rit
je ogen wijd open op
de angst
gebeten te worden door
een zwarte hond
die toehapt almaar
en wijken maar
een onophoudelijk
verglijden
permanent verlies
tot je je met huid en
haar
verslonden voelt door
het grote niets
goed wetend
op het einde van de
rit
word je uitgebraakt
drenkeling van de
onmetelijke verwarring
aangespoeld mee met de
zee
die altijd wel weer in
de plooien
valt van haar golven
Francis Cromphout
Geen opmerkingen:
Een reactie posten