Van ongelijke kwaliteit, maar altijd lezenswaard!
De reeks Pamflet*Querido biedt een mooi alternatief voor overhaaste intellectuelen die hun carrière plannen via het devies “time is money”. Voor hen dus op wie een auteur vergeefs rekent om gelezen te worden. Lezen is voor vele carrièristen echter tijdverlies. “Wanneer wij met pensioen zijn, gaan we die tijd wel inhalen,” zeggen ze dan verontschuldigend uit schrik uit de “intellectuele” boot te vallen. Welnu, de Pamflet reeks van Querido geeft die “careermakers” de kans om mee te zijn, om mee te kunnen praten over de dingen des levens, over filosofie, over politiek, over engagement, over dingen die hen niet direct aanbelangen omdat ze er geen winst in zien.
De Vlaamse auteur Monika van Paemel, opgehemeld door de zich opgeilende collega’s als schaamlapje voor hun afkeer van emancipatie en girlpower, zegt het zonder omwegen: “Het is te zot of te bot!” Als het goed gaat in Nederland en Vlaanderen, dan moet alles kunnen, maar zit het ons even wat tegen, dan mag opeens niets meer. Nu de angst regeert, gaan we dus terug naar af: “Weg met dat multiculturele gedoe! Weg met de hoofddoeken!” roepen sommigen. “Het Westen heeft het terrorisme over zichzelf afgeroepen,” schreeuwen anderen.
In Te zot of te bot (1) vraagt Monika van Paemel zich af of we niet eens gewoon met elkaar kunnen omgaan en formuleert ze een etiquette voor de multiculturele samenleving. “Komaan, Lage Landers, waar is het gezonde verstand gebleven?”
Joost Zwagerman (1963) schreef al 25 boeken, waaronder gedichtenbundels, romans en essays. “Ik ben van de leeftijd om veel herinneringen te hebben aan de hoogtijjaren van wat je het linkse chauvinisme kunt noemen,” schrijft hij in De schaamte voor links (2). “In die jaren stond je je erop voor dat je links stemde.” Maar tegenwoordig heerst grote verwarring aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Die verwarring komt het pijnlijkst aan het licht bij drie wezenlijke kwesties: het normen-en-waarden-debat, de multicultuur en de uitholling van het onderwijs. In alle drie gevallen heeft links het initiatief voor het debat uit handen gegeven en wordt de agenda bepaald door een gelegenheidsalliantie tussen christenen en neoconservatisten.
Hoe ontstond precies die leegte op links? En: is er een oplossing voor de morele en ideologische crisis en kan links zijn geloofwaardigheid en urgentie herwinnen?
Joost Zwagerman besluit De schaamte voor links met een concrete aanbeveling.
In De afwezigheid van het verleden (3) stelt Marita Mathijsen (hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam) zich de vraag: “Bloeit de belangstelling voor de geschiedenis weer op?” Haar antwoord is kort: “Integendeel!”
De discussie over de canon en het pleidooi voor een nationaal geschiedenismuseum in Nederland zou kunnen wijzen op hernieuwde interesse. Mathijsen constateert dat dit maar valse schijn is. “Onze eigen geschiedenis laat ons Siberisch, hetzelfde geldt voor die van ons landschap en onze gebouwen. De overheid kijkt met een onverschillig mombakkes toe hoe historische straten veranderen in reclamegalerijen. Vlooienmarkten zijn de stille getuigen van onze desinteresse: voor een appel en een ei verpasten we zelfs de fotoalbums van onze grootouders.”
De bekende H. Brandt Corstius schrijft onder verschillende pseudoniemen in kranten en tijdschriften.
De echte vegetariër is niet een idealist die anderen met woord of daad wil overhalen om ook vegetariër te worden. Hij is iemand die geen vlees eet en het niet nodig vindt om dat te verdedigen, te propageren of er trots op te zijn. Geen dier of mens hoeft hem dankbaar te zijn. Hij eet geen vlees omdat hij niet wil dat er een dier vermoord wordt.
Alle redeneringen waarom vlees eten nodig, nuttig of heerlijk is, zijn onzin. H. Brandt (Eetgeenvlees) Corstius hoort de mensen kletsen en slikt hun praatjes net zomin als hij kip of koe slikt.
Tot mijn (aangename) verbazing kom ik Mabel van Oranje tegen in deze reeks. Zij is niet de eerste de beste. En dat ze persoonlijkheid heeft, straalt er zo van af. In 1994 richtte ze in 1994 de “European Action Council for Peace in the Balkans” op. Zij was medeoprichter van War Child Nederland en werd in 1997 directeur van het “Open Society Institute” in Brussel, een organisatie die zich inzet voor democratisering, mensenrechten, onderwijs en vrije media in meer dan zestig landen. Zij is nu International Advocacy Director van dit instituut en woont in Londen.
Het is nog maar enkele decennia geleden dat grote delen van Europa gebukt gingen onder een totalitair regime. Toch lijken we alweer zo gewend aan onze vrijheid dat we ons nauwelijks meer bewust zijn van de waarde en de kwetsbaarheid ervan.
“Het behoud van vrijheid en democratie verdient onze voortdurende aandacht, ook in het vrije Westen,” betoogt Mabel van Oranje, in In vrijheid blijven geloven. “Juist nu populisme en onverdraagzaamheid de politieke agenda in toenemende mate bepalen, is onverschilligheid uit den boze.”
“Het idee van een revolutie is weer bespreekbaar, maar oplossingen voor de wereldproblematiek worden niet overwogen, zelfs niet in de literatuur. Het is de hoogste tijd onze schroom te overwinnen en de schitterende vorm van kritiek, die de utopie is, weer te gaan bedrijven,” betoogt Josien Laurier (1967) in het pamflet Onze stralende toekomst.
Met een aantal onalledaagse voorstellen om de wereld te herscheppen geeft ze een voorzet.
Querido breekt met de Pamfletreeks geen potten, maar het initiatief is lovenswaardig. Het geeft aan de uitgeverij een blijk van visie, durf, een zweem van degelijkheid, verantwoordelijkheid, je zou bijna denken dat Querido nog andere intenties heeft dan louter commerciële. Chapeau!
Thierry Deleu
Monika van Paemel, Te zot of te bot, Querido, 2006, ISBN 90 214 7632 0
Joost Zwagerman, De schaamte voor links, Querido, 2007, ISBN 978 90 214 3340 0
Marita Mathijsen, De afwezigheid van het verleden, Querido, 2007, ISBN 978 90 214 3326 4
H. Brandt Corstius, Eetgeenvlees, Querido, 2006, ISBN 90 214 6355 5
Mabel van Oranje, In vrijheid blijven geloven, Querido, 2007, ISBN 978 90 214 7653 7
Josien Laurier, Onze stralende toekomst, Querido, 2006, ISBN 90 214 7307 9
Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Stichtingsdatum: 1 februari 2007
"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"
"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten