Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

1 september 2007

Aan de redactie van "Ambrozijn"

Neem mij de informele toon niet kwalijk, hoewel ik tot voor kort nog een medewerker was. Ik hoop dat mijn evaluatie niet overkomt als een bemoeienis. Dit is helemaal de bedoeling niet. Het is zeker geen natrapperij of zo. “Ambrozijn” heeft mij altijd correct behandeld. Het is precies wat ik het noem: een belangeloos voorstel. Ik ben niet uit op een zitje in de vaste redactie (of hoe jullie de “zaakvoerders” ook mogen noemen). Ik heb niemand van jullie “wat te zeggen”. Ik ben bovendien niet gekwalificeerd om advies te verstrekken over jullie tijdschrift. Ik herhaal: het is een voorstel, meer niet.

Waar jullie voor staan.
Het gaat goed met “Ambrozijn”. Ja toch? Misschien zijn er (door uitdovende subsidiëring) financiële moeilijkheden geweest. Ik weet het niet. Is het tijdschrift (nog) in moeilijkheden? Drukkosten, kwijnende subsidie, minder sponsors? De eenvoudige waarheid is dat een (literair) tijdschrift dat voor zijn overleven afhankelijk is van goodwill, indien die wegvalt, meteen in zuurstofnood komt.

Rekenend op een blijkbaar emotioneel met het tijdschrift verbonden grote achterban, blijft “Ambrozijn” verschijnen. Dit is, natuurlijk, erg motiverend: voor schier alles wat je doet, kunnen rekenen op de goodwill van mensen, op mecenaat, of op een andere vorm van vrijwilligerswerk. Dat kun je - als redactie - waarderen, maar dan belaad je jezelf wel supplementair nog eens met een ereschuld de situatie recht te trekken: mensen die er geld of energie in steken doen dat niet omdat het tijdschrift dan uiteindelijk toch ten onder zou gaan. Voor zover ik als outsider kan zien, hebben jullie geen keus: jullie moeten doorgaan!

Nu, al deze argumenten schijnen te wijzen op de behoefte aan een herprofilering, waar “Ambrozijn”, me dunkt, wel aan toe is. Laat me toe jullie te vervelen met wat ik weet van zo’n “herprofilering”.

Herprofileren.
Om te weten waarover ik praat, heb ik de afgelopen dagen mijn ervaring met het uitgeven van tijdschriften opgefrist en geactiveerd (ik was stichter en/of hoofdredacteur van “Kreatief” en “Boulevard” en uitgever van de “Schaap Boeken”). Ik heb ook rustig alle recente(re) “Ambrozijn(s)” doorgenomen. Op het net heb ik een aantal (literaire) sites bezocht en die van “Ambrozijn” in het bijzonder.

Ik heb een paar dingen onthouden. Vooreerst zou het fout zijn naar de pijpen van de “financiers” te dansen. Ik denk dat er in totaal drie dingen zijn waar jullie rekening mee moeten houden:
- Wat willen zij (die door hun mecenaat de overlevingskansen vergroten)?
- Waar staan jullie voor?
- Wat is de tijdsgeest?

“Wat willen zij?”
Een herprofilering betekent concreet dat het geheel van het blad (inhoud en vorm) zich richt tot een (nieuwe of dezelfde) doelgroep.
- Dit kan staan voor een globale aanpak, waarin alle vormen en soorten van kunst(en) worden toegelaten. Volgens mij hangt de kwaliteit, zelfs van een “globaal” blad, af van de selectiemacht en de intelligentie van de redactie.
- De profilering kan slechts een (weliswaar groot) gebied omhelzen (b.v. alle postmodernisme of alle avant-garde) of juist een heel klein (b.v. uitsluitend Chinese literatuur).
- Het tijdschrift kan zich expliciet richten tot gevestigde waarden of er zich expliciet van afkeren. Een redactie mag kiezen wat ze wil, maar ze moét bakenen (bakens afzetten, afbakenen).

Is “Ambrozijn” globaal? Neen. Wil het tijdschrift globaal zijn?
“Ambrozijn” is traditioneel, dit is zeker. Wat de redactie verantwoord vindt, brengt ze, om reden dat het goed is - maar dat alleen gaat niet meer. Moet de focus niet vernauwd worden teneinde (nog) meer diepte te krijgen? Indien de redactie kiest voor begrenzing, dan moet dit duidelijk blijken uit elk nummer. Indien de redactie eenmaal per jaar kiest voor een themanummer b.v., dan moet zij ervoor zorgen dat de lezer iets achter de kiezen heeft. (Bij een slecht geconcipieerd themanummer leest de lezer slechts wat hem/haar zelf een beetje schikt.) De lezer kan zich ook laten leiden door de vorm.

“Waar staan jullie voor?"
Nu, om zo’n profiel op te bouwen moeten jullie rekening houden met bepaalde eisen, of beter: richtlijnen. Geen veronachtzaming, dit is duidelijk. “Ambrozijn” hééft zaken waarvoor het staat en het heeft geen zin dat die zaken de dieperik zouden ingaan: zij moeten zeker blijven. Mijns inziens - maar de redactie kan daarover eens een boom opzetten, als zij wil – zijn dit vooral de volgende:
- een goede begeleiding, met opvolging;
- een gepaste schroom voor taalzuiverheid (taalzorg + herhaalde aandacht voor taal).

Het zijn in elk geval deze twee die opnieuw zullen opduiken bij het hiernavolgende voorstel voor een herprofilering.

“Wat is de tijdsgeest?"
Wat ik wel vind is dat het de lezer stoort, indien met specifiek hedendaagse tendensen die aanvaard zijn geen rekening wordt gehouden. Ik heb het hier in eerste instantie over een onvoldoende doordringing van wat ik voor het gemak maar “postmodern denken” zal noemen. “Ambrozijn” is soms en te veel conservatief, i.c. behoudsgezind, voorzichtig, beschroomd, te afwachtend, risicovrezend, niet baanbrekend.

“Postmodern” is een spectaculair onduidelijk woord, maar neem even van mij aan dat er hier mee wordt bedoeld een bepaalde houding tegenover literatuur (en andere kunsten), met volgende kenmerken:
- pluriform: accepteren dat de redactie uit individuen bestaat en dat twee leden tegengestelde opinies kunnen hebben, waarvan akte wordt genomen in het tijdschrift;
- tegemoetkomen aan een behoefte tot sturing van de lezer, informatie over randaspecten van het kunstbedrijf (en het literaire in het bijzonder), uitgeverijen, recensies, enz;
- informatie, of in elk geval acceptatie, van nieuwe schriftuur, nieuwe stijlen, nieuwe trends en tendensen of wat daarmee geassocieerd wordt. Zelfs indien een tijdschrift zich niet “postmodern” profileert, is er altijd een aanvaarding ervan en komen deze “producenten” ook aan het woord. (Denk hier aan “onvoldoende doordringing” waarvan sprake hierboven.)

Of het door de collectieve redactievorm komt, of door het gebruik van ad hoc redacties, het is niet duidelijk, maar in “Ambrozijn” komen pluriformiteit, sturing (trendsetting b.v.) en informatie te weinig aan bod. Het aanvoelen van de tijdsgeest is voor elk tijdschrift een hoofdbreken en soms is het de reden waarom een medewerker niet lang aanblijft.

Enkele opties.
- Een eerste mogelijkheid: de voorkeur wordt gegeven aan essayistisch werk (artikels worden, zo nodig, ingekort en geplaatst). Geweigerde kopij wordt met een argumentering aan de “producent” teruggestuurd.
- Een tweede mogelijkheid: de redactie streeft naar een “wankel” (spanning creëert betrokkenheid) evenwicht tussen creatief en essayistisch werk.
* Met in elk nummer een kaderartikel (met informatie en grondmateriaal over het thema).
* Indien een themanummer wordt dit het sturend artikel.
* Essays (integraal, ingekort of opgesplitst) en recensies zijn een vast gedeelte.
* Gedichten, korte prozastukken (verhalen) komen in het variabele deel van het nummer voor.

Ik denk met andere woorden dat jullie de herprofilering van het tijdschrift moeten ophangen aan twee kapstokken: enerzijds het essay (incluis interview, gesprek), en anderzijds de (pure) creatie.

Naar de vorm zou ik “Ambrozijn” fysiek een beetje vergroten (een paar centimeter maar), elk nummer een beetje inkleuren (foto auteur, werk, sfeer). Het tijdschrift zou m.i. vooral moeten opgaan in het literaire landschap (de behoeften aan ondersteuning, informatie, begeleiding, kansen, zijn daar het grootst): publicatiemogelijkheid, behoorlijk recensiewerk, info over de betere boekhandel, schrijfbijscholing, af en toe een paar opiniestukken en heel af en toe een inhoudelijk katern over één auteur.

Maar laat ons even de strengen aanhalen en samen nemen wat van een profiel gevraagd wordt:
- herprofilering met specificatie; ook lay-out;
- debutantenbegeleiding, poëzie;
- pluriform, behoeftedeling, modern.

“Ambrozijn” zou kunnen afstappen van zijn “grote bekommernis tot polyvalent aanbod”, niet alleen omdat een andere koers zich opdringt, maar ook omdat het tijdschrift aan die doelstelling niet kan voldoen (gezien de beperkte middelen).
De redactie zou kunnen kiezen voor een specifieke herprofilering zoals hierboven omschreven.
Het uittekenen van een omlijnde (begrensde) context waarbinnen het tijdschrift opereert, zou het niet alleen “moderner” maken, maar ook dynamischer. Dynamiek is bovendien een eerste vereiste voor een driemaandelijks tijdschrift. De vraag stelt zich toch altijd: “Kan een 3-maandelijks tijdschrift zijn tijd schrijven?”
Het toeleggen op essayistiek (naast het creatieve gedeelte) sluit absoluut niet uit dat herhalende bijdragen (zoals columns, fotoreeksen van schrijvers) geen plaats meer krijgen.

Deze nieuwe koers zou “Ambrozijn” een groter leespubliek geven, vertrekkend van de aandacht die er nu al is.

Maar een aantal zaken kunnen niet anders dan door de redactie worden aangemoedigd:
- Het aanmoedigen van creatief en recensiewerk.
- Het faceliften van lay-out en lettertypes.
- De eigenlijke vorming van een focus (wat is de algemene boodschap en welke is de specifieke boodschap van dit nummer?).
- Het weigeren van artikels die buiten de omschrijving van de (algemene of specifieke) focus vallen.
- Ik vind dat occasioneel ook een artikel over een theaterauteur moet kunnen (theater deelt veel kenmerken met literatuur).
- De redactie moet er op toezien dat er steeds bijdragen zijn die het profiel van het tijdschrift (en zeker bij een themanummer) bevestigen (korte stukken die inspelen op de actualiteit, recensies, mededelingen).

De Ambrozijnprijzen.
De “Internationale Ambrozijnwedstrijden voor poëzie en kortverhaal” krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Waarom niet? Enerzijds lijden zij onder hun “aanspreekbaarheid” (schoolgaande kinderen, alle graden, én volwassenen, (te) veel genres, zoals poëzie en kortverhaal) en anderzijds worden zij niet voldoende “opgedrongen” aan de media en de “specifieke pers” (boekenrubrieken, tijdschriften, e-magazines). Ook de proclamatie lijdt onder een “oerdegelijkheid”. Wordt hierdoor saai, voorspelbaar, “een kransje voor hen die zich zedelijk verplicht voelen tot”. Er is - mijns inziens - nood aan entertainment en risicogedrag.

Achteraf.
Ik wil er op de valreep nog aan toevoegen dat indien een herprofilering plaatsvindt (= een aanpassing van koers), die ook wordt gemeld aan de lezer in een kaderstuk.


Thierry Deleu

"Ambrozijn" - 3-maandelijks artistiek tijdschrift - Edgard Storme, Sint-Jacobsstraat 75, B-8900 Ieper

Geen opmerkingen: