20 oktober 2012



Sylvia K.

zouden wij berouwen
dat het schone vergaat,
het efemere van vlees en ogen

we mochten haar aanschouwen
het meisje van de straat
in een decor van dromen

Sylvia, nimfje van het bos
dat nooit het wilde had
van woeste bomen

het verstilde naakt
heeft ze vertoond
en soms kon het bekoren

meestal liep ze verbaasd
in het wondere leven
verloren

efemeer zoals een waterstand,
zoals de maan in klare nachten:
koel en kalm al speelde zij
het hijgen, het oproer in het bloed

ze had een lichaam dat kon
zwijgen zoals de schone stenen
doen – slijp mij, leek ze te smeken,
geef mij randen en een glans

want haperen wou ze
en blijven hangen
aan een blikveld
en een mateloos verlangen

Staf De Wilde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten