14 februari 2011

veelschrijver


ja, mijn woorden komen
op tafel als dagelijks brood
en wat overblijft is voor de vogels

kruimelwoorden die zich geduldig
laten breken en uitstrooien
op de wind

een dichter begint al rokend
een sierlijke sliert danst
uit zijn pijp

daarmee doet hij een vader na
die wonderlijk vertelde
en een grootvader die monkelde
bij de kachel en daar als gegoten
zat, ademend in de schaduw

woord na woord zal ik herbouwen
een verleden binnen leiden in vandaag
zoals men uit een zwarte stroom
een lichaam ophaalt dat wil leven

Staf De Wilde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten