Eindredactie: Thierry Deleu
Redactie: Eddy Bonte, Hugo Brutin, Georges de Courmayeur, Francis Cromphout, Jenny Dejager, Peter Deleu, Marleen De Smet, Joris Dewolf, Fernand Florizoone, Guy van Hoof, Joris Iven, Paul van Leeuwenkamp, Monika Macken, Ruud Poppelaars, Hannie Rouweler, Inge de Schuyter, Inge Vancauwenberghe, Jan Van Loy, Dirk Vekemans

Stichtingsdatum: 1 februari 2007


"VERBA VOLANT, SCRIPTA MANENT!"

"Niet-gesubsidieerde auteurs" met soms "grote(ere) kwaliteiten" komen in het literair landschap te weinig aan bod of worden er niet aangezien als volwaardige spelers. Daar zij geen of weinig aandacht krijgen van critici, recensenten en andere scribenten, komen zij ook niet in the picture bij de bibliothecarissen. De Overheid sluit deze auteurs systematisch uit van subsidiëring, aanmoediging en werkbeurzen, omdat zij (nog) niet uitgaven (uitgeven) bij een "grote" uitgeverij, als zodanig erkend.

24 juli 2012


ACTIEPLAN?


Arjen Fortuin schrijft op nrc.nl>boeken op 10 juli: “De meeste Nederlandse parlementariërs zouden badend in het zweet wakker schrikken als het in hun dromen zou opduiken: een Actieplan voor de Letteren.”
Het mag een troost zijn voor Fortuin: ook de Vlaamse volksvertegenwoordigers voelen zich ‘ongemakkelijk’ in hun parlementaire zetel. “Waarover gaat het hier?” “Niets om je over op te winden, collega. Je kunt er geen stem mee winnen of verliezen.” De rust keert terug. Onze ‘schaamteloze’ elitaire instelling slaapt weer in. Villa Politica is hun gemeenschappelijke wekker.

Een Actieplan waarin staat dat ‘de financiële verdiensten uit literaire activiteiten allesbehalve rooskleurig zijn waardoor extraliteraire activiteiten noodzakelijk zijn en waardoor de creatieve arbeid afgeremd wordt.’ Dit is een enge zin. Er staat namelijk dat schrijvers baat hebben bij subsidie. Het is vooral zo’n enge zin omdat de meeste politieke partijen het ermee eens zijn, maar als de dood lijken om dat toe te geven.
“Voldoet het Decreet niet? Zij hebben toch het Fonds voor de Letteren!”

Dames en Heren gekozenen, dit is geen Actieplan voor de Letteren. Een Actieplan staat vol ware en welwillende gedachten over de rol van de overheid in het literaire leven. Het mag voor mij een reliek uit de jaren zeventig zijn, toen het ministerie van Cultuur boeken aankocht van dichters/schrijvers en ze verdeelde over de scholen waar zij terechtkwamen in de bibliotheek. De auteurs waren tevreden met de steun De leerkrachten lazen echter niet. Lezen nog altijd niet.

De overheveling van Cultuur naar de Gemeenschappen heeft de auteurs veel windeieren gelegd: het Decreet koos de zijde van de commerciële uitgevers en liet de ‘erkende’ schrijver in het ongewisse. Erger: de ‘dakloze’ debutanten of zij die uitgaven in Eigen Beheer of via POD kwamen niet in aanmerking. Kwaliteit? Dat is niet de norm. “Wij leggen de regels vast!”

In de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse politieke partijen valt het woord ‘literatuur’ nergens. Ook niet in de opsomming van internationale succesnummers, zoals beeldende kunsten, dans, opera, orkesten, films van eigen bodem.
Onze parlementariërs zijn in de greep van kunstangst. Het eerste onderdeel daarvan is de angst voor het woord kunst. Liever schrijven ze ‘cultuur’. Of ‘cultuur en sport’, dan lijkt het nog wat verder af.

“Cultuur moet worden onderwezen,” zeggen de enen. “Cultuur moet regionaal gespreid worden,” zeggen anderen. “Wij zijn voor bibliotheken,” zeggen nog anderen. Het gaat niet om de boeken, hoor, neen, het zijn ‘ontmoetingsplaatsen voor de inwoners van wijken en dorpen.’ Er mogen vast wat boeken blijven als decor.

De visie van de politiek over Literatuur? Dwalen, observeren en foute beslissingen nemen. Deze ‘literaire activiteit’ omzetten in een Actieplan voor de Letteren.
Wie verheugde zich in deze resolutie over een Actieplan voor de Letteren in Vlaanderen? Het BoekenOverleg, dat zich ‘het overlegplatform van alle relevante spelers in de volledige waardeketen van het boek in Vlaanderen’ waant.

Met deze aanbeveling aan de Vlaamse regering willen enkele politici een antwoord bieden op aantal pijnpunten in het letterenbedrijf. Bedrijf?
Uit de resultaten van het deelonderzoek naar inkomsten van auteurs blijkt dat de financiële verdiensten uit literaire activiteiten allesbehalve rooskleurig zijn. Boekhandels hebben het steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden door de eenzijdige prijsconcurrentie, het stijgende aandeel van bestsellers en de groei van buitenlandse internetaanbieders. Bibliotheken beraden zich over de nieuwe rol die ze in een snel veranderende maatschappij kunnen of moeten spelen. Daarnaast blijkt uit de participatiecijfers ook dat heel wat mensen de weg naar boeken (nog) niet vinden, in het bijzonder sociaal kwetsbare groepen.
Wat een ‘commercieel gezever’!
Over welke auteurs hebben zij het? Over hen die uitgeven bij een ‘erkende’, en dus gesubsidieerde uitgeverij? Zijn boekhandels geen commerciële KMO’s? Beseffen zij nu pas dat de bibliotheken een vrije(re) rol moeten kunnen spelen? Dit betekent: onder de dwang uit van overheid, uitgever en boekhandel. 

Wat zegt het BoekenOverleg (en let eens op de terminologie)? “Met deze resolutie bevestigt het Vlaams Parlement het belang van boeken en letteren binnen de creatieve industrie in Vlaanderen, en de grote culturele en economische waarde die ze hebben. De resolutie toont een duidelijk engagement om deze sector in de toekomst verder te ondersteunen en te laten groeien.”

De resolutie erkent het BoekenOverleg formeel als aanspreekpunt voor de sector.
Het Parlement vraagt dat de Vlaamse Gemeenschap zich kandidaat stelt als gastland op de Frankfurter Buchmesse vanaf 2016 en dat die kandidatuur wordt voorbereid met de betrokken sector. Tot in den treuren moet ik het uitschreeuwen: “Over welke dichters/schrijvers hebben het Parlement en het BoekenOverleg het?”


Thierry Deleu

Geen opmerkingen: