AANKONDIGING
Het Prieeltje Diest brengt nieuw e-book uit van
Thierry Deleu
Thierry Deleu
DICHTERS DROMEN LUCIDE
10 JAAR NEDERLANDSTALIGE POËZIE - EEN EIGENGEREIDE KEUZE
Thierry Deleu schreef een gefundeerd essay over het laatste decennium Nederlandstalige poëzie. Zelf noemt hij het een eigengereide keuze.
Hij bespreekt de poëzie van Bert Bevers, Philippe Cailliau, Job Degenaar, Jenny Dejager, Frans Depeuter, Christine D’haen, Lies Van Gasse, Bärbel Geijsen, Tine Hertmans, Joris Iven, Frans Kuipers, Jan Lauwereyns, Bert Lema, Mark Meekers, Edith Oeyen, Francis de Preter, Eric Rosseel, Xavier Roelens, Hannie Rouweler, Ina Stabergh, Peter Theunynck, Joris Maurits Vanhaelewyn en François Vermeulen
Thierry Deleu is naast dichter en romancier ook een gewaardeerd recensent van poëzie. Hij publiceerde onder andere de essays Een literaire ontmoeting met André Velghe (1998), Ik zou liegen als ik het anders zei (2001), Guy van Hoof, dichter zonder kroon (2002).
Hij is (was) recensent bij de tijdschriften en e-zines: 8Weekly (N), Ambrozijn, Boulevard, Curtricke, De Geletterde Mens, De Verfpot, Evocatief, Gierik-NVT, Het muzenkoeriertje, Het Prieeltje, Kreatief, Leestafel (N), Leespunt, Mandragora, Meander (N), OpSpraak (N), Persoon & Gemeenschap, Schoon Schip (N), Ticket Noord, Verlaine (N), Weirdo’s en Writers Block magazine (N).
In zijn “Ten geleide…” schrijft hij (ik citeer):
“Nog altijd zoeken de dichters het dicht bij huis, het navelstaren wordt wel eleganter opgediend.
Algemeen is schrijven is voor de meeste schrijvers en dichters ontsnappen uit de rauwe werkelijkheid, ver weg van desillusies, agressie en domheid. Schrijven is ook afrekenen met clichés, (waan)beelden, foute interpretaties, verkeerd imago, opdringerigheid, overregulering. Therapeutisch? Ja, zeker? Schrijven is afreageren. Schrijven is ook een nieuwe werkelijkheid creëren waar het aangenaam is om te vertoeven, waar personages opduiken die je anders nooit zou ontmoeten, waar je van twee, drie mensen uit je omgeving één nieuwe mens maakt, met ofwel alle deugden ofwel alle ondeugden van hen. Schrijven is ook taboes doorbreken, jezelf de kans gunnen om in de fout te gaan, om dagelijkse tot doodzonden te verheffen, om aan je verbeelding macht te delegeren om er een personage mee onderuit te halen. Schrijven is dichten, vertellen, overtuigen, wenen, uitbundig leven, anderen beoordelen, loven, kritisch bijsturen, te boek stellen.
In dit essay beperk ik mij echter tot de poëzie. Een recensie heeft twee doelen: enerzijds consumentenvoorlichting en anderzijds duiding. In een goede recensie gaan die twee samen. Door de bundel historisch, maatschappelijk en cultureel een plaats te geven, maakt de recensent zich tot een consumentenvoorlichter.
Als recensent schrijf ik in de eerste plaats voor de lezers. Niet voor de dichter, de uitgever, de subsidieverstrekker. Of mijn recensies enige invloed hebben op de dichter of op het cultuurbeleid in zijn land, vind ik minder belangrijk.
Daaruit volgt dat ik, als recensent, buiten uitgever en overheid moet blijven staan. Ik mag mij niet laten annexeren door de een of de ander. Wie dit principe niet deelt, ruikt naar ballotage.
De lezer heeft, hoe dan ook, het laatste woord.
Ik toets poëzie aan mijn persoonlijke poëzieopvatting. De poëzie laboreert voort, hoewel dient gezegd dat ook de gedichten een retrobeweging maken tot kort voor de opkomst van het nieuw-realisme. De dichters hebben het cool gedoe ingeruild voor een nieuw-romantisch, bijna metaforisch engagement. Maar ook in de poëzie staat het persoonlijke Een groot aantal dichters profileren zich onvoldoende. Omdat ze dit ook niet wensen, of omdat zij niet publiceren bij gevestigde uitgeverijen. Dit laatste heeft grote nadelen: als dichter kom je niet in bij grote uitgeverijen gepubliceerde bloemlezingen, je krijgt heel wat minder aandacht in de media, je wordt minder gevraagd voor lezingen op scholen of in verenigingen. In één woord: je verwerft geen status.
Soms heb ik de indruk dat “je boek uitgeven” een vieze onderneming is. Dat de publishing-on-demand uitgeverijen deze leemte willen invullen, heeft deze indruk (dit gevoelen) niet verminderd. Grote uitgeverijen willen het liefst van hun literaire boeken af. Zeker van hun poëzie, omdat deze maar enkele procenten opbrengt.
Bovendien zijn literaire tijdschriften - dé mogelijkheid bij uitstek voor aankomende auteurs die vaak zelf aan het roer staan - aan het uitdoven. Een schrijver/dichter die nu iets interessants te melden heeft, doet dit nu via het internet.
Volgens smaak, perceptie en voorkeur, of je nu zelf dichter bent, of jou herhaaldelijk uitspreekt over (de waarde van) poëzie, of als gewone lezer, sommige gedichten zullen jou aanspreken en andere zullen jou niets zeggen, sommige dichters zullen jou verrassen of bekoren, of jou de bevestiging brengen van een (eeuwige) belofte of een vaste waarde. Eigenlijk maakt dit niet veel uit. Belangrijker is de aandacht die dit essay wil vestigen op de literaire ongelijkheid waardoor “alle dichters niet gelijk zijn voor de wet”. Het kan niet dat elementen zoals leeftijd (debuterende dichter of outsider, favoriet of verguisde), uitgeverij (in welke vorm ook: van eigen beheer over printing-on-demand tot erkende uitgeverij), mediabelangstelling, vriendendienst, meespelen bij de beoordeling van het werk. “Niet alle dichters zijn gelijkwaardig” is een beter statement, op strikte voorwaarde dat de parameter hier de kwaliteit is. We weten echter hoe vaak de subjectiviteit een rol speelt. Het is moeilijk, maar we geraken er wel uit. De perfectie is (nog) niet van deze wereld.
De dichters die ik eigengereid gekozen heb, hebben mij aangenaam verrast of de bevestiging gebracht van hun talent.”
In zijn nieuw essay besteedt Thierry Deleu ook aandacht aan dichters die (nog) niet uitgeven bij erkende (gevestigde) uitgeverijen en zodoende verstoken blijven van subsidie of andere vormen van overheidssteun. Een discriminatie die ook zijn weerslag vindt in een niet evenwaardige behandeling door de media en de (meeste) bibliotheken.
Als 70- jarige is het voor Deleu (nog altijd) een strijdpunt dat hem jong houdt!
(De uitgever)
Je kunt het essay lezen op de digitale bibliotheek van Het Prieeltje Online als nummer 63
De uitgever heeft gekozen voor het PDF-formaat dat zich beter leent voor dit soort werk.
Link naar dit werk: http://www.hetprieeltje.net/NetBook63.pdf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten