine, overnachten in “Auberge du Pêcheur” in Sint-Martens-Latem. Je weet, vriend, dat wij daar getrouwd zijn na vijfentwintig jaar samenwonen. We doen dit ieder jaar, maar nu de eerste keer met de kinderen, die op 15 februari zeven jaar getrouwd zijn. Een etentje in de Orangerie, een nachtje in een sfeervolle kamer, een lekker ontbijt en een kunstwandeling in het dorp. Moet er nog zand zijn? Ik zal aan jou en je vrouw denken, jullie waren onze getuigen ten stadhuize! En toen gebeurde het allemaal: iedereen had er graag bij geweest, maar niemand werd uitgenodigd, bovendien trokken wij een jaar later naar zee, kwamen nog zelden naar Harelbeke of Kortrijk, zeker niet in gestructureerd verband. Redenen genoeg om ons uit te spuwen. En wie je liquideert, moet je niet meer vrezen of benijden!
Ik voel mij goed in mijn vel. De winter van mijn leven nadert (ik hoop niet met té rasse schreden), maar ik geniet van het schrijven, de vele reizen, ons restaurantbezoek, de liefde voor elkaar, de kleinkinderen. Te veel om nog veel andere verlangens te hebben!
Je vriend,
Thierry
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten