De lezer dient deze Oostduinkerkse brieven te beschouwen als fictie. Indien zij een licht zouden werpen op datgene wat als non-fictie overkomt, dan nog blijft mijn “beste vriend” slechts een creatie van mijn ongebreidelde fantasie. (De briefschrijver)
Beste vriend,
Jouw kort bericht dat je nog enkel oog wilt hebben voor “de vele klassiekers uit de voorbije eeuwen en de prachtige literatuur van de 20ste eeuw en dat je je kostbare tijd niet wilt verknoeien aan de rest,” baart mij zorgen.
Je bent inderdaad “een literaire parvenu” geworden. Je milieureflex dat je “compassie hebt met al die bomen die moeten sneuvelen voor weer eens een bundel met ranzige poëzie, melige verhalen en derderangsromans van huisvrouwen, mannequins met een besnijdenisverhaal en malafide spijtoptanten met een boodschap voor de mensheid” is een flauw excuus.
Je houding kwetst. “Het feit dat je als bibliothecaris een collectie moet samenstellen voor de gehele door mij te bedienen bevolking”, doet je hart alle dagen bloeden. Straffe koffie, vriend. Heb je al eens overwogen om je ontslag in te dienen? Je beseft toch dat je door deze houding je arbeidsvreugde “naar de knoppen” helpt en dat je niet meer voldoet aan de functiebeschrijving die jou wordt opgedragen door de overheid?
Ja, vriend, je bent ver heen.
Je blijft echter bijzonder bezig met de (weinige) dingen die je graag doet. En je blijft ook bezig met de dingen die je niet meer kan! Dit is hoogst ongewoon. Je onderhoudt briefwisseling met een bibliofiel. “Dit epistolair geschrijf is op zich al een voltijdse opdracht na de werkuren,” schrijf je.
Wat kun je niet (meer)? Je gedachten zomaar in één ruk ordenen en een ordentelijke brief schrijven. Ik weet het: het is niet aan iedereen gegeven om brieven te schrijven uit de losse pols, talent is hiervoor nodig, jouw (mooie) brieven zijn altijd het resultaat geweest van hard werken en construeren. Je blijft (inderdaad) “een ordinaire traditionele briefschrijver”. Maar je bent misschien een begenadigd auteur?
Binnenkort publiceer je een boek over bibliofilie en aanverwante aangelegenheden. Proficiat. Ik lees dat je “voor de volle 100% tevreden bent over het manuscript”. Het succes ligt binnen handbereik.
Ja, vriend, tot jouw ergernis, heb ik mij het lot aangetrokken van de ondergewaardeerde dichters en schrijvers, van welke leeftijd ook. Voor jou zijn het “malcontenten” en “mindere goden en godinnen”. In jouw korte diagnose stel ik geen begrip (besef?) vast voor de discriminatie van de auteur die niet bij een erkende uitgeverij publiceert en bijgevolg ook niet op steun van de overheid kan rekenen. Lees mijn bijdragen in tijdschriften en ezines erop na, vriend!
In één woord: je kiest voor “het hoogste en het beste”. Bepaal jij die kwalificaties?
Wie heeft jou ooit gezegd dat je “een veel te goeie en zachtaardige vent” bent?
Jouw vriend,
Thierry
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten